Recensie: Tessa de Loo – Kenau
Een vrouw op de Haarlemse stadswal
Het Beleg van Haarlem in 1572/73 is een fascinerende gebeurtenis uit de vaderlandse geschiedenis. Gedurende ongeveer zeven maanden verweerden de inwoners van de tegenwoordige Noord-Hollandse hoofdstad zich tegen de Spanjaarden, die de stad tot overgave wilden dwingen vanwege hun associatie met het protestantisme. Uiteindelijk zouden de dappere Haarlemmers het onderspit delven en volgde een massaslachting, maar niet nadat de bevolking zich kranig had verweerd. Daarmee werd Haarlem een voorbeeld voor andere steden, waar de inwoners beseften dat het mogelijk was om zich te verzetten. Kort daarna wist Alkmaar een Spaanse belegering af te slaan en daarna volgden andere steden.
Kenau Simonsdochter Hasselaer (1526-1588/89) was een legendarische figuur uit die tijd. Volgens de overlevering zou deze dappere scheepsbouwster actief hebben meegevochten tegen de Spanjaarden, al is haar precieze rol onduidelijk. Begin volgend jaar verschijnt de film Kenau en Tessa de Loo schreef haar achtste roman naar het scenario van die productie. Boeken die naar films worden geschreven zijn vaak van povere kwaliteit omdat ze meestal in een belabberde stijl het scenario navertellen, maar De Loo weet die valkuil gelukkig te vermijden dankzij haar vlotte pen én vanwege een goede inbedding in de historische context.
De Kenau in De Loos roman is vanzelfsprekend een dappere, strijdvaardige heldin die haar tijd ver vooruit is, want een mindere en wellicht wat meer realistische rol zou de legende bederven. Deze katholieke scheepbouwster is eerst amper geïnteresseerd in het conflict tussen de protestantse Prins van Oranje en de katholieke overheerser. Dat verandert als het conflict haar rechtstreeks raakt; een dierbaar familielid wordt het slachtoffer van een absurde represaillemaatregel van de Spanjaarden. Vanaf dat moment zint Kenau op wraak. Ze begint te twijfelen aan haar katholieke geloof en trekt zelfs een Mariabeeld van haar sokkel, ongetwijfeld een van de meest memorabele momenten van de roman. Als de Spanjaarden vervolgens Haarlem belegeren, staat Kenau haar vrouwtje. Daarbij krijgt ze hulp van andere vrouwen, ondanks de protesten van het stadsbestuur dat vechten een mannenzaak vindt. Vanaf de stadsmuren gooit ze kokend water en olie, brandend stro en pek naar de vijand.
De roman leest als een trein en De Loo schetst een levendig beeld van het dagelijks leven in de zestiende eeuw. De historische feiten, zoals de belegering van Naarden, worden meestal verteld door ze te verwerken in persoonlijke geschiedenissen, waardoor deze noodzakelijke informatie behapbaar en interessant blijft voor de lezer. De wat troebele historische hoofdrolspeelster wordt vrij geloofwaardig neergezet, al is haar gedachtewereld soms te veel vanuit de eenentwintigste eeuw beredeneerd, bijvoorbeeld wanneer Kenau zich voor de zoveelste keer beklaagt over de positie van de vrouw.
Dat de roman gebaseerd is op een filmscript schemert weliswaar hier en daar in het verhaal door, maar dat is zelden storend. Slechts één keer doet een hoofdstuk de wenkbrauwen fronzen. Zonder al te veel te willen weggeven: hoofdstuk 33 is zo vreselijk ongeloofwaardig dat je jezelf bij wijze van spreken ziet opstaan om de bioscoop te verlaten. De film had blijkbaar nog wat wilde seks nodig om publiek te trekken, laten we het daar bij laten. Het boek had best zonder gekund.
Het is een klein smetje op een voor de rest geslaagde, vaak spannende historische roman. Grootse literatuur is het niet, maar Kenau is prettig leesbare kost dat je met een gerust hart onder de kerstboom kunt leggen voor lezers die van toegankelijke verhalen houden waar je ook nog iets van opsteekt. En bovendien weten we nu ook weer waar het woord ‘kenau’ vandaan komt en dat het eigenlijk een compliment is, dames.
Lucas Zandberg
Tessa de Loo – Kenau. De Arbeiderspers. 302 blz, € 18,95.