Nieuws: A.H.J. Dautzenberg vindt van alles, Shira Keller vindt van niets
Vorige week riep Abdelkader Benali schrijvers op tot meer engagement. Afgelopen vrijdag deed A.H.J. Dautzenberg ongeveer hetzelfde in NRC Handelsblad (voor abo’s hier). En alhoewel NRC Handelsblad ook dacht dat het over engagement ging, ging het volgens Dautzenberg zelf over commofidicatie commodificatie aldus hemzelf in een reactie op een stuk van Daan Stoffelsen op De Revisor. Op de tien redenen van Daan Stoffelsen schreef Chrétien Breukers op De Contrabas tien antwoorden. Op dezelfde site schreef Rutger H. Cornets de Groot een stuk tegen ‘dit in eigen ficties verstrikte warhoofd’. Maar misschien was alles wel gezegd in de eerste reactie op Dautzenberg die kwam van Rob van Essen op zijn eigen weblog. Ondertussen heeft Dautzenberg een schandpaal voor zichzelf gekocht.
Inmiddels schreef Shira Keller, een week na tijd, een reactie op ‘meneer Benali’ in de laatste van haar, volgens de redactie van Tirade ‘geweldige’, bijdragen.
Het is niet mijn ambitie me als een kip zonder kop in de politieke ren te begeven (al was het maar omdat ik van politiek geen fluit verstand heb), niet om een scheidslijn te trekken tussen de Zielige Slachtoffers en de Psychopaten, de Good Guys en de Bad Boys. Wat ik dan wel nastreef? Vergeef me als het zoetsappig klinkt, wellicht is het naïef, maar ik hoop het oprecht. Ik hoop oprecht dat ik er als schrijver in zal slagen, al was het maar bij een kleine groep lezers, het besef te wekken dat we allemaal diezelfde aap zijn. Rus, Palestijn, Amerikaan, Israëliër, Amsterdammer, schrijver, soldaat, kind, schoolmeisje, leraar of president. Allemaal schipbreukelingen op hetzelfde rotte bootje. Genoeg engagement?
‘Maar toen het uit was, was er fijne muziek van het leger.’