Recensie: Auke van Stralen – Tankstelle
Heeft deze thriller marketingstrucs nodig?
Karrenvrachten met typoscripten krijgen uitgeverijen ongevraagd door de brievenbus gedrukt. Dromers te over die een nogal romantisch idee hebben van het schrijversbestaan. Hoogst zelden zit daar iets bruikbaars bij. Ene Auke van Stralen (1968) zond een thrillerachtige tekst naar uitgeverij Nieuw Amsterdam en werd uit de berg niemendalletjes gepikt. Wat wil je, ‘true crime’ verkoopt.
Zijn met veel marketingtechnische bombarie gepresenteerde roman Tankstelle vertelt het verhaal van ene Douwe, een Nederlander met een Duitse moeder, die aan het begin van het digitale tijdperk in Karlsruhe wiskunde studeert. Als bijbaan werkt hij, al tegels tellend en formules loslatend op van alles en nog wat, bij de mannentoiletten van een benzinestation, zo’n typische Duitse Raststätte waar Sprit kan worden ingeslagen voor mens en machine. Maar niet alleen met benzine, bier, brood en worst worden de centen verdiend. De Tankstelle blijkt een dekmantel voor een schimmige koeriersdienst. In auto’s van de businessklasse worden zeepjes c.q spiegeltjes vervoerd. De gangbare onderwereldnaam voor plakken hasj.
Douwe zit in een voetbalteam met twee van zijn toiletcollega’s: Toni en Mehmet. Op een gegeven moment verschijnt Toni met een dure sportwagen op het werk, een luxe horloge aan zijn pols. Douwe en Mehmet kunnen de verlokkingen van het snelle geld niet weerstaan en beginnen ook ritjes te maken voor het ‘bedrijf’ VOWA. De grote jongens achter deze handel hebben zich schuilnamen aangemeten: Herr Volt, Ohm, Watt en Ampère.
Er volgt een tijd van snelle ritten, luxe hotels en koffers vol met geld. Douwe is ietwat naïef en verwart zakendoen met vriendschap. Ja, ze beleven de gebruikelijke zuip- en schranspartijen. Er is veel niet te verantwoorden cash en dus worden er vakantietjes gepland en rijden de limo’s af en aan. Toni, Mehmet en Douwe vormen als het ware een team binnen een team. Ze zitten in Toni’s huis en drinken na een voetbalwedstrijd een paar potten bier. Toni draagt een heel dure wollen merktrui. Mehmet gooit een flesje om
Toni: ‘Hé Mehmet, jij hebt gewoon Duitsland gemaakt. Dat is het toppunt van integratie, jij maakt met Duits bier het land Duitsland. Wat ben je toch een kanjer.’ Mehmet haalde zijn schouders op en gooide een grijze lap over het land. ‘Zo dan ruim ik Duitsland nu op en wring de boel uit. Oké?’ Toni zei: ‘Wat zouden we zonder Turken zijn.’ Mehmet gooide de natte lap naar Toni en riep: ‘Stom schaap, je boft dat het geen slachtfeest is.’
Jongens van de gestampte pot, zo lijkt het. Maar in de onderwereld komt echte vriendschap net zo vaak voor als goede manuscripten in des uitgevers postbus. Alles draait uiteraard om geld en macht. Er volgen vele zeer prettig leesbare en-toen-en-toen-hoofdstukken over de min of meer zware misdaad van de drugssmokkel. Er worden pillen geslikt als smarties en er zijn de nodige damesperikelen. Het boek leest zogezegd lekker weg.
Als alles gemakkelijk gaat, wordt men over het algemeen wat losjes, roekelozer. De ambities en daarmee de grenzen worden verlegd. Om een echte thriller te zijn ontbreekt een verrassende wending. Het plot is een beetje mager. Alles blijkt anders te zijn dan het, ook voor de ‘werknemers’ van VOWA, aan de buitenkant lijkt. Tsja, dat kan de amateur-misdaadvorser ook nog wel bedenken. Het slot doet denken aan dat van de film Wall Street met Charlie Sheen in de hoofdrol: de brave jongen die uiteindelijk tot inkeer komt. Uw recensent heeft als effectenmakelaar vrijwel dezelfde weg bewandeld als Sheen (in de film Wall Street dan) en weet dat deze apotheose eigenlijk niet voorkomt. In elk geval niet zonder ernstige gevolgen.
Gelukkigerwijs krijgen de lezers het persbericht niet onder ogen dat bij het presentexemplaar is gevoegd en waarop ‘getuigenissen’ staan van personages uit het boek. Denkt u aan de testimonials bij televerkoopprogramma’s. Dit alles om het verhaal een zeker waarheidsgehalte te geven, ‘true crime’ en zo. Het bewerkstelligt uitsluitend het tegendeel.
Uw recensent, ooit een frequente maar onopvallende bezoeker van barretje Hilton, is geheel en al bij toeval op de hoogte van de ware toedracht rond dit boek, maar hij werkt volgaarne mee aan het mysterie. (Hij wijst de uitgeverij graag op de slechte staat van het gezinskarretje, eerder een in-zak-en-as-model dan een luxe zakenauto.)
Tankstelle heeft geen marketingtrucs nodig, het is eerder een met een zekere humor geschreven opgroeiroman over vriendschap dan een heuse thriller. En dat, heren smokkelaars, is een compliment.
Een ding is zeker, als ondergetekende ooit bij de toiletten zal (moeten) gaan werken, dan neemt hij een bordje van Douwe bij het geldschoteltje beslist over.
Klein geschapen 20 eurocent
Groot geschapen 2 euro
Guus Bauer
Auke van Stralen – Tankstelle. Nieuw Amsterdam, Amsterdam. 288 blz. € 18,95.