Opinie: Victor Schiferli over de Wet op de Vaste Boekenprijs
De wetten van de markt zijn niet de wetten van de kunst
Veel mensen hebben een mening over de Wet op de Vaste Boekenprijs. Het zijn altijd weer dezelfde argumenten die van stal worden gehaald, niet zelden door mensen die niet helemaal zijn ingevoerd in het boekenvak. Zo ook Hans Wansink (22 juli) in zijn artikel dat door de hoofdredactie van de Volkskrant instemmend wordt geciteerd.
‘Verticale prijsbinding, zoals het verbod op prijsconcurrentie wordt genoemd, is in vrijwel geen enkele bedrijfstak toegestaan,’ schrijft Wansink, daarmee de branche in een verdacht licht stellend. En mag (sinds het Verdrag van Rome) zo zijn, maar de vaste boekenprijs is al sinds 1923 in werking en in veel andere landen van de Europese Unie geldt een dergelijke regeling. Misschien is het economisch gezien een uitzondering, maar we zijn internationaal gezien in goed gezelschap.
De vaste boekenprijs in Nederland geldt voor het algemene Nederlandstalige boek buitenlandse boeken, studieboeken en wetenschappelijke boeken hebben al lang geen vaste prijs. Maar er is veel mogelijk: de boekhandel mag al na een jaar na uitgave onverkochte boeken in prijs verlagen. Ook de uitgever mag een boek al na een half jaar een gunstiger prijs geven. Zo vast is die wet dus niet. En dat e-books relatief duur zijn kun je – zoals Wansink doet – moeilijk wijten aan de vaste boekenprijs, want daar vallen ze niet onder.
In het boekenvak zijn schrijvers, vertalers, uitgevers, boekverkopers allemaal van dezelfde bron afhankelijk. Toen ik redacteur was bij De Bezige Bij juichten wij jaarlijks over nieuw behaalde recordomzetten. Maar als het gejuich was verstomd vroeg onze uitgever Robbert Ammerlaan: als je het resultaat van de drie grote bestsellers zou wegdenken, wat hou je dan over? Dan zag het jaarresultaat er een stuk minder rooskleurig uit. En dit was nog ruim voor de crisis.
Bestsellers zijn meer dan ooit een voorwaarde om te overleven – voor alle betrokken partijen, of het nu uitgevers, boekverkopers of schrijvers zijn. Nu er veel minder boeken worden verkocht en massaal illegaal wordt gedownload, treedt het verschijnsel in werking dat de rijken rijker worden en de armen armer. Met andere woorden: of je verdient nu heel erg veel met een boek, of bijna helemaal niets. De middenlaag is langzaam uitgehold. Verkocht het vorige boek van een schrijver te weinig, wordt het volgende al niet meer door de boekhandel besteld.
Daarmee komt het risico vooral bij de uitgever te liggen, die voor het besluit komt te staan of hij boeken zal uitgeven die bij voorbaat verlies opleveren. ‘Uitgevers zijn natuurlijk niet verplicht om bij wijze van liefdewerk onrendabele titels uit te geven,’ zegt Wansink. Onrendabel is waardeloos, lijkt hier de verzwegen boodschap. Maar de wetten van de markt zijn niet de wetten van de kunst. Harry Mulisch publiceerde al decennia voor hij zijn eerste publieksbestseller had. Herman Koch en Jan Siebelink schreven vele boeken voordat ze ongekende bestsellerauteurs werden. Een uitgever is natuurlijk nooit verplicht om een boek uit te geven, maar het is wel zijn plicht om uit te geven waar hij in gelooft. Om de schrijver in wie hij een talent ziet een kans te geven. Dat talent is alleen te meten met intelligentie, belezenheid, durf en hart voor de zaak.
Schrijvers die te weinig verkopen moeten zich maar richten tot een van de ’tientallen fondsen’ die er zijn voor de ondersteuning. Hoewel ik zelf bij een van die fondsen werkzaam ben zou ik er geen tientallen kunnen opnoemen, hooguit een handvol, en in feite alleen het Letterenfonds voor literatuur en het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten voor nonfictie. Maar je kunt net zoveel aanvragen als je wilt, als je boek niet meer verschijnt kom je bij deze instanties niet in aanmerking. En voor steeds meer schrijvers en dichters is het een realiteit dat de uitgave van hun volgende boek geen automatisme meer is.
De laatste jaren is de omzet in boeken met 25 procent gedaald. Wansink wijt dit aan de hoge verkoopprijzen van boeken. Maar is dat zo? In 2012 werden in Nederland 43½ miljoen boeken verkocht. De omzet was 545 miljoen. Dit levert een gemiddelde prijs op van € 12,52. In 2013 was de omzet 525 miljoen uit 41 miljoen verkochte boeken. Gemiddeld € 12,80 (rapportage kerncijfers Koninklijke Vereniging van Boekverkopers). Volgens een andere rapportage (die van de Groep Algemene Uitgeverijen) was de gemiddelde prijs voor het papieren boek in januari 2013 € 12,40. Dat is net zoveel als een bioscoopkaartje, en je koopt er net vier cappuccino’s voor. En die gemiddelde prijs zweeft al heel lang rond dit bedrag. Het lijkt dan ook veel waarschijnlijker dat – ondanks de relatief lage verkoopprijs – de omzetdaling van 25% door de recessie en illegaal downloaden is ingezet. De voorzitter van het MKB luidde begin 2013 al de noodklok voor de gehele detailhandel.
Wansink gaat er vanuit dat, zodra je de vast boekenprijs loslaat, winkelprijzen massaal omlaag zullen gaan. Natuurlijk zal er gestunt worden, maar alleen door winkelketens en met bestsellers, die in grote hoeveelheden kunnen worden ingekocht, waardoor ze hogere kortingen bij uitgevers kunnen bedingen. Het niet-traditionele afzetkanaal (supermarkt, warenhuis, benzinestation) gaat de nieuwe Grisham of Oliver voor prijzen verkopen die de boekhandel niet kan evenaren zonder er per boek op toe te leggen. Boekhandels die niet op deze schaal kunnen inkopen gaan eraan onderdoor. Uitgevers zullen zich noodgedwongen richten op het uitgeven van risicoloze, commerciële titels.
In België is men bezig met een omgekeerde ontwikkeling. Er wordt onderzocht of er een vaste boekenprijs kan worden ingevoerd. De onafhankelijke boekhandel in Vlaanderen heeft veel last van concurrentie door winkelketens. Daar liggen bestsellers vaak tegen zeer scherpe prijzen hoog opgetast. Naar boeken die geen blockbusters zijn, is het hard zoeken.
In een tijd waarin het boekenvak in zwaar weer verkeert, zou het de slechtste timing ooit zijn om de wet op de vaste boekenprijs af te schaffen. Het schrijven, uitgeven, verkopen en breed onder de aandacht brengen en verspreiden van Nederlandstalige boeken vormt een essentieel onderdeel van onze cultuur, en we voeden er generaties lezers mee op. Het gaat hier om wat kwetsbaar is en dus bescherming verdient – onder meer met deze eenvoudige en nog altijd doeltreffende wet.
Victor Schiferli
(auteur en beleidsmedewerker van het Nederlands Letterenfonds)
Met dank aan Erik Hoekstra van Boekhandel Broekhuis
Dit stuk verscheen eerder (iets ingekort) op de opiniepagina van de Volkskrant op 2 augustus 2014.
Een bijdrage aan discussie op Facebook over #vasteboekenprijs uit Amerika van uitgever @DeepVellum. pic.twitter.com/gUAKOFIUf8
— Victor Schiferli (@victorschiferli) 2 augustus 2014
Studie- en wetenschappelijke boeken hebben nog wel een vaste prijs. Het zijn de boeken voor het voortgezet onderwijs (schoolboeken) die geen vaste prijs kennen.
En als we het toch over feiten hebben: in 1924 spraken de erkende boekhandelaren onderling af dat ze voor een titel dezelfde prijs zouden vragen. Dat was dus geen wet, het stond eenieder vrij om boeken onder die prijs te verkopen. Pas in 2005 werd de Wet op de vaste boekenprijs (Wvbp) ingevoerd. Verder kan ik een deel van de redenering niet helemaal goed volgen. Neem bijvoorbeeld een farmaceutisch bedrijf. Dat spendeert vermogens aan de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen, en verdient die door het voor veel geld verkopen van zijn producten. Besluiten farmaceutische bedrijven om voor hetzelde geneesmiddel een vaste prijs af te spreken, dan noemen we dat kartelvorming en die is verboden. Vindt u dat dat verbod uit onze wetboeken moet verdwijnen? Als ik dit stuk lees zou dat wel de logische consequentie moeten zijn.
Ik vind de vaste boekenprijs niet zozeer het probleem – het gaat om de uiteindelijk prijs voor boeken in de winkel (hoe die ook tot stand is gekomen). Uitgevers komen steeds weer met het argument dat de gerekende prijs voor boeken in de winkel heel schappelijk is, dat er zelfs welhaast op wordt toegelegd door de uitgevers. Wat ik niet goed begrijp is dat de meeste boeken voor dat geld steeds simpeler worden uitgegeven en verkocht. De winkels liggen vol met min of meer dezelfde paperbacks – stuk voor stuk pakken papier met een gekleurd omslagje. Voor gerust 20 tot 25 euro. Een \’gebonden\’ boek kost al gauw 30 tot 40 euro. Dat is dan meestal niet eens een echt gebonden boek, maar dezelfde paperback met harde kaft eromheen. Ik heb voorbeelden van wel 50 euro voor zo\’n namaak gebonden boek. Het is op die manier voor de boekenliefhebber gewoon niet leuk meer. Ondanks alle moderne technieken zijn uitgevers kennelijk niet meer in staat om op betaalbare manier een mooi boek uit te geven. Uitzonderingen daar gelaten…
De consument is de dupe door veel te hoge prijzen voor boeken. Concurrentie is er niet.
Iets wat in vrijwel elke andere tak van media wel te vinden is. Met dezelfde argumenten zou je ook kunnen pleiten voor een vaste prijs voor films of bioscoopbezoek. Of wat dacht je van voedselprijzen.
We zijn hier toch geen communistisch land waar de overheid alles bepaald?
Het gekke is dat verkopers wel korting mogen krijgen op aankopen maar vervolgens mogen ze die korting niet doorberekenen aan de consument die daardoor onnodig te veel betaald.
Terwijl je juist vanuit maatschappelijk oogpunt zou moeten willen dat boeken voor iedereen betaalbaar zijn en dat juist de eindgebruiker een zo laag mogelijke prijs zou moeten betalen.
De vaste boekenprijs is overigens te omzeilen. Het Belgische Proxis verkoopt Nederlandse boeken goedkoper met boven een x bedrag geen verzendkosten naar Nederland.
Zit je daar dus boven dan heb je het boek goedkoper terwijl het boek eerst geexporteerd is en daarna dus weer geimporteerd. Dat Proxis daar nog winst op kan maken zegt dus wel iets over de idioot hoge winstmarges op boeken.
Hierdoor haalt Proxis een groot deel van zijn omzet uit Nederland.
Enige plek waar boeken echt betaalbaar zijn in Nederland is Boekenvoordeel. Maar die verkoopt alleen boeken waarvan de vaste boekenprijs is verlopen. Waardoor nieuwe boeken dus eigenlijk alleen betaalbaar zijn voor de rijken. Voor een nieuw boek ben je zo 25-50 Euro kwijt.
Afschaffen dus die wet. Die hoort niet thuis in een vrij land.
Even ter aanvulling. Als we kijken naar andere markten (bijvoorbeeld films) dan is deze zeer commercieel maar toch worden er niet alleen maar blockbusters uitgebracht. Er zitten ook middelmatige of zelfs slechte films tussen.
Elk product is een risico om uit te brengen. Slaat het wel of niet aan? Dat geld voor elk product. In de praktijk zie je dat de risico\’s genomen worden. Dat is voor boeken echt niet anders als voor bloemkolen, een film of een elektronisch apparaat.