Recensie: Heere Heeresma – Kaddish voor een buurt
Wars van autobiografisch geliteratureluur
Heere Heeresma (1932 – 2011) maakte in de jaren zestig en zeventig furore met romans en verhalenbundels in klare taal. ‘Geen gelul, gebak van Krul.’ Wie kent er niet de klassiekers Een dagje naar het strand (1962), Zwaarmoedige verhalen voor bij de centrale verwarming (1973) of Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp (1972). Over het leven, streven en sneven van een gewone Hollandse jongen, zeg maar. Ondanks het feit dat hij met een zekere regelmaat bleef publiceren kwam er na verloop van tijd een weinig de klad in.
In 2003 liep radiocoryfee Anton de Goede een tweetal keren met de schrijver op in Amsterdam-Zuid, de buurt waar Heeresma opgroeide in de, naar het laat aanzien, voor hem allesbepalende periode van de Tweede Wereldoorlog. Hetgeen resulteerde in een radiovierluik getiteld Monologen uit het bijna toen dat in december van datzelfde jaar door de VPRO werd uitgezonden. Een met correspondentie aangevulde transcriptie van deze ‘gesprekken’ is nu verschenen onder de titel Kaddish voor een buurt.
Eind jaren vijftig had Heeresma, zoon van een theoloog met een voorliefde voor de Joodse cultuur, deze titel al aangekondigd. Het boek der boeken, de oorlogsherinneringen die de basis hadden gevormd van een schrijverschap. In de loop der tijd groeide het boek uit tot een mythe. Het zou al decennia klaar zijn en ergens in een kluis in Parijs op het opdrogen van de pen of het verscheiden van de auteur liggen te wachten.
Tijdens de wandelingen in 2003 door Amsterdam-Zuid liet Heeresma doorschemeren dat hij bezig was om zijn herinneringen aan de buurt ook op te schrijven. In 2005 verscheen inderdaad in twee delen Een jongen in Plan Zuid 1938-1946. Publicaties die Heeresma opnieuw succes brachten. Waarom gebruikte de schrijver de reeds lang aangekondigde titel niet? Was er toch nog een manuscript in Parijs of vond hij dat het de lading niet meer dekte?
Er zijn stemmen opgegaan dat het voor een goj niet gepast is om een van de meest heilige joodse gebeden te gebruiken als klaagzang voor een buurt. We leven niet in een dictatuur en dus is de taal van iedereen.
Het is een misverstand dat de Kaddesj een gebed voor de doden is. Het is eerder het aanroepen van de God in een veelvoud aan hoedanigheden. Er zijn verschillende vormen van Kaddesj die reguliere onderdelen vormen van de dienst in de synagoge. Ja, er is ook een gebed voor de rouwenden dat na de dood van een geliefde een tijd lang naar boven wordt gezonden. Maar dit alles terzijde.
Het nu voorliggende boekwerk is interessant als aanvulling op Een jongen in Plan Zuid 1938 -1946. Het heeft dezelfde associatieve meanderende stijl. Misschien zijn de radiogesprekken wel het laatste duwtje geweest voor Heeresma om eindelijk zijn herinnering aan te spreken. Wie zal het zeggen? De Goede niet, hij laat zich nergens op voorstaan in dit boekwerk. Zijn naam staat zelfs niet op het voorplat.
In de oorlogsjaren was Amsterdam-Zuid een nieuwbouwwijk met veel Joodse gezinnen die ingeluid werd met roffelende spijkerlaarzen en de galm van soldatensamenzang. Heeresma typeert zichzelf daarin treffend als een jongetje die ‘aanwezig, niet aanwezig’ was.
Om zich terugkijkend de kleinste, vreemdste en verschrikkelijkste details voor ogen te kunnen halen, van de vooroorlogse dreiging en het wegvoeren van velen uit zijn omgeving.
Dat hij daarbij naar verluidt naamtechnisch onzorgvuldig is geweest, valt de auteur na al die tijd maar nauwelijks te verwijten. De herinnering is een expert in vermommingen. De correspondentie tussen radiomaker en de ietwat nurkse schrijver is verfrissend. Perikelen van alle tijd over geld, uitgevers en de te volgen koers van de ‘interviews’.
Wie men inmiddels niet hoort zijn de vrije vogels die voor een groot deel voor de programmering tekenen. Hun honoraria zijn schandalig en worden bovendien uitgehold door de inflatie waarin Nederland koploper is en waarvoor ze geen compensatie krijgen. Ach, al die mooie, diep democratische principes waar dit land zo vol van is, gaan voorbij aan creatieve personen die alleen op grond van een absolute onafhankelijkheid scheppende wezens kunnen zijn. Voor hen is geen ruimte meer en ze zijn dan ook bijkans verdwenen. En ten slotte, voorbij. Misschien dat men later in een boek nog eens over ze kan lezen.
Zo is het, nog steeds! Anton de Goede reageert spitsvondig, maar met een zekere gepaste eerbied. Is er aan hem een schrijver verloren gegaan? Het sterke morele besef van de heer De Goede (nomen est omen) kennende, heeft hij aan zijn teksten niet gesleuteld. Heeresma, altijd wars geweest van autobiografisch geliteratureluur, geeft zich op zijn ouwe dag melancholisch bloot, met een Joodse humor, zou je bijna zeggen. Het was ook niet niks. Vader Heeresma overleed midden in de oorlog en liet moeder achter met drie jonge kinderen en twee Joodse onderduikers. De dood zat in die tijd zogezegd mee aan tafel.
Jongetjes van twaalf – het is uw recensent ook overkomen, drie decennia later in Plan Zuid – werden dan geacht de vader van het gezin te spelen, de man in huis. Een behoorlijk verwarrende positie op die leeftijd en in die tijdsgewrichten.
De stem van Heeresma komt weer voor even tot leven. In Kaddish voor een buurt is hij opmerkelijk open, al legt hij over alles een zekere laconieke sluier, ook over de ontroering, de angst, het verdriet. Hij vertelt bijvoorbeeld over een hypernerveuze onderduiker die ondanks verschrikkelijke martelingen niet is doorgeslagen en zo het gezin Heeresma redde. Anders waren ze opgehaald en afgevoerd. ‘Dan ging je naar Neuengamme of zo, dat soort speelterreinen.’ reageert hij stoer. Maar je proeft erin de man met de grote mond en het kleine hartje.
Voor criticasters op titel of inhoud heeft Heeresma zelf het beste antwoord. Ze staan bij het in de steigers staande monument voor Van Heutsz nabij het Amsterdams Lyceum.
Als ze onze Van Heutsz er maar weer op zetten. Natuurlijk heeft-ie brokken gemaakt. Maar je moet alles zien in het licht van zijn tijd. Maar dat schijnt men te vergeten.
Guus Bauer
Heere Heeresma – Kaddish voor een buurt. Reservaat, Heiloo. € 17,50.