Recensie: Donna Tartt – Het puttertje
Over Kunst, Magie, Werkelijkheid, Liefde, Eenzaamheid, Ontsporing & het Leven (dat Kort en Wreed is)
Na een aanslag op een museum in New York duiken ze samen uit de brokstukken op: een jongen en een klein schilderij uit de 17e eeuw, waarop een geketend vinkje is afgebeeld. De jongen neemt het schilderij mee naar huis en verbergt het, zich bewust van de enorme waarde ervan. Met het samenbrengen van een figuurlijke en een letterlijke weergave van de getekende onschuld begint Donna Tartt haar derde roman.
De analogie tussen hoofdpersonage Theo Decker en het wereldberoemde Het puttertje van Carel Fabritius zal ruim negenhonderd pagina’s aanhouden. Zowel de jongen als het schilderij zijn na de ramp op hun kwetsbaarst. Ze spelen allebei een grote rol in het leven (en bij de dood) van Theo’s moeder, die overlijdt tijdens de explosie. Het kind en het doek gaan – niet per se tegelijkertijd – van hand tot hand, ze worden verstopt en tevoorschijn gehaald, geliefd, misbruikt en beiden blijven lange tijd verborgen in bedrieglijke veiligheid.
Hoewel de tamtam rond de publicatie van het boek anders doet vermoeden, is Nederland niet erg prominent aanwezig in het verhaal. De Hollandse meesters spelen uiteraard een rol en Amsterdam is de plaats van handeling aan het eind van het verhaal, maar dan voornamelijk bezien vanuit de binnenkant van een hotelkamer. Veel nadrukkelijker beschreven zijn de parken en straten van New York en het schallende, benevelde leven in Las Vegas. Op deze plekken groeit Theo Decker op en wordt zijn wrange wereldbeeld gevormd.
Het puttertje is een erg ‘volle’ roman. Tartt heeft, net als in haar vorige twee boeken, opnieuw elementen van de thriller gebruikt, die deze keer uitmonden in een wat overtrokken apotheose. Er staan bespiegelingen in over kunst, over geschiedenis en levensbeschouwing, filosofie, ethiek. De grote thema’s zijn aanwezig, liefst in tegengestelde samenstellingen (tussen neus en lippen door voorzien van verwijzingen naar bijvoorbeeld Nietzsche, Nabokov of Thoreau): goed en kwaad, hoge en lage cultuur, haat en liefde, trouw en verraad, fatalisme en veiligheid, chaos en structuur. Er klinkt ook duidelijke maatschappijkritiek tussen de regels door, met name gericht op de falende jeugdzorg en drugsproblematiek. Heel vaak wordt er verwezen naar andere literatuur, films, muziek of beeldende kunst (canon en populair).
Ontelbare sfeerbeelden worden gedetailleerd uitgeschreven, wat prachtige, intrigerende scènes oplevert maar nu en dan ook onnodig vertraagt. De personages blijven wat vlak en worden eerder geobserveerd dan uitgediept, maar de manier waarop Tartt ze portretteert biedt toch ruimte aan een flink aantal interessante karakters. De prettige, iets onpersoonlijke verteltoon wordt afgewisseld met snelle, soms bijna in staccato uitgewerkte en dan weer breed uitgesponnen dialogen, innerlijke monologen, verschillende sociolecten, cynische onderbrekingen, vele tempowisselingen en expliciete ruimtebeschrijvingen. Tartt excelleert in stilistisch opzicht: ze schrijft dijken van zinnen. Het is ontegenzeggelijk een kunst om een boek als Het puttertje te construeren. En het kan een feest zijn voor de doorzetter om alle kunstgrepen te ontdekken en er betekenis aan te geven.
Maar dat feest wordt de lezer ten dele ontnomen. Aan het einde van het verhaal, na het ontdekken van flink wat onverwachte gebeurtenissen en plots opduikende, taalkundige pareltjes, maar ook na het doorworstelen van de sterk vertraagde episodes en pessimistische uitbarstingen van de personages; na dat alles komt er een soort resumé. Het is een verklarende terugblik van de hoofdpersoon die ons vertelt dat het leven een klootzak is. Die doceert dat er geen moraal bestaat, uiteenzet wat het belang van Het puttertje is en meldt ‘dat de enige waarheden die er voor mij toe doen die zijn die ik niet begrijp, niet kan begrijpen.’ Die het hele boek, alles wat er al staat, nog eens uitlegt en en passant ook De Waarheid over kunst, de liefde en het leven verkondigt. ‘En ik heb het idee dat ik iets heel ernstigs, iets heel dringends moet zeggen (…). Dat het leven – naast al het andere – kort is. Dat het lot wreed is, maar misschien niet toevallig.’
Wreed zijn in zekere zin ook de laatste, moralistische pennenstreken van Tartt in Het puttertje.
Marleen Nagtegaal
Donna Tartt – Het puttertje. De Bezige Bij, Amsterdam, 926 blz. € 24,90.