Column: L.H. Wiener – Kaddish voor een buurt
Kaddish voor een buurt
Onlangs is bij uitgeverij Reservaat verschenen Kaddish voor een buurt. Kaddish is een joods woord voor een plechtig gebed ter nagedachtenis van een overledene.
De titel Kaddish voor een buurt refereert aan een lang geleden door de schrijver Heere Heeresma aangekondigd boek, waarnaar via de flaptekst van het nu verschenen werkje als volgt wordt verwezen:
Eind jaren vijftig kondigde Heere Heeresma (1932-2011) het boek Kaddish voor een buurt aan, waarin hij zijn jeugdherinneringen aan Amsterdam-Zuid in de jaren ’39-’46 onder woorden wilde brengen. De jaren van ‘het grote verdriet’.(…) Het boek groeide uit tot een mythe. Maar nu is het er dan toch. Brieven, foto’s, ‘monologen’ van Heeresma, verteld aan Anton de Goede van de VPRO radio: op locatie in het oorlogsdecor.
Maar de in dit boekje opgenomen brieven en foto’s hebben helemaal niets te maken met het smartelijke verlies van joodse vriendjes, vriendinnen en hun ouders, zoals op het achterplat van het boekje wordt beweerd. Ze vormen een over bijna 60 pagina’s (de helft van de totale omvang) uitgesmeerde ‘hilarische’ correspondentie met VPRO-radioman Anton de Goede over de te volgen procedure en de honorering van enkele stadswandelingen ‘op locatie in het oorlogsdecor’.
Oorlogsdecor?
Hier wordt gesproken over het Amsterdam-Zuid uit het jaar 2001.
In 2005 verscheen van Heere Heeresma Een jongen uit plan Zuid, jeugdherinneringen in twee deeltjes, waarbij deel 1 de jaren ’38-’43 bestrijkt en deel 2 de jaren ’43-’46. De titel Kaddish voor een buurt zou voor die twee boekjes geheel op zijn plaats zijn geweest, aangezien de inhoud de ‘jaren van verdriet’ substantieel dekt.
Maar waar zijn Monne, Roza, Rozèlla Raskower, Kiki Epstrom en Judith gebleven, om een paar van de joodse kameraadjes (m/v) van de kleine Heere te noemen, zoals zij voorkomen in Een jongen uit plan Zuid en naar wie de titel Kaddish voor een buurt van deze uitgave zou moeten verwijzen?
En wat de foto’s betreft: op pagina 16 staan De Goede en Heeresma afgebeeld tijdens een interview in boekhandel Athenaeum aan het Spui, in het jaar 2000, maar wat draagt die foto bij aan de inhoud van dit boekje? En op pagina 23 is een aan De Goede verzonden prentbriefkaart afgedrukt, met aan de ene kant de beeltenis van een jubilerende paus, eveneens in het jaar 2000, vriendelijk wuivend voor vier Romeinse achtergrond locaties tegelijkertijd, te weten de Sint Pieter, het Colosseum, het Forum Romanum en het suikertaartpaleis van Victor Emmanuel, en aan de ommezijde de getypte tekst:
Ook de paus dankt u, zoals u ziet, recht hartelijk voor het toezenden van 2 boeken van ds. F. Breukelmans. Bladerde al door een interview. Had iets knus. Ook wat bim bam beieren, zoals het hoort. Heere Heeresma 1.6.’01.
Twee boeken van dominee Breukelmans, tja, recht toepasselijk, voor een verhandeling over joods leed. Op pagina 36 opnieuw een prentbriefkaart, ditmaal van de Pieter Lastmankade, genomen in de jaren dertig, bijna tien jaar voor het uitbreken van de oorlog. Dan op pagina 60 een foto van het gelukkige gezin Heeresma, eveneens uit de jaren dertig, met de vereerde en ‘boomhoge’ vader en de smetteloos vrome moeder. En als apotheose op pagina 102 een van achteren genomen foto van vier Duitse militairen, rustig wegwandelend in de vredige sneeuw op het Valeriusplein.
Waarom heeft Heeresma zijn in 2005 gepubliceerde herinneringen deze titel niet meegegeven? Heeresma’s neef Maarten van der Zwan, die in de laatste levensjaren van Heeresma nauw contact met hem had, denkt het antwoord te weten: ‘Hij vond de uitdrukkingswijze “Kaddish voor…” inmiddels te vaak gebruikt.’ Dat er nu voor is gekozen dit boek toch de legendarische titel Kaddish voor een buurt te geven is om de geschiedenis recht te doen en deze lang geleden aangekondigde titel alsnog aan Heeresma toe te kennen.
Dus in 2005 wijst Heeresma een titel voor zijn oorlogsherinneringen af, die hem acht jaar later alsnog wordt ‘toekgekend’ voor een briefwisseling met Anton de Goede en een aantal gesproken monologen, zoals die in december 2003 al door de VPRO-radio werden uitgezonden.
De joodse kinderen Eli en Lonneke worden nog wel genoemd, al heet Lonneke in Kaddish voor een buurt Lonneke Finkelstein, die via de Hollandsche Schouwburg wordt gedeporteerd, terwijl zij in Een jongen uit plan Zuid Lonneke Fajgenbaum wordt genoemd, die de Amstel in liep om te verdrinken. Vreemde ongelijkheden voor een man die zijn geheugen vergelijkt met ‘een stalen pot’.
Alles in dit boekje wordt ondergeschikt gemaakt aan de ergerlijke ijdelheid van stadsgids Heeresma, wiens voornaamste belangstelling lijkt uit te gaan naar de Hervormde kerk, waarin hij ooit als eerste kind gedoopt is en het Van Heutsz-monument, dat hij een sieraad voor de stad noemt en waarop hij vroeger zo uitgelaten heeft kunnen spelen.
Kaddish voor een buurt is in deze vorm een volkomen overbodige uitgave, een door commercie ingegeven belediging aangaande het joodse verdriet en zo ongeveer het tegenovergestelde van wat het zou behoren te zijn: een ontroerende hommage aan een leeggehaalde stad.
L.H. Wiener
Voor reacties zie mijn Facebookpagina.
Voor mensen die geen Facebook hebben:
Anton de Goede heeft een link gedeeld.
10 uur geleden in de buurt van Amsterdam
Niet iedereen waardeert uitgave van \’Kaddish voor een buurt\’ van Heere Heeresma. Wat te denken van de kritiek van L. H. Wiener?
Chrétien Breukers Ik vind de slotalinea van de bespreking nogal apart.
Anton de Goede Je bedoelt Wieners uitspraak dat de uitgave door commercie zou zijn ingegeven? Dat is hoedanook niet waar: uitgeverij Reservaat bood mij in een vroeg stadium \’royalties\’, die ik afsloeg. En uitgever Nico Keuning heeft dit project bij mijn weten slechts kosten gebracht en geen baten. Hoe enthousiast de Volkskrant, TROS Nieuwsshow en Het Parool ook reageerden.
Chrétien Breukers Ja, dat, en die opmerking over die belediging.
Koert Jester \”een door commercie ingegeven belediging aangaande het joodse verdriet…\” oei.
Anton de Goede Ter verdediging van de titel zij nog opgemerkt dat in 2003, toen de \’Monologen uit het bijna toen\’ op de radio te horen waren, in een begeleidend artikel in de VPRO-gids stond:\” \’Kaddish voor een buurt\’ verschijnt nu alsnog, in de vorm van vier radio-uitzendingen.\”. Heere Heeresma heeft hier destijds volledig mee ingestemd.
Chrétien Breukers ‘de ergerlijke ijdelheid van stadsgids Heeresma’…
Guus Bauer Zou ook best iets ter verdediging willen aanvoeren, maar daarvoor moet je het boekwerk wel hebben. Veel beloven, weinig geven, doet de gek in vreugde leven. Denk overigens niet dat het een commerciële aangelegenheid is. Van het geld dat deze inktslaaf in het verleden in titeltjes heeft gestoken, kun je een redelijk buitenhuis kopen. Voor de rest blijf ik vooralsnog blanco aangaande K voor een buurt.
Agur Sevink Gooi een steen in een vijver en er ontstaan kringen. Trek het je niet teveel aan, Anton….
Els Kloek Je hebt een plan, je gelooft erin, je doet je best, je zet alles op alles om het voor elkaar te krijgen, het lukt ook nog… en dan is er iemand die even opschrijft dat het allemaal overbodig was/is. Is het misschien kinnesinne? Niks van aantrekken!!!
Hein Aalders Het lijkt erop dat Wiener veel van Heeresma\’s ijdelheid teruglas in de nu opschrift gestelde \’Monologen uit het bijna toen\’. Dat kan, maar zijn depreciatie van het boekje staat zelf weer vol fouten; fouten die hij Heeresma verwijt. Hij vraagt zich af waar Monne, Roza, Rozèlla Raskower, Kiki Epstrom en Judith uit \’Een jongen uit Plan Zuid\’ zijn gebleven. Maar W. moet later toch vermelden dat HH stilstaat bij Lonneke Sternheim (in werkelijkheid Feigenbaum) en zijn vriendje Eli(as de Haan). Ik wijs W. er nog op dat HH ook nog geruime tijd stilstaat bij de familie Kok in de Olympiastraat en bij Johan Hiegentlich, die bij de familie H. zat ondergedoken (p. 107-109) – in de transcriptie jammer genoeg verbasterd tot Johan Lebentlich. Dat HH in zijn romans de werkelijke namen veranderd heeft is zijn goed recht. De soldaten op het Valeriusplein lopen niet in de sneeuw maar in het zomerse zonlicht. Vijf van de zes gebruikte afbeeldingen hebben betrekking op het onderwerp en de zesde illustreert de langdurige briefwisseling die De Goede met HH heeft gevoerd (zie de zeer lezenswaardige uitgave \’Vlieg vogel, vlieg met me mee tralala\’, waar De Goede te bescheiden is om die te vermelden). \’Kaddish voor een buurt\’ is geen door commerciële redenen ingegeven uitgave (dat is een infaam verwijt) maar een literair-historische: het is de onderlegger van \’Een jongen uit Plan-Zuid\’. Dankzij deze gesprekken vloog de spreekwoordelijke stop van de fles en kon HH eindelijk zijn 2-delige herinneringen aan zijn jeugd in oorlogstijd opschrijven. De keuze van de titel is gedurfd, maar gezien de verantwoording door De Goede volstrekt integer en voor iedereen die de geschiedenis van dit spookboek kent begrijpelijk.
Hein Aalders Vreemd, de bezwaren van Wiener richten zich tegen de auteur/samensteller van genoemd boekje, Anton de Goede. De enige zijdelings opgemerkte bezwaren jegens HH (sr.) zijn diens ijdelheid (opnieuw in dit boekje tentoongespreid) en diens gebrekkige geheugen. Wat de ijdelheid van LHW zelf betreft: onder zijn kritiek zien we hem, gelijk Hemingway, met een geweer in de aanslag.