Feuilleton: De Jobsiade – Vierendertigste hoofdstuk
Vierendertigste hoofdstuk
Hoe Hieronimus een echte toneelspeler werd, en hoe juffrouw Amalia hem ontrouw werd en er met een rijke heer vandoor ging, en hoe hij wanhopig afdroop.
- Beste lezer! Laat mij u een kijkje gunnen,
Hoe het Hieronimus verging op de Bühne,
Nadat de directeur hem geëxamineerd
Had en vervolgens geëngageerd.
- Verdorven priesters, Tartuffse canailles,
Clowneske kosters, studenten-gajes,
Een bange schijtluis, een hitsige klerk,
En nog meer van soortgelijk werk
- Speelde hij graag en zeer overtuigend
Naar die rollen van nature al neigend;
Daarmee oogstte hij steeds veel
Applaus en bijval op het toneel.
- Ook wanneer hij de schoolmeester speelde
Of een boekenschrijver uitbeeldde,
Vond men algemeen terecht
Dat het echter was dan echt.
- Maar deed hij een filosoof of geleerde
Was er geen mens die applaudisseerde,
En van een idyllisch herderstafereel
Bakte hij ook niet al te veel.
- Insgelijks speelde hij uiterst krukkig
De voorname heer en was ongelukkig
Als men hem duwde een rol onder zijn neus
Die erg lang was of serieus.
- Toch smaakte Hieronimus in deze dagen
Een en al vreugde en welbehagen
In de arm van zijn schone toneeldiva,
In de arm van zijn lieve Amalia.
- Hij had, nu zijn liefde zo zoet was als honing,
Nog niet willen ruilen met een koning,
En al zijn pech en droefgeestigheid
Schenen voorgoed verleden tijd.
- Maar het spreekwoord weet ondertussen
Hoe blij men gemaakt wordt met dode mussen,
Want grillig is vaak het geluk
En toont onverhoopt zijn nuk.
- Zo ervoer ook Hieronimus aan den lijve
Dat het geluk niet pleegt te beklijven,
Want dat werd geheel onverwacht
Op een dag om zeep gebracht.
- Want op de treurigste van alle dagen
Die hij zijn leven lang kreeg te beklagen,
Werd hem zijn geliefde vrouw,
Werd Amalia hem ontrouw.
- Er was namelijk een jonge rijke
Gentleman (ook nog een adellijke!)
Die in de komedie zat
Net toen Amalia optrad.
- Daar dwaasheid nergens is uit te roeien,
Voelde hij prompt zijn liefde ontgloeien,
En Amalia, goed bij verstand,
Wees zijn aanzoek niet van de hand.
- In haar annalen konden we lezen
Dat zij (als zijnde een vrouwelijk wezen)
Uiterst variabel en genereus
Omging met haar partnerkeus.
- Die rijke heer kwam haar vaak bezoeken,
Hieronimus kon enkel huilen en vloeken,
En zijn wanhoop was zo groot,
Dat hij ging denken: ‘was ik maar dood!’
- Daardoor werd hij Amalia waarlijk
Dagelijks lastiger en bezwaarlijk,
Zodat zij hem volkomen terecht
Haar liefde formeel heeft opgezegd.
- Toen hij dit hoorde, heeft hij even later
Afscheid genomen van het theater,
Dat hij vertwijfeld en vol verdriet
Enkele dagen na dato verliet.
- Om weer op Amalia terug te komen,
Die heeft met haar jonker de benen genomen
En bleef twee jaar bij hem nog.
Maar in het kraambed stierf ze toen toch.