Interview: Lex Jansen – ‘Het bloed kruipt waar het niet gaan kan’
Twee weken geleden maakte Lex Jansen, oud-uitgever bij De Arbeiderspers, bekend dat hij schrijfcursussen gaat aanbieden in Utrecht en in Frankrijk. Onder de bedrijfsnaam Magonia gaat hij ook weer boeken uitgeven. Tzum vroeg Jansen wat zijn plannen zijn.
In september beginnen jouw schrijfcursussen. Wat voeg jij toe aan al die cursussen die al op dat gebied bestaan?
Ik ben ruim 12,5 jaar uitgever geweest van de literaire uitgeverij De Arbeiderspers. Mijn loopbaan ben ik begonnen in het onderwijs. Zeventien jaar heb ik voor de klas gestaan. Daarnaast gaf ik ook vakdidactiek. Vervolgens heb ik ruim twintig jaar in de uitgeverij gewerkt. Eerst ontwikkelde ik met een aantal auteursteams leergangen Frans, Duits en Engels, daarna maakte ik de overstap naar de literaire wereld. Bij de cursussen die ik onder de vlag van Magonia organiseer komen die twee zaken bij elkaar. Mijn expertise als uitgever en mijn onderwijservaring komen in Magonia samen.
Het afgelopen decennium heb ik met heel veel schrijvers gewerkt. Ik ken het plezier, maar ook de vertwijfeling. Natuurlijk is iedere schrijver uniek, maar ik herken in allen een existentiële onzekerheid over wat ze doen. Vergeet ook niet dat ik met twee schrijvers mijn leven deel. Arthur Japin en ik zijn al haast vijfendertig jaar samen, sinds bijna twaalf jaar is Benjamin Moser bij ons. Dagelijks zie ik wat het betekent om te schrijven. Mijn blik, mijn kennis en ervaring geven het unieke karakter aan de cursussen van Magonia.
Magonia wordt ook een kleine uitgeverij. Hoop je dat je mensen via de cursussen van Magonia ontdekt of heb je heel andere plannen met die uitgeverij?
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, Coen. Ik ben een uitgever in hart en nieren. Ik kan me inderdaad goed voorstellen dat er onder de cursisten schrijvers zitten waarvan ik denk dat ze uitgegeven moeten worden. In het huidige literaire veld is er niet heel veel plek voor nieuw talent. Ik weet dat Magonia een kweekvijver kan zijn. Daarnaast wil ik bijzondere en mooie boeken uitgeven. Schoonheid, creativiteit en scheppingsdrang heb ik hoog in mijn vaandel geplaatst. Ik ben ervan overtuigd dat daar altijd interesse voor zal zijn. Tenslotte kan ik me ook goed voorstellen dat gevestigde auteurs graag eens iets anders willen doen en dat dat niet altijd even goed past bij hun uitgeverij. Neem bijvoorbeeld een thrillerschrijfster die een dichtbundel wil publiceren. Zoiets zou heel goed passen bij Magonia.
Vanwege de kleinschaligheid zal het aanbod beperkt blijven, maar ik kan me ook voorstellen dat er een vorm van samenwerking komt met bestaande uitgeverijen. Met De Arbeiderspers, Querido, of Nijgh en Van Ditmar zijn er nog altijd warme betrekkingen.
Een van de cursusplaatsen is La Roumayère. Dat is praktisch omdat je daar ook deels woont, maar wat is de meerwaarde voor een cursist?
Het is zoals je het zegt, La Roumayère zal één van de cursusplaatsen zijn. De ander is in de oude binnenstad van Utrecht. Wat beide plekken gemeen hebben is de schoonheid en de rust van de omgeving. In Utrecht is er voor Magonia een mooi appartement ingericht, onder de kloostermoppen van het voormalige klooster van de Minrebroeders. La Roumayère is gebouwd op een fantastische plek, aan de rand van het bos. Het landgoed telt meerdere gebouwen en er zijn prachtige werkplekken. De meerwaarde van zo’n plek zal voor iedereen anders zijn, maar het is een omgeving waar je je uitstekend kunt concentreren, waar je even ‘weg’ bent van alles wat je dagelijks afleidt. Bovenal is het een plek die inspireert. Vergeet niet dat in het dal van de Vézère mensen al 40.000 jaar geleden vorm gaven aan wat er in hen leefde. Op rotswanden en in prehistorische grotten zien we hun schilderingen, uitingen van soms zeer persoonlijke expressie.
Even een domme vraag: stel dat ik de beginnerscursus in La Roumayère ga volgen. Zit ik dan de hele dag te schrijven of heb ik ook nog tijd om van de omgeving te genieten?
Je hoort de uil roepen, of de herten burlen, het zwembad lonkt, of de zon nodigt je uit om een middag niets te doen, dan moet het toch wel heel gek lopen als we aan dat alles voorbij zouden gaan, snap je? Bij de invulling van de cursussen – of het nu om de beginnerscursus, de cursus voor gevorderden, of de masterclass gaat – houd ik automatisch rekening met de cursisten en wat er in een groep gebeurt. Schrijven is ook denken, praten, overleggen, om je heen kijken, ervaren, dromen, analyseren, formuleren, herformuleren etc. Daar komt nog bij de je omgeving altijd ook een voedingsbodem is voor wat je schrijft.
Als oud-uitgever bij De Arbeiderspers heb je natuurlijk honderden manuscripten langs zien komen. Iedereen kent de deprimerende ‘slush pile’, maar daar kan natuurlijk altijd een meesterwerk tussen zitten. Hoe herken jij talent?
Zoals je iemand niet kunt leren musicus te worden, zo kun je iemand ook niet leren schrijver te zijn. Het eerste wat ik zie als ik een onbekende tekst lees, is dit: hier is een schrijver aan het woord, óf hier is iemand aan het woord die iets opschrijft. Dat is het begin. Ik kies voor de schrijver.
Daarna zoek ik naar de innerlijke noodzaak om te schrijven. Die moet ergens geworteld zijn. Pas bij een volgende stap let ik op stijl, coherentie, perspectief, overtuigingskracht en dergelijke. Als ik het talent zie, kan ik meestal heel goed de rol van begeleider op me nemen. Dat zeg ik uit ervaring. Ik heb niet voor niets een behoorlijk aantal debutanten begeleid, naast auteurs als bijvoorbeeld Anna Enquist, Maarten ’t Hart, Christiaan Weijts, Rosita Steenbeek, Marion Bloem, Joost Zwagerman, of Ilja Leonard Pfeijffer. En voor het werk van Arthur Japin geldt dat ik altijd de eerste lezer ben. Ik heb het overigens nooit vervelend gevonden om in de slushpile te grasduinen!
Voor de beginnersgroep en gevorderdengroep heb je een bovengrens van 15 deelnemers, bij de masterclass slechts 10. Geldt de regel: vol is vol of selecteer je de deelnemers?
Als iemand open staat voor begeleiding, kan hij/zij er veel baat bij hebben. Het beginniveau zegt niets over het eindresultaat. Ik zal dus niet al van tevoren een kwaliteitsoordeel geven. In die zin geldt de waardevrije regel: vol is vol. Als ik echter de indruk krijg dat de cursus die ik bied niet past bij een bepaalde cursist, dan zal ik dat natuurlijk wel zeggen. Iemand kan ook kiezen voor individuele begeleiding, of wil misschien alleen een beoordeling van zijn manuscript.
Maar met de cursussen wil ik natuurlijk vooral bereiken dat de mensen – hoe zeg ik dat nou zonder te overdrijven – met bagage naar huis gaan. Dat ze iets in hun koffer hebben, waar ze ook echt mee verder kunnen.
Coen Peppelenbos (docent bij de Schrijversvakschool Groningen)
Voor meer informatie over Magonia, bekijk de website, de Facebookpagina of de eerste nieuwsbrief.