Recensie: Jamie Mason – Drie graven vol
Een slapstickachtige thriller
Vorig jaar debuteerde schrijfster, redactrice en blogger Jamie Mason met haar thriller Drie graven vol. Het boek werd in Amerika lovend ontvangen. Kranten als The New York Times en Publisher’s Weekly prezen haar de hemel in en vooraanstaand horror-auteur Peter Straub vergeleek haar zelfs met Hitchcock en de Coen-Brothers. Om aandacht zat de sympathiek ogende auteur sindsdien niet verlegen.
Drie graven vol opent meteen met een joekel van een dilemma: een man pleegt een moord en begraaft het lijk in zijn achtertuin, nét iets te dicht bij zijn huis. Sindsdien lijdt de hoofdpersoon Jason Getty aan nachtmerries. Hij krijgt regelmatig angstaanvallen, maar probeert voor de buitenwereld een zo normaal mogelijk bestaan te leiden. Naarmate de maanden verstrijken, neemt het knagende schuldgevoel af. Als hij een hoveniersbedrijf inhuurt om een gedeelte van zijn tuin aan te pakken, ontdekken de werkmannen plotseling de stoffelijke resten van twee andere lijken – lijken die Jason Getty daar niet heeft neergelegd.
Wat volgt is een reconstructie van de stappen die Getty onderneemt om zíjn lijk veilig onder de grond te houden. Getty is een onzekere man, die huiverig tegenover inspecteurs Tim Bayard en Ford Watts staat, doodsbang dat de vele onderzoekers en politiehonden die in zijn tuin rondneuzen zijn schijnvertoning ontdekken. Hij raakt meer en meer verstrikt in zijn eigen leugens en verzinsels. Mason beschrijft niet alleen de gevolgen van de moord: door heen en weer te springen in de tijd, gaat de schrijfster ook uitgebreid in op de voorgeschiedenis van de personages. De eenzame Getty wordt langdurig getreiterd en gemanipuleerd door zijn enige vriend in Carter County, de kleine crimineel Gary Harris, tot op het punt dat hij het heft in eigen handen neemt. Deze hoofdstukken vormen het psychologische brandpunt van het boek en maken de motieven van de hoofdpersoon duidelijk. Getty lijkt in het begin misschien een sneue figuur, een man zonder ballen of ruggengraat, maar hij wordt langzaam in een situatie gedwongen waarbij hij voor zichzelf moet opkomen en moord als enige uitweg ziet.
In eerste instantie richt het verhaal zich op Getty, maar op verschillende punten in het boek schakelt Mason over naar andere figuren. We ontmoeten bijvoorbeeld Leah Tamblin, weduwe van een van de slachtoffers, die al meer dan drie jaar naar haar verloofde Reid Reynolds zoekt. We leren vervolgens de man kennen die Reid vermoordde. Tessa, de labrador van een van de inspecteurs, speelt later ook een uitgebreide rol. Laagje voor laagje bouwt Mason het hele verhaal op en rijgt de verschillende perspectieven aan elkaar. Dat levert een rijke thriller op, met veel personages die de bühne betreden. Helaas zijn sommige achtergronden beter uitgewerkt dan andere. De scènes waarin Getty langzaam gek wordt van de wijze waarop Harris hem manipuleert, zijn wat mij betreft het overtuigendst. Omdat je als lezer weet hoe hun vriendschap gaat eindigen, kan Mason zich uitgebreid focussen op de psychologische spelletjes die Harris met Getty speelt. En de gevolgen daarvan. Erg knap geschreven. De scènes waarin Leah Tamblin voorkomt missen echter deze diepgang. Ze zijn minder genuanceerd en ogen wat overbodig.
Dat brengt ons bij de taal. Hoewel Drie graven vol is uitgebracht als een thriller, zorgt Masons taalgebruik ervoor dat het boek deze categorie overstijgt. Ze heeft nogal een opgewekte manier van schrijven, met veel beeldspraak, metaforen en lichtzinnige terzijdes. Dat levert soms mooie zinnen op, maar in een verhaal waarbij zoveel geheimen, mysteries en subplots centraal staan, waarbij je ongeduldig uitkijkt naar nieuwe ontknopingen, werpt die zwierige taal ook een drempel op. Het haalt de vaart eruit, vooral naar het einde toe. Bovendien zorgt die lichte toon voor een afstand tot het onderwerp. Daardoor wordt je als lezer nooit helemaal in het verhaal gezogen.
Carter County was een bijna landelijke vlek op de kaart, als in een sandwich ingeklemd tussen twee bruisende grote steden. De beroering kwam van twee kanten, met de overloop van drugs, diefstal en het onvermijdelijke geweld, die het gevolg waren van te veel mensen opeengepropt op te weinig vierkante meter. Daartussenin de grappenmakers die auto’s stalen, met elkaar op de vuist gingen en met brievenbussen voetbalden. Mid-County kon zich slechts beroemen op drie allround rechercheurs zonder kouwe drukte. Maar die beenruimte werd eerder gewaardeerd dan betreurd, en de werkdruk was net voldoende om iedereen min of meer welgemoed aan het klagen te houden.
Het gaat misschien een beetje ver om Drie graven vol een thriller met een hoog kluchtgehalte te noemen, tijdens het lezen moest ik regelmatig aan verschillende slapstick-scènes van Buster Keaton of Laurel en Hardy denken. Dat komt niet alleen door de lichtvoetige beschrijvingen. Ook de pechfactor, die de verschillende personages regelmatig overvalt, zorgt voor een komisch effect. Het is net alsof je iemand tegen een lantaarnpaal ziet lopen: van een afstand lijkt het ontzettend dom, je wilt eigenlijk lachen, maar tegelijk besef je dat het tafereel te pijnlijk is om naar te kijken. Masons boek roept hetzelfde gevoel op: de situaties waarin zij haar personages stort zijn grimmig, de manier waarop zij hierop reageren is vaak grotesk.
Boyds aarzeling verdampte op de drempel en hij denderde met zware stappen naar de hoek van de kamer en sloeg met zijn lange armen naar de gebroken lans. Hij greep de hand die ermee zwaaide en drukte Jasons vingers hard rond het hout, waarna het uit zijn vuist rukte. Boyd greep een handvol van Jasons hemd in zijn andere vuist en ramde het geheel tot onder Jasons kin.
‘Geef me je sleutels!’
‘Jason, geef hem nou je sleutels,’ smeekte Leah.
‘Geef hem jóúw sleutels maar!’ reageerde Jason dwars door de wurggreep heen.
‘Die van mij zitten nog in de auto,’ jammerde ze.
Een andere reden waarom het boek niet echt als een thriller aanvoelt, is dat Mason de psychologische achtergronden op eenzelfde voetstuk plaatst als de plotelementen of suspense. Ze zoomt bijzonder vaak op de gedachtewereld van de personages in, op het interne conflict en de emotionele gevolgen van een moord. Voor een debutant vind ik dat gewaagd en verfrissend. Een ‘whydunnit’ in plaats van een ‘whodunnit’. Maar het boek raakt daardoor ook uit balans. Masons debuut is een oefening in het vinden van het juiste evenwicht tussen komedie, psychologie en thrillerelementen. Niet helemaal geslaagd, maar zeker een aanrader voor liefhebbers van verschillende genres.
Justin Waerts
Jamie Mason – Drie graven vol. Vertaald door Marianne Gossije. De Geus, Breda. 384 blz. € 17,50.