Zevenentwintigste hoofdstuk

Hoe Hieronimus goedgemutst in Ohnewitz arriveerde en hoe hij daar schoolmeester werd op een school met kleine jongetjes en meisjes.

022

  1. De door Hieronimus zojuist bevrijde

    Heer en de dame aan zijne zijde

    Waren een lief en alleraardigst paar

    En pas sinds kort getrouwd met elkaar.

  2. De heer kon zich op zijn adel beroemen

    En dorpen, kastelen de zijne noemen,

    Maar Ohnewitz was zijn eigenlijke stek,

    Want zijn riddergoed lag in dat vlek.

  3. Om nu zijn gemalin een dienst te bewijzen

    Maakt hij met haar vaak kleine reizen

    Want hij onderhield met menigeen

    Goede relaties daar om hem heen.

  4. Ook toentertijd had hij zo-even

    Een buurtgraaf acte de présence gegeven

    En was op de terugweg onverwacht

    Door de rovers in het bos opgewacht.

  5. Ze namen allereerst de koetsier te pakken,

    Die op de grond naar adem moest snakken;

    Vervolgens eisten ze met klem

    Zijn geld en andere dingen van hem.

  6. Ze trokken hem daarop uit de wagen

    En bedolven hem onder hun vuistslagen,

    Totdat op het angstgeschreeuw van Madam,

    Zoals gezegd Hieronimus kwam.

  7. Ze vertelden hun redder het hele gebeuren

    Tijdens de terugrit in geuren en kleuren,

    Die zorgde dat hij niet te snel reed,

    Na die hoeveelheid geleden leed.

  8. Hieronimus heeft eveneens verteld wat

    Het lot hém tot dan toe voorgeschoteld had,

    En zo bereikten ze het gehucht

    Ohnewitz in een vloek en een zucht.

  9. Daar echter vergat men de hele historie

    En vierde de thuiskomst als een victorie;

    Hieronimus werd (dat moet gezegd)

    Uitvoerigst in de watten gelegd.

  10. Gloednieuwe kleren, schotels en wijnen,

    Tabak, reebout, gebraden konijnen,

    Zette men aan één stuk door

    Dankbaar Hieronimus voor.

  11. Zo smaakte hij het goede des levens,

    En na drie weken deed de heer tevens

    De plechtige belofte hem voortaan

    In zijn levensonderhoud bij te staan.

  12. Nu was er gelukkig net in die dagen

    Een toevallige omstandigheid te beklagen

    Waar Hieronimus zeer content mee was,

    Hem komende bijzonder van pas.

  13. Want in Ohnewitz ging zonder enig gespijbel

    De boerenjeugd naar een School met den Bijbel,

    In een schooltje waar de heer het recht

    Van collatie/voordracht was toegezegd.

  14. Daar konden ze lezen en spellen leren

    En gericht het A, B, C, D bestuderen,

    Maar in een verder studiegebied

    Voorzag het studierooster niet.

  15. Elke mogelijkheid om nog meer te leren

    Kon de patroon in zijn wijsheid blokkeren,

    Immers een boer die iets heeft geleerd

    Wordt hoogmoedig en heel verkeerd.

  16. Ja, de ervaring heeft ons bewezen

    Dat een boer die zijn kalender kan lezen

    (Of zijn catechismusboekje) al gauw

    Een staart opzet gelijk een pauw.

  17. En als dan zijn ambities nog hoger stijgen

    Is hij niet meer aan het werk te krijgen,

    Dus als je dáármee eenmaal begint

    Worden er pacht noch tienden geïnd.

  18. Naast dertig daalders als vaste bijdrage

    Kreeg de onderwijzer op hoogtijdagen

    Nog eieren, boter, kippen en zo,

    Ja, soms een complete gans cadeau.

  19. En als zijn heer thuis was, kreeg hij altijd

    Op Nieuwjaarsdag een feestelijke maaltijd

    En als dank voor het toegewenste heil

    Ook nog een geldbedrag in stijl.

  20. Nu was het probleem dat daar zo-even

    De dorpsonderwijzer de geest had gegeven,

    En dus was het zeer begrijpelijk dat

    Men dringend een nieuwe nodig had.

  21. Zodra de heer dit bericht kreeg te horen,

    Heeft hij Hieronimus laten promovoren,

    En dus mocht onze held voortaan

    Als meester voor de schoolklas staan.

  22. Weliswaar leek hem het schoolse zwoegen

    Geen onvoorwaardelijk genoegen,

    Want hij was meer voor vrij en blij

    Dan voor moeizame schoolmeesterij.

  23. Maar daar men hem ten kastele goed kende

    En met gunsten en weldaden zodanig verwende,

    Dat hij na schooltijd snel was verkwikt,

    Heeft hij zijn functiebeschrijving geslikt

  24. En voor zichzelf hoog en heilig gezworen

    Zijn plicht te vervullen naar behoren,

    Opdat hij toch vooral voortaan

    Hier nooit meer weg hoefde te gaan.

  25. Ook leek het hem nodig in verschillende zaken

    Een noodzakelijke ommezwaai te maken,

    Omdat hij de stellige overtuiging had

    Dat het onderwijs erg in het slop zat.

  26. Hij begon dan ook na lang delibereren

    Zijn hervormingsplannen te realiseren

    Maar zonder veel plezier van dien,

    Zoals de geachte lezer weldra zal zien.