Roos en Graven: Pierre Kemp (1886-1967)
Naamgenoten
Opgewekt betraden de fotograaf en ik onlangs het terrein van Begraafplaats Oostermaas te Maastricht. Opgewekt ja, want de zon scheen en de Maastrichtse dichter/schilder Pierre Kemp – wiens graf op Oostermaas te vinden is – prijkte al lange tijd op mijn verlanglijstje. Die konden we nu eens mooi gaan afstrepen.
We loerden rond, we lachten wat maar allengs verdween de vrolijkheid steeds meer naar de achtergrond want zoekend naar Kemp trof ik in eerste instantie voornamelijk grafstenen met mijn eigen achternaam. Een vreemde, confronterende ervaring: in Groningen loop ik nooit tegen een dode Custers aan, in Maastricht struikelde ik erover, letterlijk. Goddank kwam er aan mijn lijden een einde toen we ergens links achteraan de steen van Pierre Kemp vonden. Kemp, de held, de man die naast het dichten en schilderen ook nog tijd had om als loonadministrateur te werken in een steenkolenmijn genaamd Laura. Want soms ligt de poëzie op straat.
Het graf van Kemp is sober en elegant, netjes, en dat is weleens anders geweest. Op internet circuleren foto’s van het oude, sterk verwaarloosde graf van de dichter. De metalen letters waren losgeraakt en de deksteen dreigde te splijten, de grafruimte was zichtbaar door een afgebrokkelde hoek en het regenwater sijpelde naar binnen. Reden genoeg voor Stichting Altvoorde – een stichting tot behoud van graven van Nederlandse cultuurdragers – om geld bijeen te sprokkelen voor een fonkelnieuw grafmonument. In 2007, veertig jaar na Kemps dood werd de nieuwe steen onthuld.
Het metalen kruis boven de namen van Kemp en zijn vrouw is verdwenen, toegevoegd echter zijn enkele regels uit het gedicht ‘Necrologie’:
Een licht zou mij even kunnen bekoren,
Al is dat niet zo kort,
Als liever een klank, die iemand kan horen
Telkens als het middag wordt.
Dankzij Stichting Altvoorde ligt Kemp er dus weer keurig bij, eervol, hoewel er één klein, doch niet onbelangrijk foutje is gemaakt, opgemerkt door mijn Maastrichtse bijna-naamgenoot en Kemp-biograaf Wiel Kusters: Het leven van de vrouw van de dichter, Hubertina Mommers, is op de nieuwe steen met een maand ingekort. Zij overleed niet op 23 augustus maar op 23 september 1973.
De tijd overdenkend – wat is één maandje op de eeuwigheid? – liepen de fotograaf en ik na gedane zaken over de begraafplaats naar de uitgang toen mijn blik viel op de steen van een andere Pierre. Kennelijk ook een Pierre die iets goeds of groots of bijzonders had verricht want zijn stenen kruis was benut om hem te danken. Iemand eren? Zo kan het dus ook! Helder, simpel, en bovendien op naamgenoten toepasbaar:
Roos Custers (foto: © Dolf Verlinden)