Recensie: Pieter Waterdrinker – De correspondent
Goed gezeept, is half geschoren
Veel (beginnende) schrijvers vestigen hun hoop op sterk autobiografisch werk. Dergelijke, uiteraard in de ik-vorm gestelde, memoirs zijn doorgaans nogal matig van kwaliteit. Je moet op z’n minst in zeven keer zeven sloten hebben gelopen om iets af te leveren wat het niveau van de interessantdoenerij ontstijgt. Dergelijke boeken zuchten vaak onder een groot en-toen-en-toengehalte en lijken eerder een rechtvaardiging, een krampachtige poging om het eigen leven een zekere inhoud te geven. Schromelijk gemiste kansen en dergelijke. Och, had ik maar… Och, was ik maar… Ja, bij moeder thuisgebleven.
De correspondent van Pieter Waterdrinker valt beslist niet in deze categorie. Allereerst omdat hij, net als in zijn zes romans en zijn verhalenbundel, een uiterst aanstekelijk idioom hanteert. De taal van het enthousiasme namelijk. Ten tweede omdat hij met deze terugblik op een paar decennia verblijf in zijn tweede vaderland Rusland zorgt voor inbedding van zijn literaire werk. Sterker nog: dit boek sluit naadloos aan bij zijn bellettrie. De titel, ofschoon adequaat, kan bij sommige lezers tot verwarring leiden, doet in zekere zin de inhoud tekort. Gedurende dit discours volgen wat suggesties dienaangaande, uit des schrijvers eigen waterkoker zogezegd. Ten derde omdat hij met deze verhalenbundel duidelijk maakt dat het onvermijdelijk is dat non-fictie en fictie eigenlijk altijd in elkaar overlopen.
Voor wie de laatste tijd onder een hunebed heeft gewoond: er speelt momenteel een ernstige crisis in de Oekraïne waarover correspondent Waterdrinker in krant, tijdschrift en bij nieuwsbulletins bericht. Een beetje tegen wil en dank zoals ook blijkt uit zijn voorliggende boek. Waterdrinker is een romanticus, althans zo is hij ooit na zijn studies rechten en Russisch vanuit Zandvoort, alwaar zijn ouders een strandhotelletje runden, vertrokken naar het land van Tolstoj, Dostojevski en Tsjechov (suggestie: De wereld was kennelijk niet wat die leek. Lees in dit kader trouwens ook Het brilletje van Tsjechov van Michel Krielaars, daarover elders meer.)
Om zich afwisselend in Sint-Petersburg en Moskou te kunnen laven aan de grote Russische cultuur, om niet te zeggen indrinken, neemt hij om het even welke schrijfklus aan. Het brengt hem tegen de zin van zijn vrouw Julia in oorlogsgebieden zoals Georgië in 2008. Hij was net op vakantie in Litouwen, lag op het strand te zonnen, toe een sms meldde dat het ‘bij hem donderde’. Plichtsgetrouw reist hij direct af. Omdat Tbilisi onbereikbaar is, volgt een odyssee van al dan niet aansluitende vluchten en taxi’s. Het levert een onnavolgbaar hilarisch, maar ook pijnlijk verhaal op. Waterdrinker is in De correspondent (suggestie: De droeve delta) een van de koningen van de zelfspot.
In menig in dit boek verteld verhaal wordt een fijne sneer uitgedeeld naar de opdrachtgevers van freelance stukkentikkers. Wat te denken van de van tv bekende Ruslanddeskundige die niet afkomt met een artikel. Waterdrinker wordt om een spoedbijdrage gevraagd. Uiteraard haalt hij de deadline met speels gemak. Nou ja, hij worstelt en komt boven. De volgende ochtend gaat de telefoon. De opdracht wordt ingetrokken omdat de beroemdheid alsnog is afgekomen:
Ik was te slaperig om boos te worden, mompelde dat de vent van wie ze alsnog een stuk afnamen sinds de tijd van Boris Jeltsin niet meer in Rusland was geweest, dat zijn geleende visies nonsens waren, terwijl… ‘Ik weet het jongen, ik weet het… Maar we moeten ons blad verkopen. Het gaat om de namen. Dat wil zeggen: wij zijn een kwaliteitsblad. Natuurlijk gaat het ook om de inhoud. Maar tegelijkertijd gaat het om de namen. Hoe is het verder in Moskou? […] De volgende keer zullen we niet schromen je niet weer te bellen…’
Diverse auteurs paraderen door de bladzijden, sommigen met eigenaardige minzame wreveligheid, anderen, zoals Mulisch in Sint-Petersburg bij een interview, ‘even legendarisch als vermakelijk neerbuigend’. Waterdrinker neemt gelukkig geen blad voor de mond. Het moet allemaal maar eens worden gezegd. Wie anders dan een ‘buitenstaander’ kan het Nederlandse literaire duivelskringetje eens danig het vuur aan de helleschenen leggen. (Suggesties: Het gaat om de namen of Literatuur is voor de meesten een sterfgeval of wederom De droeve delta. Lees in dit kader ook Na ons de kladderadatsch van de inktslaaf, daarover later in het jaar hopelijk elders meer.)
Waterdrinker is in dit boek iemand die zich weliswaar min of meer gedwongen voelt om reportages te maken uit de regio, maar tegelijkertijd de kansen niet laat lopen, toch als schrijver te nieuwsgierig is om niet zelf een (hoogst originele) blik te werpen. Lees daarom over de door (het personage) Waterdrinker zo goed als opgeloste moordzaak op een Hollandse orgelbouwer in Kazan, waaraan een verantwoording voorafgaat waarin de schrijver het relaas, ‘om moverende redenen wenst op te voeren als fictie’. O, dat zigeunerorkestje, de vettige politiecommissaris, de kerk die als sportzaal diende voor de geheime dienst, het aanhankelijke zwerfhondje, de Tartaarse soldaten en al die dames met wasbleke huiden, hoge jukbeenderen en rendierogen. (suggesties: Bloed met melk of Goed gezeept, is half geschoren.)
Krijg daarnaast wederom een goed beeld van de Werdegang (zowel in de Duitse neutrale, als in de Nederlandse, eerder negatieve betekenis) van een enthousiast schrijver en van een land dat na 1990 werkelijk enorme tegenstellingen kent. Gesymboliseerd door het verhaal van het appartement dat Waterdrinker koopt in de Tsjaikovskistraat in Sint-Petersburg. Ooit een zeer sjiek complex waarin adellijke families appartementen bezaten van wel twintig kamers. Na de revolutie van 1917, ‘toen het socialistische armenhuis in rap tempo gestalte kreeg’, verpauperden deze eens zo statige gebouwen. Met schotten werden Stalinflatjes geschapen, de zogenaamde kommunalka. De prachtige ingelegde parketvloeren werden bijna allemaal opgestookt. In de bijna negenhonderd dagen durende nazi-belegering was hout namelijk goud waard. (Suggestie: Niets is zo permanent als het tijdelijke.)
Na de val van de Sovjet-Unie begon de renaissance van dergelijke gebouwen. De nieuwe elite – en verdwaalde buitenlanders zoals Waterdrinker – kochten appartementen op. Zijn parket, ingelegd met blanke lelies is bewaard gebleven. Een oude dame had zich aldaar met succes weten te anonimiseren.
De manier waarop het oplevingsproces plaatsvindt, is tekenend voor het land: hoopvol, treurig en absurdistisch tegelijk.
De bewoners van het gebouw van Waterdrinker zijn op z’n zachtst gezegd nogal kleurrijk. Dat geldt voor de alcoholisten, de gewezen leraar, de operadiva met haar aanhang en de gearriveerde bandiet die kunsthistorici zijn appartement in oude staat laat herstellen. Koste wat het mogen kosten, het maakt hem niet uit, hij is toch meestal in zijn uit Engeland overgevlogen kasteel ergens op het platteland. Een verdieping hoger zit een arme sloeber op amper twaalf kwadraatmeter. Als dat geen voer voor schrijvers is.
Na ampel onderzoek blijkt dat Sint Pieter niet de eerste Hollander is in het gebouw in Sint-Petersburg. De staatsraad Karlovitsj Zejfart (1839-1899) bewoonde een ruimbemeten pied-à-terre een verdieping lager. Zejfart is volgens de schrijver een verbastering van Zeevaart en de goede man moet dus voorouders uit de polder hebben. We geloven onze correspondent maar al te graag. Zeker is dat op dezelfde etage in dezelfde eeuw een zekere mevrouw Vandervliet woonde die getrouwd was met admiraal Michail Lazarev.
Louter verbijsterend is het feit dat in het appartement van Waterdrinker ooit een Franse burggraaf herbergde die literair uiterst actief was en gezien moet worden als diegene die met herculische energie zijn landgenoten bestookte met het werk van de grote Russen.
Omdat de wereld in die dagen grotendeels georiënteerd was op Frankrijk, is het niet boud om te beweren dat de Europese opmars van de Russische literatuur, die later zou resulteren in Van Oorschots Russische Bibliotheek (die ik als tiener las) feitelijk zijn oorsprong heeft in mijn huidige huis. […] Ik heb de oerbron van mijn infectie niet dichter kunnen benaderen.
Kan het mooier?! Jazeker. Een schrijfmens reist wat af en maakt wat mee! Waterdrinker is toevallig ter plaatse als een geheime deal over de lichting van de gezonken onderzeeër Koersk wordt afgesloten. Hij wordt uitgenodigd op snoepreisjes om hem te proberen in te lijven als informant. Een hedonist zou terugschrikken voor de hem geboden luxe. Hij komt in aanraking met steenrijke Russen aan de Franse zuidkust. Zwembaden, villa’s, kunst, geld te over, maar de bewoners zijn ongelukkig door heimwee of gewoon door weltschmerz.
[…] de laatste mode onder de mannelijke elite: je liet je vrouw voor de kick opreden in een film met Hollywoodsterren – men had er miljoenen dollars voor over – en als je geen vrouw had, of haar juist gewoon eens op een originele manier wilde bedriegen, dan stuurde je haar op vakantie naar Florida of de Arabische palmen, en organiseerde zelf een Missverkiezing.
En masse trippelen de meestal bloedmooie dames door dit boek. Waterdrinker. Nomen est omen. Opnieuw die rendierogen waarin een sensibele man kan verdrinken. Lees daarvoor het verhaal over een liefde in een Russisch klooster, getiteld ‘Josephine Schwarzkopf’, alwaar hij ‘nog jong, de valstrikken van de literatuur en de journalistiek hadden zich nog niet voor mij geopend’ een Frans nichtje van een non een aantal dagen teer bemind in een kloostercelletje. Na vijfentwintig jaar vindt hij een foto van haar terug in een boek. Op de achterkant staat: ‘Weet dat ik er altijd voor je ben. Een miljoen kussen.’ Ze heeft met hem een afspraak gemaakt. ‘Het verdrag van Moskou’ houdt in dat ze er altijd voor hem zal zijn, maar wel pas over vijfentwintig jaar. Eerst wilde ze een beroemde regisseuse worden.
Regelmatig heef Waterdrinker haar in de tussentijd nog gezien. Op de covers van tijdschriften en spelend in haar eigen x-rates films. ‘En ook deze snippers van mijn Russische leven kunnen in het riool.’ Misschien wel de mooiste samenvatting van de pijn van de correspondent. (Suggesties: De brandplek in mijn ziel of De liefde, het is altijd weer de liefde.)
Guus Bauer
Pieter Waterdrinker – De correspondent. Prometheus, Amsterdam. 352 blz. € 19,95.
Beste of slechte Bauer, of heet u gewoon Duitse boer. Het is nu bijna stil in Nederland.
Waarom heeft u geen respect voor iemand die dagelijks nieuws genereert voor zowel De Telegraaf als Vrij Nederlanden voor Pauw en Witteman en dergelijke media)
Waarom iemand in de grond trappen (ouders Zandvoorts hotelletje!)die zo ongelooflijk veel werk doet op dit moment en zal doen.
Maakt u misbruik (in NRC scryptogram van gisteren \”katholieke oude traditie, of zo iets)van een embargo van de uitgeverij?
Kortom , the rest is silence (over 18 minuten)en voor u hopelijk nog veel langer.
Vrgrrhz
Beste Rob Huizinga, waarschijnlijk kunt u niet zo goed lezen, want dit lijkt me een nogal lovende recensie voor Waterdrinker. Daarnaast zijn de opmerkingen over die minuten stilte bijzonder ongepast als u de geschiedenis van iemand niet kent.
Sorry, ik had de stilte buiten beschouwing moeten laten.
Het is te gek voor woorden om te reageren op getikte woorden, maar vooruit. \’een uiterst aanstekelijk idioom, de taal van het enthousiasme, onnavolgbaar hilarisch, een van de koningen van de zelfspot, een fijne sneer, neemt geen blad voor de mond, hoogst originele blik, misschien wel de mooiste samenvatting van de pijn van de correspondent.\’ Ik neem aan dat elke auteur wel zo wil worden \’neergesabeld\’ . Heer Huizinga, u kunt beslist niet lezen en de manier waarop u op de man speelt is gezien mijn familiegeschiedenis, waarin velen het zwijgen is opgelegd, zeker op 4 mei ronduit smakeloos. Mr. A. Bauer
Sorry, sorry, nogmaals deemoedig sorry. Was onaangenaam verrast door het denigrerende \’strandhotelletje\’ en besloot meteen te reageren. Nee, Pieter Waterdrinker was, is en blijft een groot schrijver.
De vierde regel van de achtste alinea lijkt mij aanleiding te gaan lezen in hoeverre hier fictie en realiteit verweven zijn.