Proza: Johannes van der Sluis – Le Marche – Autodieven
Le Marche – Autodieven
‘Cazzo, zag je dat? Hoeveel zou dat grapje hebben gekost?’ zei Alex toen ze een Ferrari voorbij zagen rijden. Hij en Gigi zaten bij de bushalte in Porto Recanati.
‘Veel te weinig waarschijnlijk,’ zei Gigi, die op de grond spuugde. Ze volgden de auto tot hij de hoek om was. ‘Daar heeft hij vast minder hard voor moeten werken dan wij, ti giuro.’
‘Dat vond die vrouw die naast hem zat helemaal niet erg. Zag je haar?’
‘Niks gezien,’ zei Gigi.
‘Cazzo, wat een vrouw. Daar kunnen wij ook alleen maar van dromen.’
‘Dan is het goed dat ik haar niet heb gezien, want ik zie liever iets wat ik kan krijgen.’
’s Middags hadden ze gewerkt bij de IKEA in Camerana Aspio en aansluitend waren ze met de stoptrein naar de kust gegaan. Normaal gesproken gingen ze met de auto, maar de versnelbak van Alex’ wagen, een zilvergrijze Seat, was kapot.
Terwijl ze werkten, was het mooi weer geweest, maar nadat ze in Porto Recaniti waren aangekomen was er een omslag in het weer gekomen, dus daarom waren ze in plaats van aan het strand bij de bushalte gaan zitten. Niet om te wachten op de bus, maar om er droog te zitten, er kwamen mensen voorbij, ze konden roken, en de bushalte bevond zich tegenover ijsalon Guido, waar de schoolmeisjes na school altijd een ijsje kwamen eten.
Alex haalde de telefoon, een smartphone, uit zijn broekzak en belde naar de garage om de schatting van de reparatiekosten te horen.
Hij bleef lang aan de telefoon en toen hij ophing, zei hij: ‘Cazzo, weet je hoeveel die grap me gaat kosten?’
‘Manuren zijn duur,’ zei Gigi, die met zijn eigen smartphone bezig was.
‘Cazzo, ik had automonteur moeten worden. Die bastardi kunnen na een jaar een Ferrari kopen.’
‘En wat ga je nu doen?’
‘Ik kan hem net zo goed naar de dump brengen.’
‘Maar dan heb je toch geen auto meer?’ vroeg Gigi, die nog steeds met zijn telefoon aan het spelen was.
Alex keek geërgerd naar zijn collega en vriend. Hij stak een joint op, die al voor driekwart was opgerookt. Nadat hij een hijs had genomen en de rook uitblies zei hij: ‘Ja.’
‘Wat ja?’ vroeg Gigi.
Alex gaf hem de joint. ‘Ik bedoel, laten we het gewoon doen.’
‘Wat?’
‘Een auto stelen.’
‘Welke auto?’
‘Zo’n auto als die we net voorbij zagen rijden. We hebben het verdiend, we werken ons de pleuris.’
Gigi nam een hijs en gaf de joint terug. ‘En hoe wil je dat voor elkaar krijgen, een Ferrari stelen?’
‘Zo moeilijk kan het toch niet zijn?’ zei Alex. ‘Laat me nadenken.’ Hij nam een hijs en begon na te denken.
Er kwam een politieauto de hoek om.
‘Politie,’ siste Gigi. Hij stootte Alex aan, maar die was niet onder de indruk.
‘Luister, ik heb geen zin om in de bak te komen.’
Alex bleef onverstoord. ‘Als ze komen, dan ren ik weg, ik ben sneller dan die bastardi van een agenten.’
‘Cazzo, dat bedoel ik nu juist.’ Gigi had licht overgewicht en keek angstig naar de politieauto. ‘Kom, laten we een ijsje eten,’ zei hij.
Maar Alex bleef naar de politieauto kijken zoals cowboys in westerns naar hun tegenstanders kijken.
De politiewagen stopte op een hoek aan het uiteinde van de straat en twee agenten stapten uit. De een was in uniform, de ander in burger.
‘Cazzo,’ zei Gigi, ‘ik zei het je toch.’
‘Rustig, er gebeurt helemaal niets, weet je nog de vorige keer?’
De agenten waren met elkaar in gesprek en keken hun richting uit. Alex had inmiddels de joint opgerookt en gooide hem op de grond.
De agent in uniform ging in de auto zitten en de andere begon te patrouilleren aan de kant van de weg. Hij had een bordje in zijn handen waarmee hij auto’s tot stoppen kon dwingen. Gigi spuugde op de grond.
‘Kijk, daar heb je d’r,’ zei Alex. Hij knikte naar een groepje meisjes in de verte dat druk met elkaar aan het praten was. Gigi draaide zijn hoofd om en tuurde in de verte. Hij begon te zweten.
Ze bleven zwijgen tot de meisjes bij ijssalon Guido waren gaan zitten. Hun gelach werd afgewisseld door opmerkingen in de richting van Alex en Gigi die ze niet konden horen.
‘Waarom ga je niet naar haar toe?’ vroeg Alex, ‘zie je niet dat ze op je aan het wachten is?’
Gigi liep rood aan.
‘Cazzo, weet je dat ze meteen bij je in zou stappen als je met zo’n wagen als die gast van daarnet voor zou rijden?’
Gigi staarde naar het groepje meisjes terwijl Alex verder oreerde: ‘Weet je, alle meisjes willen hetzelfde, en daarom ben ik van plan om voor de mooiste te gaan. Maar ik moet wel eerst het toegangskaartje hebben, en dat is die Ferrari.’
Hij keek naar Gigi, die naar de overkant aan het staren was.
‘Ga nou naar haar toe, man,’ zei Alex en hij stootte hem aan. ‘Koop een ijsje voor haar. Jij wilde toch een ijsje?’
‘Maar wat moet ik tegen haar zeggen?’
Alex zuchtte en zei: ‘Vraag of ze een ritje wil maken in je Ferrari.’
‘Maar ik héb helemaal geen Ferrari,’ fluisterde Gigi wanhopig. Hij stopte zijn smartphone in zijn jaszak.
‘Ja, en denk je dat je die ooit zult krijgen als we bij die merda IKEA blijven werken. Ben jij al betaald trouwens?’
‘Ja, hoezo?’
‘Cazzo, ik niet, ze hebben daar echt de pik op mij.’
Er stopte een auto bij de politiewagen en een jongen van hun leeftijd stapte uit.
Ze konden het gesprek niet volgen, maar het was aan het gezicht van de jongen te zien dat de boete niet mals was.
‘Zie je dat?’ zei Alex.
‘Wat?’
‘Dat zelfs de politie jat. Die gozer in die Ferrari, de politie, ze bestelen ons allemaal, en weet je? Ze lachen erom.’ Hij spuugde op de grond. ‘Ik heb er genoeg van. Het wordt hoog tijd dat we nemen wat van ons is.’
Ze keken naar de jongen, die in zijn auto stapte en wegreed.
Niet lang daarna kwam een zwarte Mercedes aanrijden.
‘Wedden dat ze deze niet aanhouden?’ zei Alex.
De auto werd wel aan gehouden, maar er kwam een vrouw naar buiten die met de agent begon te flirten.
‘We hebben de verkeerde baan,’ zei Alex. ‘Wij hebben ook een uniform, maar ons zien ze geeneens staan.’
Alex draaide zich om naar Gigi, die niet naar hem had geluisterd.
‘Cazzo, zit je hier nog steeds? Ga nou naar haar toe.’
Gigi stond onhandig op, liep naar de ijssalon en Alex zag toe hoe Gigi het verprutste bij het meisje.
Een week later had Alex te horen gekregen dat hij was ontslagen. Reorganisatie vanwege de crisis zeiden ze, maar Alex was de enige. Zaterdagavond laat zaten hij en Gigi in de haven van Ancona met uitzicht op de cruiseschepen.
‘Ik denk dat ik terugga naar Joegoslavië, ga je mee?’ zei Alex.
Gigi zei niets. Hij was dronken en high, en dan zei hij weinig.
‘Of naar Griekenland.’
‘Is het daar niet erger dan hier?’
‘Denk je echt dat het erger kan zijn dan hier?’
‘Maar wat wil je dan gaan doen?’
‘Weet ik veel. Auto’s stelen.’
Ze zwegen.
Toen vroeg Gigi: ‘Stel dat we die Ferrari gaan stelen, ik bedoel stel, wie gaat het dan doen?’
Alex grijnsde en haalde een euromuntstuk uit zijn broekzak.
Alex verloor. ‘De Joegoslaaf moet het vuile werk weer opknappen,’ zei hij.
Op een zaterdagavond later die maand liepen ze ’s avonds door Ancona op zoek naar hun buit. Al snel was het raak.
‘Wie laat hier zijn auto nou achter?’ zei Gigi. Het was een buurt waar je alles leek te kunnen doen zonder dat iemand je zag.
‘Iemand die aan onze toekomst heeft gedacht,’ zei Alex en hij ging op de stoep zitten en stak een sigaret op.
Rond twee uur hoorden ze de eigenaar met zijn vriendin aankomen. De vrouw was hard aan het lachen om de grapjes van de man.
Terwijl de eigenaar de sleutel in het slot stak, hoorde hij achter zich. ‘Geef de sleutels.’
De vrouw begon om hulp te roepen.
‘Houd je bek, puttana, of ik maak je af,’ schreeuwde Alex naar de vrouw.
De eigenaar draaide zich om en wilde het pistool van Alex afpakken, maar Alex had de trekker al overgehaald, en de man zakte in elkaar.
Nu begon de vrouw te krijsen.
‘Houd je bek, puttana, zei ik toch,’ brulde Alex, ‘of wil je dat ik jou ook neerknal?’
‘Cazzo,’ zei Gigi, die aan was komen rennen, ‘die is dood.’
‘Pak de sleutels, dan houd ik haar onder schot.’
Gigi begon de sleutels te zoeken.
‘Zijn portemonnee,’ zei Alex. Hij keek omhoog en zag dat er licht was gemaakt in een bovenwoning. Een hond blafte.
‘Stap in de kofferbak,’ brulde hij tegen de vrouw en hield het pistool tegen haar aan gedrukt.
De vrouw gehoorzaamde en ze scheurden weg. Door de Via Conero reden ze Ancona uit, de heuvels in richting de kust. Bij Portonovo stopten ze op een verlaten parkeerplaats. Er stond een lege Fiat.
Toen ze genoeg van haar hadden, maakte Gigi het karwei af, omdat ze nog een keer kop of munt hadden gedaan en hij had verloren.
Alex wilde weer achter het stuur zitten, maar Gigi zei zelfverzekerd: ‘Nu wil ík weleens achter het stuur.’
Johannes van der Sluis
Volgende week: Piemonte