Feuilleton: De Jobsiade – Eenendertigste hoofdstuk
Eenendertigste hoofdstuk
Hoe Hieronimus op zijn vlucht naar Bayernland een nieuw avontuur beleefde en in de schouwburg zijn geliefde Amalia herontdekte. Zeer plezierig om te lezen.
- Gelijk een vos voor de jagende honden
Er net nog in slaagt niet te worden verslonden,
Om opgelucht vast te stellen dat
Hij slechts een stuk pels verloren had,
- Zo wist zich Hieronimus ook in zijn grootste
Ongeluk met de gedachte te troosten
Dat hij heelhuids (zij het nipt)
Aan de boze boeren was ontglipt.
- Wel is hij er, nadat de vlucht was genomen,
Bij schade en schande achter gekomen
Welk een zure, ellendige, zware prijs
Er rust op het geven van onderwijs.
- Hij nam zich ook voor om nooit van zijn leven
Een boek of geschrift meer uit te geven,
Want slechts zijn literaire roemzucht
Was schuld aan zijn ongeluk en vlucht.
- Maar toen hij zich goed en wel realiseerde
Dat zijn beschermheer op reis verkeerde
En naar Bayernland was gegaan,
Toog hij er veiligheidshalf achteraan.
- Hij heeft zich dan ook niet lang bezonnen
En is meteen aan die reis begonnen,
Maar weldra legde een nieuw avontuur
Hieronimus heerlijk in de luur.
- Want toen is zijn leven anders verlopen
Dan hij aanvankelijk had durven hopen
En wel toen hij in een grote stad
Een paar dagen rust genomen had:
- Om wat grip op zijn melancholie te krijgen
Waar hij door het gebeurde toe bleek te neigen
Bezocht hij daar in een opwelling
’s Avonds een toneelvoorstelling.
- Al gauw kreeg hij onder de actricen
Een fraai opgedoft exemplaar in de smiezen
Dat hoe langer hij ernaar keek
Steeds meer op zijn lieve Amalia leek.
- Mijn hemel! Wie kan zijn verrukking beschrijven,
Dat hij haar aantrof in levende lijve,
En prompt het hele parterrepubliek
Bijna deed raken in grote paniek.
- Want ze was in haar rol nog niet uitgesproken
Of hij had haar zijn armen al toegestoken,
En weldra volgde kus op kus
Tussen haar en Hieronimus.
- En dolgraag vernam de een van de ander
Welk toeval hen weer had gebracht bij malkander,
Maar Hieronimus, uiterst tevree,
Bracht haar eerst naar zijn veilige stee.
- Amalia heeft toen als eerste vernomen
Wat hem voor wonderlijks was overkomen,
Sinds hij die laatste noodlottige keer
Was weggejaagd door die oude heer,
- En hoe hij vrome liedjes moest zingen
Bij een dame met amoureuze bedoelingen,
En hoe men hem met beurs en al
In een herberg van zijn geld bestal,
- En welk ongeluk hem was overkomen
En hoe hij toen niet had durven dromen
Dat hij nu op Amalia was gestuit –
Dat alles legde hij uitvoerig uit.
- Daarop wilde Hieronimus horen
Wat of zij alles beleefd had tevoren,
En de schone onthulde’n’m
Het onderstaande curriculum: