Interview: Even voorstellen, Rijk de Jong, voorheen bekend als Aristide von Bienefeldt
In de (nog niet openbare) najaarsbrochure van uitgeverij Marmer wordt het boek En weer zat er een Paul Newman in de keuken van Rijk de Jong aangekondigd. Een ‘uiterst spraakmakend prozawerk dat het midden houdt tussen een dagboek, een blog en een roman.’ Op Facebook circuleren al wat berichten waaruit blijkt dat Rijk de Jong de echte naam is van onze columnist Aristide von Bienefeldt. Wij wisten het natuurlijk al, maar tot nu toe is het een goed bewaard geheim gebleven wie achter het pseudoniem schuilging. We stelden Aristide von Bienefeldt Rijk de Jong een aantal vragen over deze naamswisseling.
Je hebt een prachtig pseudoniem. Waarom breng je daar verandering in?
De naamsverandering heeft te maken met de inhoud van het boek. Het boek, dat je een autobiografische roman zou kunnen noemen, gaat over de onteigening van de woning van mijn moeder, en de pogingen die ik ondernomen heb om dit te voorkomen. Bij de -vele- contacten die ik had, gebruikte ik afwisselend mijn pseudoniem en mijn eigen naam, maar toen ik merkte dat op e-mails van Aristide minder gereageerd werd dan op e-mails van Rijk heb ik het roer omgegooid. Belachelijk natuurlijk, alsof een buitenlands klinkende naam niet serieus genomen hoeft te worden. Ik heb me wel eens afgevraagd of me dit ook zou overkomen was als ik voor een Turks pseudoniem gekozen had, maar dit terzijde.
Dat ik Aristide naar de achterkamer gestuurd heb, is een knieval die ik liever niet gedaan had. Maar ik had geen keus, mijn moeder werd en wordt bedreigd, dan neem je geen risico. Het leven van mijn moeder is nu eenmaal belangrijker dan de literatuur. Als de voorstanders van de tunnel alleen met mij willen communiceren als ik me voorstel als Rijk, dan geef ik hen dat pleziertje.
Hoe ben je destijds op de naam Aristide von Bienefeldt gekomen?
De naam Von Bienefeldt schijnt in de familie van mijn moeder voor te komen, dat beweerde mijn overgrootmoeder, maar – tot nu toe! – heb ik daar niets van kunnen vinden. Een Engelse vriend heeft Aristide, om zo te zeggen, geschapen. Ik ontmoette hem in 1997 op Trafalguar Square. Hij kwam op me af, stelde zich voor, en toen ik me wilde voorstellen, legde hij een vinger op zijn mond. Hij wilde mijn naam raden. Hij dacht even na en zei toen: Jij heet Aristide. En zo werd ik Aristide.
Je pseudoniem is nog nooit echt onthuld. Hoe kon je je echte naam zo goed geheim houden?
Veel van mijn lezers geloven in sprookjes, net als ik zelf. Ze zijn niet geïnteresseerd in de rauwe werkelijkheid. En ik denk dat ze, net als jij Coen, die naam zo mooi vinden dat ze bang zijn om teleurgesteld te worden als ze de waarheid te horen krijgen.
Is dit een eenmalig uitstapje of zet je je carrière nu voort onder de naam De Jong?
Ik heb Aristide niet vermoord, ik heb hem, zei ik al, even naar de achterkamer gestuurd. Ik heb hem een pijnstiller en een slaappil gegeven. Hij mag net zo lang slapen als hij wil, uitrusten van tien jaar literaire uitspattingen, maar er komt onherroepelijk een dag dat hij weer wakker wordt.
CP
En ik heet Joost de Vries.
Leuk interview. Gefeliciteerd met je boek lieve Rijk. Ik kijk ernaar uit. Het woord \’voorheen\’ vind ik een prachtig woord.X
Rijk, Hans en ik lagen op de isoleerkamer van het Erasmus M C.De chemo, antibiotica, nierbescherming, noem maar op het druppelde bij ons binnen. Wij hebben circa 4 weken gelachen, gepraat en onze tranen gezien. Het bovenstaande interview ontroert mij, omdat ik net hoor dat Rijk is overleden. Ik schrok mij rot! Verdomme, mijn/onze Rijk die \’s nachts verhalen zat te schrijven en overdag alles deed om zijn moeder rustig te houden en zeker gelukkig te laten zijn tussen alle rotonderzoeken, en de extra chemo\’s in zijn rug. Dank dat ik iets over Rijk heb gevonden en dat ik hem nu kan gedenken. Ik heb het boekje \”de avonturen van mijn rode flesje\” van hem gekregen met een extra lief geschreven stukje voor mij. Ik zal het koesteren.
Maria van Woenzel Rotterdam