Feuilleton: De Jobsiade – Drieëndertigste hoofdstuk
Drieëndertigste hoofdstuk
Hoe Hieronimus zin kreeg om toneelspeler te worden en hoe hij daartoe door mejuffrouw Amalia werd overreed.
- Hieronimus had het in de laatste honderd
Verzen vertelde verhaal zeer bewonderd
En vergat in zijn huidige toestand
Zijn beschermheer en het Bayernland.
- Sterker nog, hij besloot ter plekke
Amalia nooit meer te laten vertrekken,
En nam zich daarom rotsvast veur
Ook te gaan werken als acteur.
- Amalia, die dat natuurlijk snel merkte
En hem graag in zijn voornemen sterkte,
Prees daarom die stand huizenhoog
In de volgende apoloog:
- ‘Ik kan u uit ervaring bewijzen
Hoe hoog het acteursberoep valt te prijzen,
En dat je in binnen- en buitenland
Vergeefs zoekt naar een beter stand.
- Omdat je daaruit het beste kunt leren
Hoe alles in ’t leven kan verkeren
En hoe het afwisselend goed of kwaad
Onder mensen onderling toegaat.
- Soms speel je lachwekkende komedies,
Soms hartverscheurende tragedies,
Soms ben je een paljas die danst en zingt,
Soms ben je een sloeber die jengelt en hinkt.
- Soms ben je in een klucht aan het dollen,
Soms laat je tranen of koppen rollen,
Soms ben je arm, soms gefortuneerd,
Soms jong en mollig, soms uitgeteerd.
- Soms ben je een boer, soms ben je keizer,
Soms ben je dommer, dan weer wijzer,
Soms ben je voornaam, soms ben je arm,
Soms ben je koud en soms ben je warm.
- Soms ben je een haas, soms ben je dapper,
Soms ben je monnik, soms ketellapper,
Soms een armoedzaaier, soms een baron,
Soms een diender, soms een Herr von.
- Soms carrièrist, soms maar een koetser
Soms kamerheer, soms schoenenpoetser,
Soms herbergier, soms maar een gast,
Soms een abbé, soms een iconoclast.
- Soms een pastoor, soms ook de koster,
Soms een domkop, soms een polyhistor,
Soms koning, dan weer bedelaar,
Soms beul en dan weer ambtenaar.
- Bij zulke voortdurende metamorfose
Is sleur of verveling uit den boze,
En wat er in de wereld speelt
Wordt daarmee aardig uitgebeeld.
- Als wij de rollen waarin we acteren
Intelligent kunnen interpreteren,
Beloont ons aan het eind van het stuk
Handengeklap tot ons geluk.
- Maar zijn we daarin tekortgeschoten,
Wordt er boegeroepen, gesist en gefloten,
En alle toeschouwers in de zaal
Uiten hun afkeuring middels kabaal.’
- ‘De stand, Amalia, door u beschreven,
Is fijn, ben ik graag bereid toe te geven!’
Antwoordde daarop met een kus
De nieuwe acteur Hieronimus.
- Hij begaf zich meteen ter sollicitatie
Voorzien van Amalia’s recommandatie,
En de directeur nam hem daags daarop
In zijn toneelgezelschap op.