De bekende columnist Hugo Brandt Corstius is overleden. Dat is vandaag bekend gemaakt door de familie. Brandt Corstius, van oorsprong wiskundige, publiceerde onder een reeks aan pseudoniemen, waarvan Piet Grijs, Battus, Raoul Chapkis en Victor Baarn enkele bekende zijn. Onder de naam Battus schreef hij de Opperlandse taal- en letterkunde.

opperlandse taal en letterkundeIn 1984 werd aan Brandt Corstius de P.C. Hooftprijs toegekend, maar minister Elco Brinkman weigerde die destijds uit te reiken omdat hij ‘het kwetsen tot instrument had verheven’. Voor de Volkskrant schreef Brandt Corstius jarenlang een korte actuele column op de voorpagina onder het pseudoniem Stoker, een column waarin hij bijvoorbeeld Onno Ruding vergeleek met Adolf Eichmann. Naar aanleiding van de rel rond de uitreiking werden de statuten van de P.C. Hooftprijs. Toen de prijs niet langer een staatsprijs was ontving Brandt Corstius de prijs alsnog. Daarna heeft hij nooit meer een prijs ontvangen. In zijn dankwoord schreef hij:

Goebbels is dood, maar zijn geest is springlevend. Die geest verblijft in de lichamen van Lubbers, Ruding en Brinkman.

Brandt Corstius wakkerde vaker relletjes aan. Zo had hij, als Piet Grijs, ruzie met medecolumnist bij Vrij Nederland Renate Rubinstein die hij beschuldigde van ‘neo-antisemitische schunnigheid’, vocht hij een strijd uit met Willem Frederik Hermans en zorgde hij er op onheuse manier voor dat het werk van wetenschapper Wouter Buikhuisen onmogelijk werd gemaakt. In het boek Malle Hugo stipte Hermans de kwestie nog eens aan:

Ik versta dus onder ‘malle Hugo’ al lang niet meer de pseudo-progressieve schreeuwlelijk, de Kleine Roerganger van de Informatica, de hysterische bijstandsvader die indertijd met leugens, beledigingen en stommiteiten de hoogleraar Buikhuisen geheel ten onrechte nagenoeg het graf in schreef door hem voor nazi uit te maken.

de tijd piet grijsIn 1984 kwam het weekblad De Tijd nog uit met een cover ‘Hoe gevaarlijk is de gek Piet Grijs?’ Het blad werd door Grijs consequent De Stank genoemd. In het artikel werden alle aanvallen van Grijs, Stoker etc. nog eens opgesomd. Hoofdredacteur Arie Kuiper die het artikel schreef vroeg ook een reactie aan uitgever Theo Sontrop:

Bent u bereid tot een gesprek?

‘Nee.’

Waarom niet?

Ik heb een grote afkeer van psychoten. Ja, ik vind hem een psychoot. Een begááfde psychoot, maar een psychoot.’

Als Stoker kon hij ook positief schrijven over mensen. Zo schreef hij in 1984 over de geboorte van een ster, een vrouw die hij op de Uitmarkt had zien optreden. Dat was Brigitte Kaandorp.

Het hoogtepunt van de roem van Brandt Corstius, en zijn macht om mensen te maken en te breken, lag in de jaren tachtig. In de jaren negentig raakte zijn rol een beetje uitgespeeld. Er verschenen nog wel boeken van zijn hand, maar dat waren variaties op hetzelfde Opperlandse thema. Het oorspronkelijke boek staat inmiddels op DBNL.

Hugo Brandt Corstius is vader van columniste Aaf Brandt Corstius en van journalist Jelle Brandt Corstius. Volgende week begint juist de Boekenweek, waarvoor Jelle Brandt Corstius het Boekenweekessay schreef. Over zijn vader zei hij in een interview met Trouw:

Mijn vader heeft mij nooit enige aanwijzing gegeven. Ik had het best fijn gevonden als hij dat wel had gedaan, maar hij was er nou eenmaal niet voor in de wieg gelegd om kinderen op te voeden. Het was de bedoeling dat mijn moeder dat zou doen, maar die overleed heel jong, zo is het nu eenmaal.

De lust tot reizen was door hem wel aangewakkerd zei Jelle Brandt Corstius in hetzelfde interview. Op Twitter stond vandaag een palindroom als saluut aan zijn vader: