Recensie: Patrik Ouředník – Het geschikte moment, 1855
Utopia
De Tsjechische schrijver Patrik Ouředník (1957) is vooral bekend van zijn roman Europeana, waarin hij op originele wijze ‘een zeer korte geschiedenis van de twintigste eeuw’ schetst. Met speels gemak legt hij daarin plausibele verbanden tussen bijvoorbeeld de wegwerpluier, de tampon, de betekenis van kauwgum en wereldoorlogen, Holocaust, communisme en kapitalisme. Geestig en onthutsend tegelijk.
In het zojuist vertaalde Het geschikte moment, 1855 analyseert de schrijver de drang van de mens naar absolute vrijheid. Het is 1855 en een schip vol met teleurgestelde Europeanen van zeer uiteenlopende pluimage zet koers naar Brazilië om een betere wereld te stichten. Een kolonie waar de mens werkelijk vrij en in harmonie zal kunnen leven. Er zullen geen regels zijn en alles zal worden gedeeld, inclusief de vrouwen. Een plan dat gedoemd lijkt om te mislukken.
Als inleiding op het dagboek dat het grootste gedeelte van de roman beslaat – een journaal dat opnieuw droogkomisch en wreed tegelijk is – krijgen we een lange brief voorgeschoteld van een der mannelijke passagiers aan een gewezen geliefde. Een vrouw die weliswaar zijn oprechte gevoelens onwaardig is, maar hem desalniettemin met één woord weerloos op de knieën krijgt.
Hij kondigt aan dat hij haar een dagboek zal voorleggen.
Geen navertelling van de werkelijkheid, maar de memoir van een onbekende. […] U zult spoedig begrijpen wat ik bedoel met een onbekende; maar laten we eerst preciseren wat men verstaat onder een memoir, die door de literaire theorie zo dom in het meervoud wordt omgezet, alsof één memoir, geheugen dus, niet genoeg is. […] Madame, ik ben geenszins voornemens me aan de canons van de huidige literatuur te onderwerpen die van auteurs vermakelijke perversiteiten uit hun privéleven eisen.
We spreken over midden negentiende eeuw, maar Ouředník neemt hier in prachtig gevleugelde woorden evenzeer de huidige literaire mode op de hak. Raak en droogkomisch. De schrijver analyseert haarscherp onze wereld. Bij monde van de briefschrijver haalt hij dogma’s onderuit en draagt verschillende alternatieven aan, die stuk voor stuk waarachtig overkomen. Juist in het feit dat ze sluitend lijken, zit hem de kneep. Het leven rammelt nu eenmaal aan alle kanten.
Het onderspit zullen we derven, alle goede bedoelingen ten spijt! Het droeve lot van de wereldverbeteraar. In de eerste pagina’s kun je uitroeptekens blijven zetten. Deze tekst roept vragen op. Heeft de schrijver daar geen punt? Een dergelijke transfer is de essentie van de literatuur. Een zekere close reading is noodzakelijk, maar wat is daar op tegen als je op deze wijze wordt beloond. Ouředník weet het ook wel heel smakelijk te brengen.
Afgoden wisselen van naam zoals u van schoenen wisselt. […] Soms heet hij Volk, dan weer Rede of de Wil van het volk. Afgoden hebben tientallen en honderden namen; de oprechtste ervan luidt: Wat zouden de buren ervan zeggen.
Eerlijk zullen we alles delen, ik een beetje meer dan jij. Al op het schip raken de verschillende nationaliteiten zo nu en dan slaag. Duitsers, Oostenrijkers en Italianen. Ze nemen elk hun gewoontes mee. In die zin kun je in deze roman zelfs een metafoor zien van de onverenigbaarheid van de verschillende culturen in de huidige Europese Unie. Een Tsjech zal anders denken dan pakweg een Nederlander of een Spanjaard. Misschien houden we op ons continent ook wel krampachtig vast aan een utopie.
Eenmaal aangekomen in Brazilië breekt de totale anarchie uit. In het laatste gedeelte pakt de briefschrijver, ja, die is natuurlijk de ‘onbekende’, na vijf maanden het schrijven in zijn dagboek weer op, tot viermaal aan toe, met steeds kleine verschuivingen. Op die wijze wordt de verwarring mooi geïllustreerd. Het doel is zogezegd bereikt, maar de vrije kolonie Fraternitas is mislukt. De vier grootste bezienswaardigheden zijn armoe, nijd, argwaan en alcoholisme.
In het holst van de nacht val ik soms ten prooi aan een krankzinnige droom: dat ooit op een dag de mensen het helemaal zonder woorden kunnen stellen en louter met de blik van hun ogen in eindeloze liefde en genade, in de wederzijdse verstandhouding van vrij wezens, met elkaar zullen praten.
Waarschijnlijk zal het geschikte moment voor totale vrijheid wel nooit komen, maar we mogen natuurlijk wel dromen.
Guus Bauer
Patrik Ouředník – Het geschikte moment, 1855. IJzer, 120 blz. € 14,95.