Feuilleton: De Jobsiade – Achtentwintigste hoofdstuk
Achtentwintigste hoofdstuk
Hoe Hieronimus auteur werd en hoe hij een nieuw ABC-boek uitgaf en hoe daarom de boeren een zware aanklacht tegen hem indienden.
- Nauwelijks als onderwijzer aangetreden
Constateerde Hieronimus al met lede
Ogen dat het gebruikte ABC-
Boek voor kinderen niet voldee.
- Want daar de leerstof werd aangeboden
Volgens de Ballhornsche methode,1
Nam Hieronimus hier en daar
Een aantal grove fouten waar.
- Hij besloot tot een ingrijpende revisie
Die leidde tot een geheel herziene editie,
Die hij dan ook korte tijd nadien
Als volgt getiteld het licht deed zien:
- Nieuw ABC-boek, gerevideerde
En met allerlei uitbreidingen vermeerde
Uitgave / van Hieronimus
Jobs, Theologiae Candidatus.
- Het was met dit boekje wel even wennen
Want de alfabetletters, zoals we die kennen,
Had hij uitgebreid met de ft,
Alsmede met de sch en de st.
- Terwijl de haan (die achterin afgebeeld was)
Door hem in ernstige mate misdeeld was,
Want de sporen bleken zoek
In dit gloednieuwe ABC-boek.
- Dat heeft hem toch niet kunnen verhinderen
(tot lering en vermaak van de kinderen)
Die ontspoorde haan nog bovendien
Van een nest en een ei te voorzien.
- Het boek had zijn nut nog niet bewezen,
Of de boeren begonnen het kritisch te lezen
En kregen zo prima gelegenheid
Tot een uiterst verbitterde strijd.
- Want het boek wekte bij geen van allen
Ook maar het geringste welgevallen,
En ze beschouwden met elkaar
Die nieuwigheid als een groot gevaar.
- Zelfs de verstandigsten onder die heren
Konden niet anders dan concluderen
Dat de auteur van dit nieuw ABC
Aan auteursallures lee.
- Zoals wanneer ’s zomers in zwoele luchten
Een naderend onweer valt te duchten
En er gewoonlijk vlak daarvoor
Zich horen laat een zacht gemor,
- Zo begon het in Ohnewitz onder de boeren
Aan alle kanten ook dof te rumoeren
En boven het hoofd van Hieronimus
Trok een zwaar onweer samen dus.
- Hij kreeg door de houding en manier van praten
Van de Ohnewitzers wel iets in de gaten,
Maar hij vertrouwde zonder meer
Op de protectie van zijn heer.
- Maar de Ohnewitzers waren te zeer verbolgen
Om Hieronimus langer stilzwijgend te volgen
En zodoende kwamen ze deze keer
Luidkeels tegen hem in het geweer.
- Ze kwamen namelijk allemaal samen,
En de koster vervaardigde in hun naam ‘n
Klaagschrift op de volgende toon:
’Hoogedelgeborene, genadige patroon,
- Wij boeren, werkzaam op de boerderijen
Van Ohnewitz en Uwedeles landerijen,
Doen met eerbied en nederig ontzag
Over onze schoolmeester ons beklag,
- Aangezien hij tegen de zin van ons boeren
Gewaagd heeft vernieuwingen in te voeren
Onder het dwaze voorwendsel dat
Het schoolwezen daar behoefte aan had.
- Bovendien gedraagt hij zich niet op de wijze
Die men van een brave leraar mag eisen,
Wat hier door allen wordt veroordeeld,
Als niet dienende ons tot voorbeeld.
- Om van alle punten die wij beklagen
Alleen de meest dringende voor te dragen,
Treft hem primo vooral het verwijt
Dat hij ongevraagd en eigengereid
- Een nieuw ABC-boek heeft doen verschijnen
En daaruit de sporen heeft laten verdwijnen
Van de haan, die door dit gemis
Wezenlijk minder hanig is.
- Anderzijds verzwaart hij het leren
Door nieuwe letters te introduceren,
Want de sch, de ft en st
Deden in het alfabet eerder nooit mee!
- En hoewel men eenvoudig kan weerleggen
Dat hanen een kippenei zouden leggen,
Ligt er nu toch eentje onder die haan,
Alsof die haan dat zelf had gedaan.
- Zulke dingen zijn gedoemd bij het leren
Een kind te verwarren en te frustreren,
Bovendien is een zodanig alfabet
Hoe dan ook in strijd met de wet.
- Pro secundo hebben alle scholen hier ‘n
Ezelskop hangen, een bordpapieren,
Die elk kind dat vervelend doet
Bij wijze van straf dragen moet.
- Hoe hard en gevoelig die genomen
Strafmaatregel in concreto aan moge komen,
Toch droegen alle kinderen hier
Die ezelskop altijd met plezier.
- Maar de heer Jobs was het niet naar genoegen
En moest aan die kop nog van alles toevoegen:
Hals, staart, boven- en onderdeel:
Zo werd het een ezel in zijn geheel.
- Hoe jammerlijk je nu de kindjes hoort klagen
Die een ezel in toto moeten dragen,
En een gruwelijk kijkspel bieden zo,
Tart elke beschrijving! Pro tertio
- Pleegt mijnheer Jobs met snoeiharde lellen
De kinderen op zijn barbaarst te kwellen;
En door een klap van de meester verloor
Al menig arm jongetje zijn gehoor.
- Pro quarto pleegt hij zich niet te generen
De armeluiskinderen te discrimineren;
Die krijgen volledig onverdiend
Twee keer zoveel slaag toegediend.
- Pro quinto pleegt hij hun zakken en broeken
Nauwkeurig op snoepgoed te onderzoeken,
En vindt hij appels of nootjes, nou,
Dan pakt hij die af en eet ze zelf gauw!
- Pro sexto is op zijn manier van werken
Ook in ander opzicht veel aan te merken,
Want met de schout zijn kostgangers vrouw
Neemt hij het, zeg maar, niet zo nauw,
- Ook zit hij dagelijks “Bij Tante Rosa”
En drinkt daar ophitsende spirituosa
En heeft menig avond tot rond middernacht
Met de dorpsschout kaartend doorgebracht,
- Maar willen het vooralsnog hierbij laten
En smeken in nederigheid Uwe Gnaden
Dat hij ons, koste wat het kost,
Van deze schoolmeester verlost.
- Hebben de eer dit u aan te bieden:
Verzamelde keuters en akkerlieden,
Aldus in Ohnewitz geschreven.
N.N.N.N.N.N.’
Noot
1 | Ballhornsche methode: verwijst naar de boekdrukker Johann Ballhorn, die in 1586 een heruitgave van het Lübeckse stadsrecht drukte die meer fouten bevatte dan de vorige druk. Het daarvan afgeleide werkwoord luidt nog altijd ‘verballhornen’ oftewel ‘verschlimmbessern’. |