Feuilleton: De Jobsiade – Zesde hoofdstuk
Zesde hoofdstuk
Daden en meningen van Hieronimus in zijn jongensjaren, en hoe hij naar school ging.
- Van Hieronimus’ vroegste levensjaren
Zal ik u de details besparen,
Omdat zijn loopbaan tot op dit moment
Nog te weinig toppen en dalen kent.
- Ik kan u dus over zijn heldendaden
Slechts weinig opzienbarends verraden,
Behalve dat het grootste deel van zijn tijd
Aan eten en drinken was gewijd.
- Maar één talent zal ik niet verhelen:
Hij hield ervan om met meisjes te spelen,
Al bleek hij evenzeer een kei
In domme streken en plagerij.
- Ook leerde hij, naar ik u kan melden,
Moeiteloos vloeken, liegen en schelden,
En heeft hij in de buurt allicht
Veel andere kinderen zeer gesticht.
- Ook het snoepen viel onder zijn talenten,
Met name van nootjes, rozijnen en krenten,
En gaf men hem geld, kocht hij meteen
De allerlekkerste heerlijkheên.
- Hij had niets op met zijn broers en zussen
En liet zijn vader de ruzies sussen,
Zijn moeder was goedig en tengevolge van dien
Geneigd zijn geplaag door de vingers te zien.
- Ook was hij veel groter dan andere kinderen,
In hardlopen waren zij allen zijn minderen;
Zijn kracht was waarachtig eersterangs
En wie hem ergerde kreeg er van langs.
- Doordat hij zo sterk was van lijf en leden
Verrichtte hij thuis ook veel werkzaamheden
Waaronder het voederen van het vee,
Iets wat hij zonder mopperen dee.
- Ook gaf hij soms water aan de paarden
En bewees in het halen van bier zijn waarde,
Of liep naar het ganzen- of kippenhok vlug
En kwam met een kakelvers ei terug.
- Was ook verder een domme, aardige jongen,
Had bovendien een krachtig stel longen,
En klom op de sofa en stak voor de grap
Een preek af, dat vonden zijn ouders knap.
- Want zij voelden een innig welbehagen
Toen ze zijn vele talenten zagen.
‘Dat kind,’ zo zeiden ze, ‘is me daar echt
Voor dominee in de wieg gelegd!’
- Vooral zijn moeder, die goed had onthouden
Wat mevrouw Snater haar voor had gehouden
(Naast wat ze nog verder gehoord had toen)
Wist van blijdschap gewoon niet wat te doen.
- Want alles leek ertoe bij te dragen
De zaak van nature te laten slagen
En in haar ogen (zo dacht ze verblijd)
Was de dominee al haast een feit.
- En bijgevolg werd daarom de jongen
tot het volgen van onderwijs gedwongen,
Al deed men hem daarmee weinig plezier
Want hij was meer een spelletjesdier.
- Van boeken wilde hij eerst niets weten,
(Die werden meteen op de grond gesmeten)
En bij het ABC voelde hij dan
Het kraken van zijn hersenpan.
- Maar om hem die kennis bij te brengen
Hanteerde zijn meester (een hele strenge!)
Met gretigheid de stok en het riet,
Wat Jobje geen andere keuze liet,
- Wanneer hij geen zin had om iets te leren,
Dan zich hardhandig te laten corrigeren,
Ja, die leermeester van Hieronimus
Was een uitmuntend didacticus
- Die op die manier een succes wist te maken
Van deze en andere Herculestaken,
En het duurde nog geen elf jaar, of zie:
Reeds had Jobsje het spellen onder de knie.
- Maar of hij even zo snel leerde lezen
Is tot op de dag van vandaag onbewezen;
Ik moet u bekennen dat ik niet weet
Hoe oud hij werd, voor hij dát deed.
- Enfin, hoe lang het ook had moeten duren,
Men kon hem nu naar het gymnasium sturen
(Een schooltype dat geschikt heet te zijn
Voor het leren van Grieks en vooral Latijn.)
- Hoe het Hieronimus daarbij vergaan is
En wat zijn verdere levensloopbaan is
Is voor de lezer vooralsnog de vraag,
Daarom nu het volgende hoofdstuk graag!