>De Leidse schrijver, die op een steenworp afstand van Maarten Biesheuvel woont, weigert concessies te doen, waarvan akte. In Luchtvissers gaat Gerwin van der Werf radicaler te werk dan voorheen. Het misantropische wereldbeeld in zijn derde roman kan mensen afstoten, denkt hij, maar uiteindelijk vindt hij niet dat hij een somber verhaal geschreven heeft. ‘Ik wil mij niet bij dit inktzwarte beeld neerleggen.’

De titel Luchtvissers geeft de kern van de roman goed weer: wij willen dingen bereiken, wij zijn ambitieus, maar scheppen met onze netten voornamelijk lucht en leegte.

Nadat Joshua Lohman bij een ernstig ongeluk betrokken raakt ontvlucht hij de maatschappij. Op zoek naar totale afzondering belandt hij op Lundines, een (fictief) eilandje in de Atlantische Oceaan. De laatste veerboot is vertrokken en de bewoners zijn geëvacueerd. Althans, dat denkt hij. Een handvol eilandmensen is achtergebleven en elk van hen heeft daar zijn een reden voor. De hiërarchie is na de exodus echter weggevallen en de machtsverhoudingen moeten opnieuw vorm krijgen. Als de winter nadert zullen ze moeten samenwerken om te overleven. Een belangrijke taak is daarbij weggelegd voor Joshua. Hij moet hen voorzien in eten en wordt op jacht gestuurd en moet dagelijkse bij de woeste kustrotsen papegaaiduikers vangen.Een gesprek met Gerwin van der Werf over Luchtvissers.

Je deed langer over je derde roman Luchtvissers dan over je voorgaande werk. Was het een lastige opgave om Luchtvissers te schrijven?
Over mijn debuut Gewapende man deed ik een jaar en Wild vloog er zelfs uit alsof het een koorts was, maar voor Luchtvissers heb ik meer moeten vechten. Ik kwam erachter dat het moeilijker werd om een goed boek te schrijven, in de eerste plaats omdat ik kritischer ben geworden. Ik kan wel snel schrijven, elke dag veel pagina’s wegtikken, en daar een bevredigend gevoel aan overhouden, maar dat gevoel dien je te wantrouwen. Ik sta het niet meer toe omdat ik dan weet dat de teleurstelling de volgende dag wacht. Dit is exact waar ik Tommy Wieringa op aanviel toen hij vertelde dat hij door een euforisch gevoel wordt overvallen als het er in één keer goed staat. Ik ben het daar helemaal niet mee eens en ben nooit tevreden met wat ik de vorige dag geschreven heb. Dat ik op mijn teksten zwoeg komt voort uit het feit dat ik gigantisch twijfel en blijf twijfelen. Het kan altijd beter. Ook zoals het er nu in Luchtvissers staat vermoed ik dat ik sommige dingen anders had moeten doen. Ik vrees dat het altijd zo zal blijven en ik moet er maar vanuit gaan dat het juist een goed teken is.

LuchtvissersGerwinvanderWerf

Je hebt een reisbeurs gekregen van het Nederlands Letterenfonds. Wat kreeg je en wat deed je ermee?
Aanvankelijk had ik een verhaal voor ogen dat in Schotland moest spelen. Ik leverde een synopsis en een werkplan bij het fonds. Nadat beiden goed werden gekeurd kreeg ik een klein bedrag waarmee ik een reis voor twee weken naar Schotland kon bekostigen. Ik zocht de woeste westkust van de Isle of Skye op om onderzoek te doen. Nodeloos te zeggen: dat boek is er niet gekomen, maar de reis heeft wel Luchtvissers in werking gezet. Het idee voor dit verhaal was veel dwingender en duwde het andere terzijde. Alles in Schotland was Lundines in het groot, de hele sfeer en flora en fauna: de kust, vogels, lucht, wind, regen. Het eiland uit mijn verhaal is fictief, maar er is wel een eiland te vinden dat er op lijkt. Een andere bron van inspiratie is het eveneens Schotse St. Kilda. Vroeger zaten de mensen daar met veel te veel opeengepakt. Er braken epidemieën uit, er huisde een mysterieuze kinderziekte, en begin jaren twintig van de twintigste eeuw vertrok de laatste veerboot. De achtergelaten huisjes staan er nog steeds, als een spookdorp.

Pleegde je behalve de reis nog meer onderzoek? Zoals het stookproces waar de dominee zijn drankzucht mee stilt?
Dat moest ik inderdaad uitzoeken. Hoewel ik zelf nooit gestookt heb raak ik niet zelden gefascineerd door ambachtelijk werk. Alleen al het idee dat de voorloop methyl alcohol bevat en zwaar vergif is, en dus gevaarlijk, spreekt mij aan. Luchtvissen vind ik ook zo fascinerend. Het is verboden in Schotland, Noorwegen, Denemarken en vele eilanden maar op IJsland gebeurt het nog. Zover reikte de beurs niet, dus ik ben niet verder gekomen dan erover te lezen en filmpjes te bekijken. Als je die duizenden en duizenden vogels ziet is het makkelijk voor te stellen dat de mensen die beesten wilden vangen voor hun levensonderhoud. De ongelooflijke stank van vogelpoep die daar hangt rook ik ook bij de witte rotsen in Schotland, waar jan-van-genten broedden. Zulke beelden en geuren zijn al voldoende om een verhaal aan te zwengelen.

Luchtvissers trapt af met twee quotes. De eerste komt uit Nooit meer slapen van W.F. Hermans.

Elk nieuw leven dat een mens begint is een voortzetting van het oude leven!
Ik daag het hele Leger des Heils uit mij het tegendeel te bewijzen!

Wat heb jij met Hermans?
Ik heb een hele boekenplank vol met hem. Voor mijn boekenlijst op de middelbare school las ik De donkere kamer van Damokles, wat ik een schitterend boek vond. Ik ging daarna op zoek naar meer en las Nooit meer slapen. Dat heeft mij dusdanig gegrepen dat ik het zo eens in de twee, drie jaar weer oppak. Inmiddels heb ik het een stuk of tien keer gelezen en het verveelt nooit. Enerzijds zijn er passages die ik mijn hoofd ken en anderzijds lees ik elke keer weer dingen die mij eerder zijn ontgaan. Zoiets moet je als schrijver wel beïnvloeden, dat kan niet anders, maar ik heb geen idee in welke mate dat is aangezien ik door zeer veel dingen die ik lees word beïnvloed.

De andere komt uit Judith Schalansky’s Atlas der abgelegenen inseln.

Das Paradies ist eine Insel
Die Hölle auch

De titel doet vermoeden dat je het als naslagwerk gebruikt zou kunnen hebben. Is dat ook zo?
Zij schrijft over vijftig afgelegen eilanden waar ze nooit is geweest en nooit naartoe zal gaan. Dat vind ik een erg mooi idee wat mijn roman inderdaad verder heeft ontwikkeld. Als je, zoals zij heeft gedaan, op de kaart een eiland boven Japan en naast Siberië ziet liggen heb je naast wat onderzoek alleen maar je verbeelding nodig.

Je bent kritischer geworden als het op schrijven aankomt. Betekent dat ook dat Luchtvissers verschilt in stijl en thema’s?
Ik weet niet of ik mijn eigen stijl goed kan beoordelen, maar door de diverse perspectieven en tijdsvormen is Luchtvissers wel een ingewikkelder boek geworden. In thema’s verschilt het echter niet. Het gaat altijd over een hoofdpersonage die de eenzaamheid opzoekt, van een dorpje [Gewapende man], een bos [Wild] of een eiland [Luchtvissers], en er achterkomt dat hij door bepaalde omstandigheden toch niet in staat is om alleen en eenzaam te leven. Ik haal die thema’s denk ik niet onbewust aan. Ik ben niet iemand die op de tekentafel een situatie creëert of een script uitwerkt. Het gebeurt waarschijnlijk omdat ik het zelf graag wil: ik wil graag alleen zijn. Als ik een boek afgerond heb wil ik er graag tussenuit en is mijn diepste verlangen om de ruigheid en eenzaamheid van bijvoorbeeld Schotland of Noorwegen op te zoeken. Ik hoef ook niet per se alleen te gaan, dan ben ik graag met degenen die mij lief zijn, maar ik hou wel van het alleen-zijn, om te kijken of ik het kan volhouden en wat het met mij doet. Noem het wat je wil, escapisme of een behoefte aan stilte.

vanderwerfoeuvre

De thema’s van Luchtvissers zijn schuld, boete, ontsnappen. Vind je dat zelf ook?
De vraag die eraan vooraf ging luidde: is het mogelijk om een schuld in te lossen? Na het ongeluk vlucht Joshua naar Lundines waar hij alleen denkt te zijn maar zich toch door een handvol anderen omringd ziet. De vraag rijst of hij zijn slechte daad kan inlossen door een goede daad te stellen. Dat kan natuurlijk niet, maar dat wil niet zeggen dat hij voor de rest van zijn leven alleen maar met die schuld zit. Hij kan er wel degelijk nieuwe daden tegenover stellen die hem als mens herdefiniëren. Mijn redacteur noemde het thema wraak. Joshua neemt wraak op zichzelf, maar het benoemen van een thema is voor een schrijver heel ambivalent. Een paar jaar geleden las één van mijn leerlingen Gewapende man voor zijn lijst. Hij werd tijdens het mondeling naar het thema gevraagd en kreeg slechts een zesje. In enigszins verwarde toestand trof ik hem op de gang waar hij mij hetzelfde vroeg. Wat is het thema? Ik wist het niet, ik stond te hakkelen en probeerde een mooi antwoord te verzinnen. Ik dacht: ik kan dat niet benoemen want daarmee doe ik mijn boek geen recht. Ha, ik had misschien de mondeling over mijn eigen boek niet eens gehaald.

Ben je bewust bezig met de thematiek?
Nee, thematiek mag van mij diffuus zijn. Het vloeit voort uit een handeling, uit het verhaal, en wordt sterk bepaald door mijn wereldbeeld en de losse delen die daaruit voortvloeien. In Luchtvissers zitten twee mensen op een rotsplateau van een paar vierkante meter levensgevaarlijk werk te doen, vogels te vangen, zonder echt bij elkaar te komen. Er is toenadering, maar geen echt begrip. Het thema dat zich opdringt is existentiële eenzaamheid, hoewel dat zo universeel is dat het mij op zichzelf weinig zegt. Ik wist in ieder geval dat ik meer de diepte in wilde, dus ik heb de zaken veel radicaler aangepakt. Ik wil niet het soort vriendelijke schrijver blijven dat feel goodboekjes maakt. Trouw-recensent Rob Schouten schreef dat hij soms niet in Luchtvissers mee kon gaan omdat het erg misantropisch is. Ik vraag mij af waarom je daarover zou vallen als je het oeuvre van Hermans gelezen hebt? Nu goed, verder was hij overwegend positief en kennelijk roept Luchtvissers iets op, dus daar ben ik tevreden mee.

Schuld, eenzaamheid, wraak. Hoe kom je aan deze zwaarmoedigheid?
Omgangsvormen en beschaving zijn dunne laagjes glazuur. Ik wantrouw de drijfveren van de mensen. Achter iedere daad vermoed ik een zelfzuchtig motief. De mens is zoals Hermans in zijn beroemde slotregel beschrijft: inwendig vol afbraak en vuilheid. Dat, het diepst van iemands zwarte ziel, wilde ik in Luchtvissers graag blootleggen. Het kan daardoor mensen afschrikken of zelfs afstoten, maar ik heb besloten dat ik tóch die weg in wilde slaan. Ik wil groeien in waar ik mee bezig ben en daar wil ik geen concessies aan doen. Ik geloof echter niet dat Luchtvissers een heel somber verhaal is geworden. Mijn stijl klopt een beetje lucht in het verhaal. Het is een uitdaging om op een lichte, haast luchtige manier over zware zaken en zwarte zielen te vertellen. Tegelijkertijd wil ik mij niet bij dat inktzwarte beeld neerleggen. Joshua probeert in het slot van Luchtvissers het zuivere na te streven en handelt uiteindelijk uit compassie. Zo is het ook mijn taak als leraar om te zoeken naar het goede in jonge mensen en dit in het licht te plaatsen en te voeden. Tegen beter weten in misschien, soms met succes en soms met diepe teleurstelling als gevolg. Als die tegenspraak er niet zou zijn – diep wantrouwen en het vermoeden dat de mens alleen maar slecht is tegenover de hoop iets goeds te kunnen opgraven – zou ik ook niet meer teleurgesteld kunnen worden.

Auteursportret: Tessa Posthuma de Boer
Auteursportret: © Tessa Posthuma de Boer

Je zegt dat je niet van tevoren aan de tekentafel zit. Geen draaiboek dus, maar waar begon Luchtvissers dan wel?
Ik zou geen draaiboek kunnen maken, maar ik zie het decor voor me en denk lang na over wie mijn personages zijn. Vervolgens start ik vaak vanuit een enkele scene. In het geval van Luchtvissers was dat die waarin de dominee voor een lege kerk zijn ongeloof staat te preken. Als ik eenmaal begin met schrijven ontwikkelen de karakters zich vanzelf. Soms gebeurt dat op een andere manier als ik had gewenst, maar het verhaal moet vanuit de omgeving en de drijfveren van de personages een eigen dynamiek krijgen.

De titel Luchtvissers, stond die al vast of kwam die pas later?
Pas later, maar wel voordat het verhaal klaar was. Het komt van de papegaaiduikers die Markus en later Joshua moet vangen. Zo heet het ook echt: luchtvissen. Ik noem het in het boek ook ‘himmelfiske’. Een mooi woord, hoewel ik niet weet of het in het Deens daadwerkelijk zo heet. Hoe dan ook, dat woord bleef bij mij. Al doende kwam ik erachter dat het de kern van de roman goed weergeeft: wij willen dingen bereiken, wij zijn ambitieus, maar scheppen met onze netten voornamelijk lucht en leegte.

Je bent docent muziek. Is er iets wat de muzikant en de schrijver samenbrengt?
Vorm en structuur. Zowel in muziek als met schrijven hoef je niet per se te weten hoe het verder gaat of hoe het zal eindigen, maar je moet wel herkennen wanneer een bepaald motief terug moet keren. Je moet bij beide in balans blijven en daar is een soort ingebouwd vormgevoel voor vereist. Als muzikant en componist ben je daar altijd alert op en voor een schrijver van teksten geldt hetzelfde.

Schrijven: hoe ziet dat er bij jou uit?
Mijn week als docent zit behoorlijk vol omdat ik naast drie lesdagen ook mentor ben, huiswerk mee naar huis neem en lessen voorbereid. Mijn tijd om te schrijven is dus beperkt en dat is frustrerend. Ik voel mij slecht als school of het arrangeren van muziekstukken mij daar vanaf houden. Het onderwijs wil ik niet opgeven, zou ik ook niet kunnen missen, maar tegelijkertijd wil ik meer tijd voor het schrijven inruimen. Ik doe hoe dan ook altijd het een of het ander tekort. Als ik er alles op inzet kan ik twee dagen schrijven. Dat gebeurt op maandagen en vrijdagen vanaf het moment waarop de kinderen naar school gaan tot ze om een uur of drie weer thuis zijn. In die tijd ga ik heel prestatiegericht te werk. Hetzelfde heb ik met sporten, als ik ga fietsen kan ik dat niet voor de aardigheid doen, maar moet ik bijvoorbeeld gemiddeld dertig kilometer per uur fietsen. Schrijven heeft iets competitiefs bij mij, ik ga altijd de strijd met mezelf aan. Als ik aan de slag ga neem ik mij dus voor om die ene scène af te ronden. Die zal er dan ook komen, linksom of rechtsom, goed of niet goed, maar ik zal en ik moet.

Naast de genoemde elementen speelt het geloof en ook het ongeloof een grote rol in Luchtvissers. Kun je dat verklaren?
Ik wist dat ik het geloof aan de orde wilde stellen omdat ik het een interessante kwestie vind. Is geloof houdbaar onder alle omstandigheden? Maar ook: is óngeloof houdbaar in alle omstandigheden? Dat heb ik gebruikt voor Markus, de zeer gelovige luchtvisser, en voor de atheïstische dominee Quast, die beiden aan het twijfelen raken. Wat ik interessant vind is het moment waarop een mens twijfelt en afscheid probeert te nemen van een overtuiging. Ik mag dan ongelovig zijn en dat je recht in de ogen zeggen, maar ik heb geen idee waar wanhoop je toe kan drijven. Ik kan niet garanderen dat ik op mijn overtuiging terugkom als er rampen gebeuren met de mensen die ik liefheb of als ik op mijn sterfbed lig.

Www.gerwinvanderwerf.nl

Gerwin van der Werf – Luchtvissers. Atlas Contact, 256 blz. € 19.95

Lees de eerste negen pagina’s van Luchtvissers door op inkijkexemplaar te klikken.