Recensie: Philippe Grimbert – Het jurkje van Paul
Een geheim leven
De Franse schrijver Philippe Grimbert (1948) is tevens psychoanalyticus. In het zojuist in vertaling verschenen Het jurkje van Paul, zijn literaire debuut uit 2001, weet hij de tekortkomingen in de intermenselijke verhoudingen bijzonder scherp neer te zetten. Zelfs de meest solide relatie is breekbaar.
Irène en Paul leiden een harmonieus leven. Ze gaan liefdevol met elkaar om en hebben altijd klaargestaan voor hun enig kind Agnès. De valkuilen van het opgroeien hebben ze vakkundig voor haar gedicht. Nadat ze op zichzelf is gaan wonen, is er een korte periode van ongemak geweest, of eerder onwennigheid met de nieuwe situatie.
Eerst een gevoel van leegte, alsof de zorg om de gezondheid, de studie of de relaties van hun kind in de loop der jaren was veranderd in een noodzakelijk iets, dat ze nu misten. […] Want al was ze al jaren volkomen vrij in haar doen en laten, toch namen Paul en Irène graag de rol op zich van hoeders van het welbevinden en het materiële welzijn van hun enige dochter.
Het echtpaar stort zich in het uitgaansleven en in de roes van de herwonnen vrijheid organiseren ze spontane reisjes. Na een paar maanden is de orde weer hersteld. Paul zit in de avond achter de computer en Irène werkt verder aan haar ooit te verschijnen dichtbundel. Paul is geen carrièrejager. Hij klaagt weleens over zijn routinewerk, maar het past wonderwel bij zijn aard. Ook Irène is weer aan het werk gegaan. Ze genieten opnieuw van een rustig leven.
Wanneer Paul een week lang een cursus volgt in een ander deel van de stad, ziet hij in de pauze in een etalage van een winkel, Poème geheten, een ragfijn wit jurkje hangen. Zou hij het, gezien de naam van de winkel, aan zijn vrouw cadeau willen doen? Tijdens de middaglezingen kan hij zich nauwelijks concentreren. Het jurkje heeft een onverklaarbare aantrekkingskracht op hem. Het ontroert hem, ondanks dat hij over een grote dosis zelfironie beschikt.
Zoals het slag museumbezoekers dat elke dag met een kunstwerk afspreekt en zich zelfs inbeeldt dat het schilderij of standbeeld van hun voorkeur uitkijkt naar hun komst.
Een middelbare man die opgelucht is als het jurkje er elke dag nog hangt. Het bevreemdt hem ook, maar hij kan uiteindelijk toch geen weerstand bieden aan de drang om het aan te schaffen. Alsof het besluit buiten zijn medeweten is genomen. Nog nooit heeft hij iets gekocht zonder een duidelijk doel voor ogen. Nu geeft hij zonder erbij na te denken de maat op van een zesjarig kind. Wanneer hij op straat loopt met de chique doos onder de arm heeft hij direct spijt. Maar terugbrengen wil hij het ook niet.
Eerst legt hij de doos op het echtelijk bed, maar hij besluit uiteindelijk toch om de aankoop voor zijn vrouw verborgen te houden. Hij draagt het voorzichtig, met uitgestrekte armen alsof het een slapend kind is naar zijn garderobekast – later mooi te interpreteren als een voorteken – en hangt het tussen twee colberts die hij nooit meer draagt. Direct bekruipt hem een schuldgevoel. Bijna alsof hij zijn vrouw ontrouw is geweest met een tijdelijke verovering.
Op uiterst subtiele wijze laat Grimbert vervolgens zien hoe het jurkje een eigen leven gaat leiden, hoe het een wig drijft tussen twee mensen die elkaar als de liefde van hun leven beschouwen. Wat voor betekenis heeft deze aankoop? Grimbert doseert daarbij adequaat. Langzaam wordt duidelijk dat er pogingen gedaan zijn tot gezinsuitbreiding. Dat er een miskraam is geweest. Af en toe kom je iets te weten over de achtergrond van Irène, over wat er met haar ouders is gebeurd. En hoe dit haar aangrijpt, haar nog steeds beïnvloed en haar verhouding bepaalt met de moeder van Paul en met haar eigen kind.
Ingrijpende zaken die generaties lang blijven doorwerken. Want ook Paul ontdekt een geheim van zijn vader. Een zwijgzame, gesloten man die vroeger een bon vivant blijkt te zijn geweest, die in sportwagens reed en tenniste. En die op een foto staat met een jong meisje dat bewonderd naar hem opkijkt. Wie is dat meisje? Zijn moeder wil hij er niet naar vragen, die heeft de foto’s op de dag van de teraardebestelling van haar man, hoe prachtig symbolisch wederom, door Paul in een koektrommel in de tuin laten begraven. Paul en Irene staan symbool voor de middelbare mens die het leven tracht te overzien en te doorgronden.
Het Rode Kruis vraagt de bewoners van de stad om gebruikte kleren te schenken. Zonder aarzelen gaat Irène aan de slag in haar eigen kast. Daarna stort ze zich op die van haar man. Er is immers volledig vertrouwen tussen hen! De schrikreactie van Irène is magistraal beschreven. Het contrast tussen het jurkje en de donkerkleurige herenjasjes zorgt voor een theatraal effect. Ze haalt zich van alles in het hoofd. Van een malle fetisj van Paul, tot een geschenk voor een buitenechtelijk kind van hem. Ze vraagt echter niet om opheldering, maar besluit te zwijgen. Haar eigen drama’s komen daardoor bij haar terug. Ook Paul wordt, voornamelijk ’s nachts, achtervolgd door de demonen uit zijn leven.
Het is bijzonder knap hoe Grimbert erin slaagt om met een eenvoudig attribuut als een kinderjurkje te laten zien wat er allemaal kan gebeuren als mensen niet écht met elkaar praten. Een open einde had deze weloverwogen opgebouwde meesterproef wellicht naar een nóg hoger niveau kunnen tillen, hoewel de catharsis die het echtpaar ondergaat ook voor de lezer, nou ja, louterend kan werken. Naast een openbaar leven en een privéleven heeft iedereen nu eenmaal ook een geheim leven, zelfs voor degenen die het dichtst bij je staan. We moeten allemaal leren om daarmee om te gaan. Het jurkje van Paul is een bijzonder rijk boek.
Guus Bauer
Philippe Grimbert – Het jurkje van Paul. Vertaald door Jan Versteeg. World Editions, Breda. 128 blz. € 14,95.