Zevende hoofdstuk

Hoe de jonge Hieronimus op de Latijnse school kwam en hoe hij daar niet veel leerde.

022

  1. Hieronimus moest nu dus verder studeren

    En noodgedwongen mensa declineren,

    Dat wil zeggen hij hield zich uit en te na,

    Bezig met de Latijnse grammatica.

  2. Aan het leren van woordjes en idiomen

    Viel tot zijn spijt ook niet te ontkomen,

    Want dat vervloekte klote Latijn

    Bleek een hoogst dor en doornig terrein.

  3. Syntaxis, grammatica, woordjes stampen,

    Betekenden evenzoveel rampen

    En vormden een niet te omzeilen klip

    Die leidde tot menige por in zijn rib.

  4. Want de rector toonde zich hoogst bedreven

    In het jongetjes-een-pak-ransel-geven,

    Ja, deze hypochondriacus

    Ging onzacht om met Hieronimus

  5. De knaap, als gevolg van die methodieken,

    Begon van pure ellende te zieken

    En dacht met voorliefde eraan

    Zijn leermeester naar het leven te staan.

  6. Graag had hij gewroken die harde klappen,

    Maar hoedde zich voor te drastische stappen,

    Voerde liever actie incognito

    En verkleinde persoonlijk zijn risico.

  7. Zijn leermeesters grote pruik en papieren

    Knipte de jongen stiekem in vieren

    En bracht zonder enige weifeling

    De brave rector tot vertwijfeling.

  8. Ook wist hij al zijn klasgenoten

    Steeds stevig voor het hoofd te stoten

    En omdat hij geen van hen aardig vond,

    Sloeg hij ze doorgaans tegen de grond.

  9. Geen boek of kledingstuk was hem heilig,

    Geen leerling voor zijn boosheid veilig,

    En hij bedreef van alles, wat

    Meestal een nare afloop had.

  10. En had zich soms een leerling ietwat misdragen,

    Ging hij zich meteen bij de rector beklagen,

    Dan kregen die stakkers een vet pak slaag,

    En zoiets zag hij bijzonder graag.

  11. Maar omdat hem de school niet kon bekoren

    Zat hij veel thuis met hangende oren,

    En zo verstreek er veel van zijn tijd

    In nutteloze onledigheid.

  12. Over het Grieks bewaar ik het zwijgen,

    Daar kon hij alleen maar de pip van krijgen,

    En bij de werkwoorden op -μι

    Verviel hij tot zware melancholie.

  13. Hij besloot zijn pogingen te staken

    Om zich die geheimtaal eigen te maken,

    Ook met het Hebreeuws was het niets gedaan,

    Dat liet hij in de giftkast staan.

  14. Zo wist hij maar weinig progressie te boeken,

    Tenzij in eten, drinken, liegen en vloeken,

    Ja, vooral bij het uitdenken van een vloek,

    Kwam hij verrassend sterk uit de hoek.