Feuilleton: De Jobsiade – Twaalfde hoofdstuk
Twaalfde hoofdstuk
Hoe Hieronimus zijn weg per postkoets vervolgde en hoe hij daarin een schone dame aantrof, die hij lief kreeg en die zijn zakhorloge stal.
- Hoe het Hieronimus in de postwagen
Verder vergaan is, zult u zich afvragen.
Welnu, hij kwam nog steeds niet goed weg
En ondervond weer de nodige pech.
- Nog altijd had hij (zoals te verwachten)
Die heer met de grote pruik in gedachten,
En hij besefte nu eigenlijk pas
Dat die man waarschijnlijk een oplichter was.
- Hij bleef ontroostbaar dat hij naar de duiten
Van moeders pakje voortaan kon fluiten
En zuchtte diep en wenste ontdaan
Die heer met de grote pruik naar de maan.
- Al sputterend kneep hij zijn lippen samen,
Maar een naast hem gezeten beeldschone dame
Wier aanwezigheid hem eerst was ontgaan
Doorbrak zijn bedroefde gemijmer spontaan.
- Ze was nauwelijks ouder dan twintig jaar en
Was knap en had gitzwarte ogen en haren
En rozerode wangen en dito mond,
Een prachtig figuur en vooral een bijzond-
- ere charme in heel haar wezen,
Gelijk aan alles was af te lezen,
En opgewekt stelde ze hem de vraag
Wat hem zo droevig stemde vandaag.
- Daarbij lachte ze zo hartveroverend
En was haar charme dermate betoverend
Dat hij, omdat hij dicht naast haar zat,
Het zakje met moeders duiten vergat.
- En het was werkelijk zo dat de arme
Hieronimus van haar blikken en charme
Zo ondersteboven was dat het riskant
En gevaarlijk werd voor zijn beetje verstand.
- Je zag hem gewoonweg in liefde ontgloeien,
Hij liet er dan ook geen gras over groeien
En heeft haar, als een echte romanfiguur,
Zijn liefde verklaard, vol bronst en vol vuur.
- Zij luisterde naar hem met open oren,
Zonder hem in zijn verhaal te storen,
Zodat hij (niet zonder vrijpostigheid)
Zich dichter tegen haar aan heeft gevlijd.
- Of hij verder nog iets gedaan wist te krijgen
Wat de discretie ons noopt te verzwijgen,
Weet ik niet, maar de gelegenheid
Vroeg om een uurtje vol tederheid.
- Eenmaal bij het poststation aangekomen,
Heeft ze hartelijk afscheid van hem genomen,
Maar waar zij vervolgens naartoe is gegaan,
Wordt u hier nog niet uit de doeken gedaan.
- Een paar uur na haar vertrek uit de wagen,
Begon het Hieronimus langzaam te dagen,
Toen hij voor het eerst op zijn klokje keek,
Dat echter niet langer aanwezig bleek.
- Dit wederom zo fatale gebeuren
Bleek de brave Hieronimus zeer te betreuren,
Vooral toen het tot hem doordrong dat
Zijn lief deze diefstal uitgevoerd had.
- Nu kon hij alleen nog geduldig hopen
Haar ooit nog eens tegen het lijf te lopen,
Wel besefte hij langzaam de wenselijkheid
Van een tikkeltje meer voorzichtigheid.
- Ook nam hij zich voor, gezien de problemen,
Bij aankomst de pen ter hand te nemen
En zijn ouders dringend te vragen om geld
Zodat de schade kon worden hersteld.
- Hij is, zonder verdere ergerlijkheden,
Ten slotte het stadje binnengereden
En zodoende was onze Hieronimus
Van nu af aan een academicus.