Memoires

Een van de meest aangrijpende gebeurtenissen uit mijn jeugd was de middag dat mijn zusje kwijt was, in het Zwarte Woud, op de voet gevolgd door de dag dat ikzelf kwijt was (een gedeelde tweede plaats met de dag dat ik voor het eerst een dwerg zag (‘de kleine mens’)). Ik was kwijt in Düsseldorf. Als ik de naam Düsseldorf hoor, hoor ik mijn vader mijn naam door een drukke straat scanderen, misschien zelfs de Königsallee, en dan zak ik weer door de grond, ook al wilde ik worden teruggevonden. Toen mijn zusje weer was teruggevonden vloekte mijn vader, dominee van beroep, het kwam uit de grond van zijn hart. Misschien de enige keer in zijn leven, althans in het bijzijn van zijn kinderen. Toen men mij terugvond vloekte hij niet, maar kwaad was hij wel herinner ik me. Opluchting vertaalt zich soms naar vrolijkheid en soms naar woede; het ene kan op het andere volgen, in willekeurige volgorde. Voor de volledigheid, mijn oudere broer is nooit kwijtgeraakt.

Ook denk ik bij Düsseldorf aan de dichter Heinrich Heine (1797-1856), een naam die mijn vader met eerbied uitsprak en als ik me niet vergis hebben we in Düsseldorf naar sporen van Heine gezocht. Ergens eind jaren negentig las ik de roman Blauwe maandagen (1994) van Arnon Grunberg, waarin het personage met dezelfde naam zegt dat hij gek werd van zijn ouders die met de jonge Heine dweepten. In het nawoord bij Duitsland, een wintersprookje en andere gedichten omschrijft Grunberg deze sensatie als schaamte. Ik heb me nooit hoeven schamen voor Heine want mijn vader dweepte alleen op de kansel – ik schaamde me eerder voor God en Jezus, ook dichters in zekere zin – en zonder toga dweepte hij zwijgend, ook als het om aardse goden ging.

Heine had ik nooit werkelijk gelezen, misschien omdat ik niet herinnerd wilde worden aan de dag dat de lettergrepen van mijn naam door de straten van Düsseldorf galmden, maar afgelopen Kerst kreeg ik een witte boekcassette cadeau met daarin tot op heden onvertaalde memoires van Heine en een boekje met wat gedichten, een cd met op muziek gezette liederen en cd’s met de stem van… Arnon Grunberg, die de memoires heeft ingesproken. Deze uitgave moet overigens niet worden verward met Uit de memoires van den heer Von Schnabelewopski, een boekje van Heine dat eveneens onlangs is verschenen. Het lezen van de memoires was alsof een vriend tegen me sprak, en ik begreep dat ook mijn tijd was gekomen om te gaan dwepen met Heine, wiens proza zo bijzonder is dat je snel de schaamte voorbij bent. Als ik ooit mijn eigen memoires op papier zet – niet uit ijdelheid, ter lering en vermaak – dan zouden ze net zo kort worden en net zo moeten klinken. De titel heb ik al: Menselijke resten. Alternatief: Mijn wieg stond naast de begraafplaats.

Maar terwijl ik de rest van mijn leven leef zal mijn gedweep, afgezien van deze kleine geschreven lofzang, zwijgend blijven, dus precies zoals mijn vader het mij leerde, en als het me niet lukt mijn spreken te onderdrukken, dan zal ik het op een zingen zetten – in een ver verleden heb ik in een kerkkoor de sterren van de hemel gezongen. Mocht de drang tot lyrische en hoogstpersoonlijke ontboezemingen mij in het openbaar overvallen, bijvoorbeeld tijdens een van mijn wandelingen, dan zal het handjevol passanten niet weten waar die zuivere tenorstem vandaan komt, want ik wandel snel, en pas als de maan is verschenen.

Johannes van der Sluis

Heinrich Heine – De memoires van Heinrich Heine. Vertaald uit het Duits door Ria van Hengel, i Piccoli Holandesi (2013), twee boekjes met de memoires en gedichten, vertaald uit het Duits door diverse vertalers, resp. 72 en 78 pagina’s, en drie cd’s, waarvan twee met de memoires voorgelezen door Arnon Grunberg, en een met de op muziek gezette gedichten, gezongen door Marc Pantus onder begeleiding van Rudolf Jansen op piano.