Nieuws: Noordelijke kranten vragen lezers die een jaar lang alleen maar boeken van vrouwen willen lezen
In de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden staat vandaag een artikel van Kirsten van Santen die lezers oproept om een jaar lang alleen maar boeken van vrouwen te lezen bij de actie #leesvrouwen2015. Jaar na jaar blijkt, onder meer uit de VIDA Count, dat er meer mannen dan vrouwen recensent zijn, meer mannen dan vrouwen gerecenseerd worden, veel meer mannen dan vrouwen prijzen krijgen. De noordelijke kranten dagen lezers nu uit om volgend jaar verandering te brengen in het scheve beeld.
Joep van Ruiten schrijft in de beide kranten overigens een stuk waarin hij stelling neemt tegen het initiatief omdat hij bang is voor een tegengesteld effect:
Wat wil een mens eten nadat hij een jaar lang aardappelen heeft gegeten? Nog meer aardappelen?
Hij doet in ieder geval niet mee ‘omdat ik niemand wil uitsluiten, man noch vrouw tekort wil doen. Mezelf niet en anderen evenmin.’
Vrouwen moeten niet zo snel in de Calimero-stand schieten. Als ze goede boeken schrijven komt het – tegenwoordig – vanzelf goed. En dat doen ze. Kijk eens naar extreem getalenteerde jonge schrijfsters als Maartje Wortel en Nina Weijers (geen jong mannelijk talent dat beter is, voor zo ver ik het weet – ik weet natuurlijk niet al te veel). Hebben die over gebrek aan aandacht te klagen? Nee toch?
Ik geloof niet dat dit de Calimero-stand is. Als het zo is dat er zoveel getalenteerde vrouwen zijn, hoe komt het dan dat nog steeds slechts een kwart van alle besproken boeken geschreven is door een vrouw en dat de cijfers bij literaire prijzen nog veel slechter zijn?
Ik vind het wel degelijk interessant om te weten welk mechanisme daar achter schuilgaat (het geldt voor mijn eigen recensie- en onderwijspraktijk evenzeer).
Je moet je dan ook afvragen: welk deel van alle gepubliceerde boeken is door vrouwen geschreven? En wat zijn dat voor boeken?
Eind jaren negentig werd de markt gedomineerd door vrouwelijke bestsellerauteurs als Connie Palmen, Anna Enquist en Rascha Peper. Mannelijke auteurs hoorde je toen vaak zuchten: ik laat me ombouwen.
Waarom is dat veranderd? Bovengenoemde vrouwelijke auteurs werden niet door iedereen zo hoog aangeslagen. De waardering was groter voor Doeschka Meijsing, Hella Haasse, Charlotte Mutsaers, Marja Brouwers. Waar zit hem dat in?
Door vrouwen geschreven boeken domineren tegenwoordig vooral de thrillermarkt. Wat veroorzaakte die verschuiving?
En waarom bestaat het publiek vooral uit vrouwen? In literaire jury\’s zitten trouwens ook veel vrouwen, de laatste jaren. Waarom kiezen die dan niet vaker een vrouw?
Kort om: allemachtig veel dat moet worden onderzocht en het moet wel snel, want als Maartje Wortel over een paar jaar de AKO- en de Librisprijs heeft gewonnen is alles weer anders.
Je vooronderstellingen kloppen niet. Zo verkocht Rascha Peper wel goed, maar ze was geen bestsellerauteur. Doeschka Meijsing werd hoog gewaardeerd, maar ze heeft ondanks die hoge waardering merkwaardig weinig prijzen gewonnen (daar kwam pas in 2008 verandering in). Hella S. Haasse voelde zich stelselmatig tekort gedaan.
Dat vrouwen in de jury\’s vrouwen moeten kiezen is ook geen goed uitgangspunt; mannen zouden zich moeten afvragen waarom zij zo weinig vrouwen een prijs geven.
Er hoeft niet veel onderzocht te worden, want de grote lijnen zijn al jarenlang dat slechts een kwart of een derde van de besproken boeken in de krant door vrouwen geschreven zijn, dat de verhouding man-vrouw bij de toekenning van literaire prijzen bijzonder laag is en, om maar een willekeurig voorbeeld te noemen, het Boekenweekgeschenk voornamelijk door mannen geschreven mag worden – Anna Enquist was in 2002! de laatste vrouw.
Van Rascha Peper werden op z\’n minst tienduizenden boeken verkocht, per boek. Van de andere twee honderdduizenden. De vraag is: hoeveel moeten ze verkopen om mijn veronderstellingen wel te laten kloppen?
Doeschka Meijsing won onder meer de AKO-prijs – en terecht – geweldige schrijfster! -,en wat heeft Hella Haasse niet allemaal gewonnen? En W.F Hermans voelde zich ook tekort gedaan. Tsja.
Ik schreef helemaal niet dat vrouwen in de jury\’s vrouwen moeten kiezen; ik stelde de vraag: waarom doen ze het niet? Om precies te zijn: ik vind niet dat ze vrouwen moeten kiezen, maar kwaliteit.
Daarna ga je niet in op mijn vraag: hoeveel van alle gepubliceerde boeken is door vrouwen geschreven en wat voor boeken zijn het?
Ik blijf erbij: deze kwestie is ingewikkeld, er moet over worden nagedacht, er moeten meer vragen worden beantwoord. Je plakt er te snel een generalisatie overheen.
Toen ik Doeschka Meijsing interviewde in 2003 zei ze: \’Het zit met prijzen en mij heel raar. Dit is pas de derde prijs die ik gewonnen heb. Daarvoor heb ik de Multatuli-prijs en de Annie Romein-prijs gekregen. Als je dat vergelijkt met Robert Anker die zowat alles gewonnen heeft wat er te winnen valt, voor zowel poëzie als proza, dan is mijn oogst buiten gewoon karig.\’ De AKO-prijs kreeg ze pas in 2008.
Dat jij een aantal vrouwen kunt noemen die wel goed verkopen en wel waardering krijgen doet niets af aan het feit dat vrouwen binnen de literaire wereld minder aandacht en minder prijzen krijgen. Dat kun je gewoon turven. De OPZIJ-redactie deed dat vorig jaar, VIDA Count doet het voor de Amerikaanse markt (kijk eens naar: http://www.vidaweb.org/new-york-review-of-books-2013-vida-count/) Hoezo generalisaties? Je kunt het gewoon zien.
Iedereen zal in elke jury zeggen dat er voor kwaliteit gekozen wordt, waarom leidt die keuze dan bijna altijd tot de bekroning van een man. Volgens mij zou jij eerst eens moeten beginnen met de vraag of jij ook meer mannen dan vrouwen leest en de vraag moeten proberen te beantwoorden hoe dat komt.
Dat er een deuk in je auto zit kun je ook gewoon zien, maar hoe komt die deuk daar? Dat kan best ingewikkeld liggen.
Niet door te ontkennen dat die deuk er zit.
Doe ik ook niet. Maar je kunt bijvoorbeeld in razernij ontsteken omdat je denkt dat de buurman hem heeft gemaakt – en genieten van je woede – terwijl je hem zelf hebt gemaakt. In afwachting van het Nederlands elftal – vreemd genoeg elf mannen – begraaf ik me nu weer in het werk van Charlotte Mutsaers, Doeschka Meijsing, Donna Tartt, Nina Weijers en allerlei andere geweldige schrijfsters!
En zo blijf je om de hete brij heen draaien. Iedereen kan een rijtje geweldige schrijfsters noemen, iedereen kan ook een rijtje prijswinnaars noemen, maar je moet volgens mij eerst constateren dat de cijfers niet liegen. Door meteen de vragen te stellen \’welk deel van alle gepubliceerde boeken is door vrouwen geschreven? En wat zijn dat voor boeken?\’ neem je al afstand van die cijfers, want de impliciete bewering daarbij is: er zullen wel minder vrouwelijke schrijvers zijn en ze zullen wel voornamelijk thrillers schrijven. Het gaat denk ik om een structureel probleem (waar ik als recensent/docent ook deel vanuit maak) en in je reacties zie ik nog steeds niet dat jij dat probleem onderkent.
Verfrist door Tim Krul (volgens mij een omgebouwde vrouw). Ik ben ook helemaal niet van plan dat probleem te onderkennen. Als vrouwen willen dat hun boeken net zo vaak besproken worden als die van mannen, zit er in deze geemancipeerde tijden, met zoveel vrouwelijke critici, bij de grote kranten net zoveel als mannen, met zoveel vrouwen die bij uitgeverijen werken, voor mijn gevoel minstens zoveel als mannen, en met zoveel vrouwelijke lezers, wel drie keer zoveel als mannen, en met zoveel vrouwelijke juryleden, evenveel als mannen, maar één ding op: net zoveel goede boeken schrijven als mannen. De laatste twee AKO-prijzen gingen overigens naar een vrouw, de laatste Pulitzerprijs en de laatste Bookerprijs ook.
Niet klagen en zeuren, maar schrijven!
De Bookerprijs werd de afgelopen jaren ook maar liefst twee keer gewonnen door Hilary Mantel, ook leerzaam om even te kijken wat ze verder allemaal won. Ook leerzaam om even te kijken wat de zich verongelijkt voelende Hella Haasse allemaal won.
En nu ik toch bezig ben, ook even de prijzenlijst van Robert Anker en die van Douschka Meijsing vergelijken: ontloopt elkaar niet.
Kijk naar de lijst van winnaars van de Booker Prize en tel maar na: http://en.wikipedia.org/wiki/Man_Booker_Prize
Doeschka Meijsing deed haar uitspraak (ik zei het al twee keer eerder) voor de terecht bekroonde Over de liefde. Ze was toen al zestig. Daarvoor heeft ze één echte prijs gekregen: de Multatuliprijs en de Tzumprijs. Naar aanleiding van de laatste bekroning deed ze die uitspraak. Ze kon toen al moeilijk rekening houden met prijzen die ze vijf jaar later zou gaan winnen.
Je blijft maar komen met individuele gevalletjes, zonder dat je kijkt naar het algemene patroon. je kunt toch nog wel tellen, Wouter? Bekijk dit rijtje nu eens http://nl.wikipedia.org/wiki/P.C._Hooft-prijs of bijvoorbeeld de Bordewijkprijs: http://nl.wikipedia.org/wiki/Bordewijkprijs.
Tellen gaat redelijk, wel heb ik me vergist. Van de laaste drie AKO-prijzen gingen er twee naar vrouwen, maar Peter Terrin zat er tussenin. Ik was zo vol van die vrouwen, dat ik hem even kwijt was.
Och, laten we dan meteen naar de hele lijst kijken vanaf 1987. Bij de 27 winnaars tellen we 6 vrouwen. Je neemt steeds een detail waarop je gelijk hebt, wederom zonder naar het grotere geheel te kijken.
Eind jaren negentig waren er nog veel meer zeer succesvolle literaire schrijfsters in Nederland, allemaal met verkopen soms ver boven de honderdduizend. Margreet de Moor, Renate Dorrestein, Vonne van der Meer, Helga Ruebsamen en Pauline Slot, in die tijd ook goed voor een enorme bestseller. Waarom is dat nu minder sterk het geval? Met zoveel vrouwelijke critici, juryleden en lezers kan het niet door discriminatie komen.
Hella Haasse en Doeschka Meijsing voelden zich miskend, maar kijkend naar de feiten, je kunt het gewoon zien, hadden ze geen gelijk. Hetzelfde geld bijvoorbeeld voor W.F. Hermans
Ook kunnen zoveel succesvolle schrijfsters, wat Nederland betreft gaat het nu over Marja Brouwers, Charlotte Mutsaers, Douschka Meijsing, Hella Haasse, Connie Palmen, Anna Enquist, Rascha Peper, Pauline Slot, Helga Ruebsamen, Margreet de Moor, Renate Dorrestein en Vonne van der Meer, wat het Engelse taalgebied betreft gaat het vooralsnog over Hilary Mantel, Eleanor Catton en Donna Tartt, (en het gaat over miljoenen verkochte boeken) lijkt me niet weggezet worden als individuele gevalletjes.
Stelling: sinds de jaren tachtig is er geen relatie meer tussen het succes van vrouwelijke schrijfsters en vrouwendiscriminatie.
Ten slotte een vraag die me al een tijdje fascineert. Sinds de tweede feministische golf zie je in alle maatschappelijke sectoren steeds meer vrouwen verschijnen. Er is één terrein – te klein en te marginaal om het een maatschappelijke sector te noemen – waar dit helemaal niet gebeurt.
Schaken.
Met intelligentie heeft dit niets te maken. Ook niet met discriminatie alleen. (Dan zouden er toch een paar individuele gevalletjes moeten zijn.) Ik vermoed dat het komt doordat schaken nergens goed voor is. Ik vraag me ook af of dit een verhelderend licht kan werpen op de discussie hierboven.
Toch nog iets! Waar is literatuur eigenlijk goed voor? bedoel ik. Je werkt je je kapot – en erger – en wat levert het ten slotte op? Wat is het nut van al dat gezwoeg?
Ik vraag me af of het typisch iets voor mannen is om zich met hun hele ziel en zaligheid te werpen op iets wat mogelijk nergens goed voor is.
Het is maar een vraag
Nog even over Douschka Meijsing. Dat ze zoveel prijzen won tegen wat het einde van haar schrijversloopbaan bleek te zijn – ze ging namelijk dood, dat had ook niet zo kunnen zijn – kwam niet doordat ze een vrouw was, maar doordat ze toen haar beste boeken schreef. En dat kwam volgens mij, het is maar een theorietje, doordat ze van de drank af was.
Aan drie zeer succesvolle schrijfsters is hierboven geen aandacht besteed. Joke van Leeuwen, Esther Gerritsen en Franca Treur. Zeker ook weer gevalletjes?
Wat te denken van Marente de Moor, trouwens?
Samenvattend: er zijn volop vrouwelijke auteurs die net zo goed schrijven,en net zoveel succes hebben als schrijvers met een piemel. Niets wijst erop dat deze vrouwelijke auteurs meer moeite hebben aandacht te krijgen.
Als er toch meer mannen schrijven en meer boeken van mannen worden besproken worden zou dit kunnen wijzen op een bepaalde psychische gesteldheid – schrijfgekte – die vaker bij mannen voorkomt. Autisme komt bijvoorbeeld ook veel vaker bij mannen voor.
Wat ben je een ontiegelijke zeur aan het worden, Wouter. De verhalen van Meijsing zijn uitstekend, haar roman De tweede man is uitstekend. Je lult steeds een eind weg en nooit ga je in op de cijfers: steeds maar individuele gevallen, nooit het totaal.
Je bewering klopt ook niet, nog steeds niet, want uit onderzoek blijkt steeds opnieuw dat slechts een derde tot een kwart van de besprekingen gaat over een boek van een vrouw. Moet ik dat nu elke keer zeggen en elke keer een linkje erbij leveren of blijf je in je autisme steken?
De tweede man vind ik ook erg goed, dat is een van die laatste romans van haar. Werd ze mee voor genomineerd voor de AKO-prijs. Ze kreeg er dus veel aandacht voor.
Ook ontken ik de cijfers uit dat onderzoek niet, alleen lijkt een andere verklaring dan discriminatie mij aannemelijker, gezien het grote aantal vrouwelijke schrijvers dat wel aandacht en prijzen krijgt.
Waarom sluit jij bij voorbaat een andere verklaring uit?
Uit het stuk van Quariachi in VN blijkt dat vrouwen ook veel minder literatuur schrijven dan mannen. Hoe zou dat komen?
Bij uitgeverijen werken minstens zoveel vrouwen als mannen. De kans dat een boek van een vrouw een bestseller wordt is, met zoveel vrouwelijk lezers, groter dan bij een boek van een man. Aan de houding bij de toegangspoort kan het niet liggen lijkt me.
Waaraan dan wel?
Mijn hypothese is dat literaire bezetenheid vooralsnog meer bij mannen voorkomt. Wat pleit daartegen?
Wie weet verandert het in de toekomst.
De stelling dat ik een zeurende autist ben is volgens mij niet relevant voor de discussie.
Coen, laat vrouwen zichzelf verdedigen.
Jij maakt van hen slachtoffers zonder dat ze dat (willen) zijn.
Daar bewijs je ze geen dienst mee.
Stop dus onmiddellijk met die flauwekul.
Welk geslacht een schrijver heeft is (gelukkig) van geen enkel belang.
Waarom maak je je niet druk over het lage aandeel mannen in de prostitutie – dát is pas discriminatie.
Ik denk dat de beweging bij mannen moet komen, niet bij vrouwen. Ik maak overigens geen slachtoffers van ze, ik haal een paar cijfers aan. Het zijn hier alleen mannen die hier reageren alsof hun speeltje wordt afgepakt.
De blanke \’gezonde\’ zich superieur voelende heteroman van 50 plus maakt nog steeds overal de dienst uit. In de politiek, het zakenleven en ook in de literatuur. Erger nog: hij kiest de \’uitverkorenen\’. Met zijn goedkeuring ontstond bijvoorbeeld de knuffelallochtoon.
Men kan erg gehecht zijn aan een misstand, ook als die misstand al lang niet meer bestaat. Dat heeft allerlei voordelen. Het maakt het leven helder en overzichtelijk. En alles is altijd de schuld van die misstand, nooit van jezelf.
Zo kwamen sommige verzetsmensen na de oorlog tot de ontdekking dat ze de oorlog misten.
Stel eens dat de situatie omgekeerd was: er werden meer literaire boeken gepubliceerd door vrouwen en dientengevolge ook meer van zulke boeken besproken – iets waar ik niets op tegen zou hebben, tenzij er een misstand aan ten grondslag lag – zouden Coen en Flip dan ook zo vertoornd zijn?
Wouter wil graag dat ik vertoornd ben, maar zelfs naarmate zijn vergelijkingen potsierlijker en onzinniger worden: ik ben het niet. Ik geef steeds de objectief aantoonbare gegevens en Wouter zet daar continu een uitzondering tegenover die zijn standpunt moet verklaren. Het doet, als ik ook eens een vergelijking mag inbrengen, denken aan de discussie over de gevaren van roken. Je kunt wetenschappelijk aantonen dat roken slechts is voor de gezondheid, maar Wouter Godijn zal dan komen met een man die 100 is geworden en elke dag een pakje Gauloises heeft weggepaft.
Als ik een emotie heb, dan is het vooral mededogen bij zoveel onzin van Godijn.
Coen,
je onderschat je eigen onnozelheid en je overschat de wetenschap met haar \’objectief aantoonbare gegevens\’
feiten komen pas tot leven bij een interpretatie, hoe onzinnig die ook mag zijn
je blijft vrouwen degraderen tot slachtoffers, ben je misschien bang voor ze?
Toon dan eens aan waar ik vrouwen tot slachtoffers degradeer, in plaats van het te zeggen en door nu al twee keer met een licht homofobische ondertoon iets te suggereren. Ik snap dat je weer wilt provoceren (gaap, gaap), maar tot nu toe zie ik twee opgewonden mannetjes die geagiteerd reageren zonder een argument dat hout snijdt.
Je vergelijking klopt niet. Je constateert een bepaald feit, of dat feit een misstand is, is helemaal niet zeker. Het feit dat vrouwen minder worden besproken dan mannen. Een ander feit, dat vrouwen ook minder literaire boeken schrijven, betrek je niet in je betoog, want dat komt je niet uit. Ook mijn vraag: wat zou je doen als er minder mannen werden besproken beantwoord je niet – komt je ook niet zo goed uit. Je veronderstelt dat er sprake is van discriminatie, maar daarvoor heb je geen enkel steekhoudend argument. Jij lijkt meer op iemand die volhoudt dat de aarde plat is en alle gegevens die op iets anders wijzen hardnekkig negeert
Misschien is mijn uitgangspunt wel anders: ik ga er bij voorbaat van uit dat vrouwen niet slechter schrijven dan mannen. Dat vrouwen wellicht minder literaire boeken schrijven is hier niet aan de orde, maar de vraag of recensenten die boeken als meer of minder literair zien.
Mijn opmerkingen gaan continu over literaire boeken.
Als er minder mannen besproken zouden worden, dan zou dat ook een interessant punt zijn, maar dat is niet zo. We kunnen nog wel meer als-vragen stellen, maar die zijn niet aan de orde. Het steekhoudende argument is dat vrouwen minder besproken worden.
Het woord discriminatie heb ik volgens mij, op deze zin na, nog niet gebruikt. Alleen jij en Dautzenberg gebruiken die term.
Door maar vast te houden aan het idee dat er vast honderd andere mogelijkheden zijn om de ongelijkheid in de besprekingen te verklaren, ben jij meer van de hopeloos conservatieve school die verklaart dat de aarde plat is.
Ingaand op wat Anton Dautzenberg eerder tegen Coen Peppelenbos zegt: ik vind niet dat ik mezelf moet verdedigen en hij ten onrechte voor mij spreekt. Die redenatie gaat ervan uit dat het alleen voor mij een probleem is omdat ik een vrouw ben.
Het lijkt me dat je als persoon moet kijken naar wat er aan de hand is, niet eerst naar beneden of je een penis of vagina hebt. Dat het een structureel probleem is, zoals Coen Peppelenbos als uitgangspunt dan ook aanneemt.
Het zou het probleem moeten zijn van iedereen die verwacht dat de literaire wereld een accurate weerspiegeling is van de boeken die overal ter wereld geschreven worden.
Nee, nu zijn we het eens eens. Ik ga er vooralsnog ook vanuit dat vrouwen niet slechter schrijven dan mannen. Maar als Quariachi goed geteld heeft is het toch zo dat minder vrouwen literatuur schrijven. Er zijn namelijk veel minder inzendingen van vrouwen bij de Librisprijs. Dat kan dus niets te maken hebben met de instelling van mannelijke critici, dat ligt aan de inzenders, de uitgeverijen, en die sturen alle boeken die zij als literatuur beschouwen in. Mannen hebben bij de uitgeverijen geen meerderheid, kijk eens naar mijn eigen uitgeverij. En dan hebben vrouwen dus het grote voordeel dat het publiek voor tweederde (of meer, ik weet het precieze aantal niet en blijf daarom aan de veilige kant) uit vrouwen bestaat. Je blijkt mijn vragen te beantwoorden als ik er uitdrukkelijk om vraag en daarom doe ik dat weer: heb ik gelijk met mijn bewering over dat publiek of niet?
Ik denk zelf dat discriminatie een verklaring is voor het kleinere aantal vrouwelijke literatuurschrijvers tot, pakweg, de jaren tachtig van de vorige eeuw.
Dat de huidige stand van zaken erdoor verklaard kan worden, vind ik onwaarschijnlijk. Als we ervan uitgaan dat er ook minstens evenveel talent bij vrouwen aanwezig is – uit onderzoek blijkt dat vrouwen zelfs veel meer taalgevoel hebben dan mannen – moet er een andere verklaring zijn. Daar ben ik dus naar op zoek.
Dag heren,
Deze vrouw geeft Peppelenbos graag complimenten voor zijn geduld met de andere deelnemers aan deze discussie. En wil erop wijzen dat de argumenten van zij die de VIDA telling bagatelliseren, strategieën toepassen die al honderden keren herhaald zijn. Misschien moeten jullie de harde cijfers, gekoppeld aan de geleefde werkelijkheid van vrouwelijke auteurs, eens een keertje serieus nemen. Samen wijzen die harde en zachte gegevens namelijk duidelijk in de richting van structurele discriminatie en onderwaardering van vrouwen en hun werk. Dit mechanisme is niet alleen voor literatuur aangetoond, maar ook voor wetenschap, kunst, arbeid, ga zo maar door. Zie onder andere http://blogs.scientificamerican.com/unofficial-prognosis/2012/09/23/study-shows-gender-bias-in-science-is-real-heres-why-it-matters/
Godijn & co, ga eerst eens wat wetenschappelijke onderzoeken lezen, kijk wat het effect is als bovenaan precies hetzelfde CV een mannen- of een vrouwennaam staat, en luister serieus naar wat vrouwen te vertellen hebben. Misschien dat jullie bijdrage aan dit type discussie dan wat constructiever zal worden.
O ja, tussen de bedrijven door heb ik ook eens nagekeken hoe het precies zit met de jury\’s van de grote literaire prijzen. Een kleine meerderheid van vrouwen, tenzij ik me vertel. Die meerderheid was wat groter, maar is onlangs kleiner geworden door het vertrek van Fleur Speet. De voorzitters heb ik niet meegeteld.
Ja, Wouter.
Enig zelfinzicht is wel vereist. Dat starre gedoe van je is dodend.
Een homofobische ondertoon?
Man, je lijkt wel gefrustreerd.
Wat is je probleem?
Lees de laatste prachtromans van Jannie Regnerus, Maartje Wortel en Elisabeth van Nimwegen en je beseft dat je onzin vertelt. Man/vrouw, een dichotomie waar jij blijkbaar behoefte aan hebt – en dus blijf je die benoemen.
Tot zover de zinnige bijdragen van Anton Dautzenberg. Iemand die het niet met hem eens is, is bang voor vrouwen of is gefrustreerd. Ik ken dat soort \’argumenten\’. En dat van een man die in de discussie over pedofielen altijd redelijke argumenten wil horen in plaats van onderbuikgevoelens.
Misschien moet Dautzenberg eerst eens iets lezen voordat hij iets schrijft. Er is hier niemand die beweert dat vrouwen geen prachtige boeken schrijven. Daar gaat de hele discussie niet over.
Coen,
wanneer iemand kritiek op je heeft, schiet je in een kramp en strooi je met woorden als \’haantjes\’ en \’homofoob\’. Dat is zinnig zullen we maar zeggen. Gelukkig trekt de Literatuur zich niks aan van het geslacht van de schrijver.
en ook lekker dat je in deze discussie pedofielen weet te betrekken. Je bent de weg een beetje kwijt, lijkt me zo.
Dat komt omdat je tot nu toe nog geen enkele zinnig argument weet in te brengen. Het gaat om je gebrek aan argumenten. Als je tegen een homo zegt dat zijn argumenten misschien voortkomen uit angst voor vrouwen en dat hij zich moet bezighouden met het lage aandeel mannen in de prostitutie dan ben je op een erg laag niveau aan het discussiëren. Precies op dezelfde manier waarop in het pedofielendebat met jou wordt gediscussieerd. Over de weg kwijt zijn gesproken.
ik had het niet tegen een homo, ik had het tegen een schrijver
en daar is wat mij betreft alles mee gezegd
Beste Ida, de vraag of vrouwen in het hedendaagse Nederland nog steeds worden gediscrimineerd is hier wat mij betreft niet aan de orde – ik denk dat dat in sommige sectoren van de maatschappij nog wel het geval is. Het gaat mij om de vraag of dat ook in de literatuur nog steeds zo is. In de literatuur werken evenveel vrouwen als mannen, soms meer, en het publiek, de lezers, dat zijn voor de overgrote meerderheid vrouwen.
De cijfers die Quariachi in zijn zeer lezenswaardige stuk noemt – het stuk is veel beter dan de hier gevoerde discussie, inclusief mijn eigen gemurmel – wijzen in een heel andere richting. Vrouwen schrijven minder literatuur. Het gaat dus niet om een kwalitatief, maar om een kwantitatief verschil. Daarmee is ook de vraag hoe het komt dat er meer boeken van mannen worden besproken beantwoord: niet omdat er wordt gediscrimineerd, maar omdat er nu eenmaal meer literaire boeken van mannen zijn. Dat wordt uitgemaakt door de uitgeverijen die hun literaire boeken insturen voor literaire prijzen en bij die uitgeverijen is geen sprake van een mannelijke meerderheid.
Natuurlijk zou er in de toekomst vanalles aan de bovenstaande situatie kunnen veranderen, waarom niet? Alles verandert nu eenmaal altijd.
Tenzij er iets niet klopt aan Quariachi\’s berekeningen, is er nu wat mij betreft niet veel meer om over te redetwisten. Ik keer terug naar mijn manuscripten en wens mijn geachte opponenten het beste.
Goed stuk van Lieke Marsman
Het vingertje van Ouariachi – hoe Jamal Ouariachi toch geen feminist werd
5 March, 2014 (15:28) | Lieke Marsman
Alweer een stuk van iemand die het idee dat ze niet gediscrimineerd wordt gewoon niet kan verdragen. Haar hele wereld stort in bij de gedachte. Nu ben ik echt-echt weg.
Dag Wouter Godijn,
Ik vind het zeeeeer apart dat je Quariachi’s beweringen meer gewicht geeft dan al die gedegen wetenschappelijk onderzoeken, inclusief controlegroepen, willekeurige verdelingen enz enz enz., die overduidelijk aantonen dat een CV of tekst met een vrouwennaam erboven, automatisch lager gewaardeerd wordt dan exact dezelfde tekst of CV met een mannennaam erboven. Dat heeft vergaande gevolgen voor de wil om te schrijven, de kansen om gepubliceerd te worden, de kans om enigszins normaal gerecenseerd te worden (hallo VIDA telling) en de kans om status te verkrijgen.
Ik ben in ieder geval blij om te lezen dat je welwillend toe wil geven dat je denkt dat in sommige sectoren van de maatschappij wellicht nog wel gediscrimineerd wordt. Dank daarvoor! Altijd fijn als een man vrouwendiscriminatie in theorie en schoorvoetend nog wel enigszins als idee wil accepteren. Ik wacht nu op de volgende man die mij gaat vertellen dat de emancipatie in Nederland voltooid is en dat vrouwen gewoon niet willen/niet kunnen/niet goed genoeg zijn.
Dag Ida. Daar ben ik weer. Wat mij betreft gaat de discussie helemaal niet over de vraag of vrouwen in het algemeen in Nederland nog steeds worden gediscrimineerd. Ik denk van wel.
Het gaat me om de vraag of vrouwen worden gediscrimineerd in de hedendaagse Nederlandse literaire wereld of dat er een andere oorzaak is voor het verschil in recensieaantal. Vrouwen publiceren minder literaire boeken dan mannen, zo meen ik inmiddels begrepen te hebben. Terwijl het publiek voor de overgrote meerderheid uit vrouwen bestaat en bij uitgeverijen misschien wel meer vrouwen dan mannen werken (weet ik niet). Het verschil tussen het aantal recensies en het aantal boeken lijkt helemaal niet zo groot te zijn. Verder vraag ik me af of bij het vaststellen van het recensieaantal de recensies in vrouwenbladen als de Linda, de Libelle en niet te vergeten: Opzij, wel zijn meegeteld. Dat zijn er namelijk veel.
Verder probeer ik nogal eens aan te geven dat in de bovenstaande discussie het verlangen naar een misstand en naar het bestrijden daarvan ook een rol kan spelen. Dat vult het leven zo prettig. Zelf ben ik beslist niet vrij van dat verlangen en ik voel het aanzwellen in bovenstaande discussie.
Stel eens dat er geen misstanden meer zijn om te bestrijden, wat moeten we dan? Is het leven dan niet beangstigend leeg?
Ik maak trouwens geloof ik steeds een spelfout: Quariachi moet zijn Ouariachi. Ik blijf streven naar verbetering, ondanks mijn vele fouten.