Nieuws: De tien grote schrijvers van de toekomst volgens Tzum
Morgen verschijnt De Tien ‘een gebonden, fraai vormgegeven boek met de tien beste jonge schrijvers van dit moment’. De oprichters van literair tijdschrift Das Magazin, geholpen door Herman Brusselmans en Katrijn van Hauwermeiren, kozen de tien beste schrijvers (geboren na 1-1-1980) van dit moment. Natuurlijk is een leeftijdsgrens een absurd gegeven: Gerbrand Bakker zou nooit in zo’n lijst hebben gefigureerd. Maar om enige competitie aan te gaan: hierbij een alternatieve lijst samengesteld door de redactie van Tzum:
Ann De Craemer (1981) – Vlaamse hoop in bange dagen. Zweeft nu nog tussen autobiografie en journalistiek in, maar die zinnen en de opvattingen knetteren als in een roman van Louis Paul Boon. Is in haar boeken even polemisch als in haar columns. Gebruikt alle verteltechnische elementen in Vurige tong en De seingever. Ooit komt er een roman: berg je dan maar.
Y.M. Dangre (1988) – Dichter en romanschrijver. Gaf met zijn laatste roman Maartse kamers aan dat je als jonge schrijver niet hoeft te schrijven over andere jonge mensen (die zich doorgaans vervelen met hun jonge leven). Nee, hij nam een ruziënd, oud stel nichten als uitgangspunt van zijn verhaal. En dan gaat er ook nog één dood. We zeggen: durf.
Thomas Heerma van Voss (1990) – Het minst luidruchtige broertje schrijft het beste tot nu toe. Hij weet karakters neer te zetten en durft, zonder zich te verbergen onder de veilige vleugels van de ironie, personages te scheppen die ontroeren. Denk ook aan de ingenieuze constructie van Stern en we zien hier een van de grootste beloften van zijn generatie.
Joost Oomen (1990) – Onvermoeibaar dichtend podiumdier dat op grote en kleine podia tot zijn recht komt. Weet met ‘Kantoorpoëzie’-manifestaties jong talent en golden oldies te mixen. Is volgens geheime bronnen ook bezig met een roman. Is nog driekwart jaar stadsdichter van Groningen, wordt daarna echt beroemd.
Ester Naomi Perquin (1980) – De oma binnen het jonge stel, want ze is van 1980 en mag nog een jaar officieel jong zijn. Je hebt dichters die voortdurend op de trom slaan en zich ellebogend een weg omhoog werken én je hebt dichters die sluipenderwijs hun plaats innemen. Perquin behoort tot de laatste categorie. Niet opjagen: het moois komt vanzelf, kwaliteit is bij voorbaat gegarandeerd.
Gideon Samson (1985) – Heeft met zijn verschijning én zijn boeken de jeugdliteratuur in Nederland weer hot gemaakt. Liet met Ziek en Zwarte Zwaan al zien heel wat in zijn mars te hebben: stuk voor stuk sterke literaire jeugdromans. Maar de redactie kijkt pas echt uit naar Overspoeld; eindelijk een nieuw ‘Slashboek’. Samson is in staat om de serie nieuw leven in te blazen.
Wytske Versteeg (1983) – Zal zich uiteindelijk ontpoppen als de ‘Grand old lady’ van de Nederlandse literatuur. De wezenlozen is een van de sterkste debuten van de afgelopen jaren. In een bij vlagen essayistische stijl weet ze de lezer toch het verhaal in te trekken. Ze schuwt het engagement niet. De harten van de oude recensenten wist ze eerder al te stelen, wij zijn ook om.
Robbert Welagen (1981) – De stille kracht in het land van de letteren. Heeft al vijf boeken geschreven, maar nog steeds moet je op feestjes uitleggen wie Robbert Welagen is. Beter is het om dat soort feestjes voortaan te vermijden. Met Het verdwijnen van Robbert, dat genomineerd werd voor de Libris Literatuur Prijs 2014, is er hopelijk een kentering in zijn onbekendheid gekomen. In zijn boeken staat geen woord te veel, daar kunnen veel oude schrijvers nog van leren. Ooit gaat die grote literatuurprijs er komen.
Maartje Wortel (1982) – Als je Abdelkader Benali op de kast kunt krijgen en binnen een dag weer de grootste vrienden met hem kunt worden, dan heb je wel wat in je mars. Wortel weet elk leven wel absurd te maken, sterker nog: als je een doorsnee leven hebt, dan ben je jaloers dat je niet denkt en handelt als een figuur uit een van haar boeken.
Daniël Vis (1988) – Publiceerde zeer kort geleden de dichtbundel Crowdsurfen op laag water. Dit jaar won hij het NK Poetry Slam en dat was volkomen terecht. Als er een podium is met daarop Vis, dan staat hij er ook. Zijn poëzie is zowel humoristisch als morbide. De pijnlijke scènes in zijn gedichten zijn er niet om te shockeren: je kunt als jonge dichter ook gewoon oprecht origineel zijn.
Kom op? Waar blijft het Tzum boek met die tien?
Zullen we maar eerst eens jullie tien recenseren. Waar is de website van Babel en Voss trouwens gebleven?
Focus eerst maar eens op een Nobelprijs voor een Nederlandse schrijver. De rest is ruis en literaire franje.