Reportage: Literair Jeugdfestival Boekids
Ik ben blij dat ik nog geen kinderen heb. Die gedachte kwam even bij me op toen ik zondagochtend in de trein naar Den Haag zat onderweg naar het festival Boekids. In de trein beperkt de discussie zich tot de vraag of we nu naar de workshop van Edward van de Vendel en Floor de Goede gaan, of naar de workshop van Ted van Lieshout. Als daar nog een kind bijzat dat perse naar Willy Wonka’s Snoepfabriek wil, of naar de workshop van de Cupcake Club had ik het nog zwaar gekregen.
Er zijn namelijk niet veel festivals met een (mooie) programmering die zo vol zit als die van Boekids. De bezoeker kan overal terecht en er is altijd wel iets dat op het punt van beginnen staat als je met je kinderen ergens een kijkje wilt nemen. Het leeuwendeel van het programma vindt plaats in poptempel Paard van Troje alwaar op de verschillende podia optredens van Willie Wartaal, Ntjam Rosie en Eefje de Visser staan gepland en voorstellingen als Floddertje door Wijnand Stomp en Robinson Crusoe door Ton Meijer. In het naastgelegen Humanities House vinden de meeste workshops plaats en de Boekids leesclub. Nadat ik de strijd met mijn vrienden heb verloren schuif ik in mijn eentje aan bij de workshop van Edward van de Vendel en Floor de Goede.
Van de Vendel en De Goede maakten samen twee bundels stripgedichten en ze maken samen de Sophie-serie. Het workshop gedeelte valt gelukkig nogal mee en Edward van de Vendel gebruikt zijn tijd om een aantal stripgedichten voor te lezen en te vertellen over het ontstaan ervan en hoe de samenwerking met Floor de Goede in z’n werk gaat. Het verhaal over de pestkop die met pesten stopte nadat zijn slachtoffer, door een gedicht van Van de Vendel, een idee krijgt om hem terug te pakken maakt indruk en bij een gedicht over een jongetje dat niet kan voetballen blijkt dit autobiografisch te zijn. Hierna mogen de kinderen op grote vellen papier los met een stift en maakt Floor de Goede van de wilde strepen prachtige dieren. Het is geweldig om naar te kijken en leuk om te zien dat de kinderen steeds meer uitproberen. Daarna wordt er afgesloten met enkele gedichten waarbij vooral het gedicht over drie soorten vaders me bij is gebleven. Eentje loopt bruut door het knikkerspel heen, de ander zit rustig een boek te lezen op een mooie stoel en de derde wil mee knikkeren en alles winnen.
Dat ouders aanwezig kunnen zijn blijkt ook bij de optredens die ik daarna bezoek. Op de zolder van het Humanities House zit de Boekids Leesclub. Bas Maliepaard zou daar kinderen kritisch leren lezen, maar is vanwege ziekte vervangen door Annemarie Terhell. Ik ben nog net op tijd om Simon van der Geest te zien aanschuiven. Tussen de aanwezige kinderen zitten enkele ouders die ook wel wat vragen hebben en er zitten ouders van de zijlijn gezellig toe te kijken. Van der Geest gaat uitgebreid op de vragen in. Lievelingsboeken als Het vlot van Wim Hofman en zijn favoriete schrijver (Joke van Leeuwen) worden zo besproken. Ook blijkt dat zijn moeder hem ooit als baby heel even vergat in een café en dat er al snel gestopt werd met het gebruiken van neushoornkevers bij de toneelversie van Spinder. Terhell vraagt door op sommige punten die daar de ruimte voor bieden en weet het geheel zo aan elkaar te praten.
Bij de lezing van Dick Swaab en Jan Paul Schutten zijn de ouders nog iets aanweziger. Voor aanvang gaan al enkele kinderen met Swaab op de foto en bij het college stellen ze net zoveel vragen als de kinderen. Volstrekt logisch als je ziet hoe eenvoudig het beide sprekers lukt om ingewikkelde materie over de hersenen goed uit te leggen. Schutten is zeer sterk in het verduidelijken van informatie en zit vol mooie anekdotes. Ikzelf zou bijvoorbeeld wel wat meer willen weten over het experiment van Keizer Frederik II, maar besluit dat thuis op te zoeken. Maar vragen over helderziendheid, waarom hersenen nieuwsgierig zijn en naar de favoriete hersenen van Swaab zijn veel leuker.
Na dit hoogtepunt is het rennen naar de kleine zaal in ’t Paard voor de presentatie van Eefje de Visser die met een stel kinderen (die voor de gelegenheid Kinderboekenkoor de ooievaar heten) een lied over Den Haag gaat zingen. Hierna volgen er gelukkig nog een stel liedjes en genieten kinderen en ouders samen op de talrijke kussentjes die door de zaal verspreid liggen.
Hierna is het alweer tijd voor één van de laatste optredens. In een zaal achterin het Humanities House geeft Gideon Samson, schrijver van het prachtboek Zwarte zwaan, een workshop van fantasie naar boek. Hij laat de aanwezige kinderen tweemaal een verhaal schrijven nadat hij heeft verteld over de twee vragen die hem altijd bezighouden: Welk verhaal wil vertellen en hoe ga ik dat verhaal vertellen. Bij de tweede opdracht mogen de belangrijkste woorden niet rechtstreeks gebruikt worden en dat levert in een paar minuten toch hele mooie vondsten op.
Daarmee komt rond vijf uur in de middag een einde aan een middag jeugdliteratuur. Het was mooi om te zien hoe goed het festival is afgestemd op kinderen. Het materiaal, de aankleding en de bewegwijzering kloppen helemaal. Ook de veelheid aan onderwerpen en mogelijkheden maakt nieuwsgierig naar wat er nog meer plaatsvond in de gebouwen aan Prinsegracht en naar het programma voor volgend jaar.
Maarten Praamstra
(Foto’s Maarten Praamstra)