Recensie: Andrea Maria Schenkel – Bunker
Hij brult tegen me
In de zomer zie je bij de afdeling ‘spannende boeken’ van de bibliotheek nog maar heel weinig boeken, alle populaire titels zijn uitgeleend. Dan vallen de smalle ruggetjes van drie romans van de Duitse schrijfster Andrea Maria Schenkel eindelijk op. In de Detectivegids van de Vrij Nederland zoek je haar werk tevergeefs. Echt aanlokkelijk zien de drie door uitgeverij Signatuur uitgegeven romans er ook niet uit. Niet bekend en lelijk uitgegeven, geen wonder dat de bibliotheekbezoeker de boeken laat staan. Maar is dat terecht?
Na Blik op het duister, een beklemmend inktzwart verhaal over de moord op een boerenfamilie en het minstens zo beklemmende Het monster van München is nu Bunker (in het Duits identiek getiteld) aan de beurt om gelezen te worden.
Ook in dit boek schijn de zon nooit. Een vrouw wordt gegijzeld door een man, die haar opsluit in een oude molen. Net als in de andere boeken, bouwt Schenkel het verhaal uit heel veel fragmenten op, waarbij ze steeds van het heden naar het verleden schakelt. Ook wisselt het perspectief voortdurend tussen de man en de vrouw, waarbij soms ook nog weer een toeschouwer aan het woord komt. De vrouw blijkt een duister verleden te hebben, dat langzaam weer naar boven komt. Ze is zeker ook geen onschuldig slachtoffer, zoals je in het begin vermoedt. De man heeft eveneens een buitengewoon complexe achtergrond. Hun communicatie verloopt haperend en slechts op een enkel moment komen hun gedachten bij elkaar.
Bijna elk fragment bevat geweld.
Hij brult tegen me. Waarom snapt hij niet dat ik zonder mijn handen niet overeind kan komen! Ik wil niet meer, wil gewoon hier op de bosgrond blijven liggen. Hij ruikt lekker, de grond, naar paddenstoelen, aarde en mos.
Bij haar aanpak past de schrijfster geen middelen toe om sympathie bij de lezer op te roepen voor een van haar hoofdpersonen. Het zijn steeds beschadigde mensen die verkeerde keuzes maken en hier geen verantwoordelijkheid voor nemen. De rol van de schrijfster lijkt zich te beperken tot het perfect formuleren van hun gedachten en handelingen. Wat er in de bunker (in die molen) gebeurt blijft dan ook een schouwspel, waarbij je weinig emoties voelt.
Inmiddels heeft Andrea Maria Schenkel nog twee romans gepubliceerd die nog niet vertaald zijn. Zonder twijfel zet ze hierin haar gewroet in de geest van gestoorde mensen voort, vorm gegeven in een ingenieuze structuur. Haar romans hebben wel spanning maar zijn beslist geen detectives in de traditionele betekenis. Mocht een uitgever haar nieuwere boeken willen uitgeven, dan kan hij beter op een andere lezersgroep mikken. Worden ze vast ook meer uitgeleend.
Doeke Sijens
Andrea Maria Schenkel – Bunker. Vertaald door Katja Hunfeld. Signatuur, Amsterdam. 120 blz. € 7,75.
Van Andrea Maria Schenkel heb ik in het Duits \”Kalteis\” gelezen. Inderdaad veel verschillende perspectieven. Behoorlijk sterk verhaal. Niet alle personen zijn puur negatief, dus je kunt wel meeleven met de meeste van hen. Ze schrijft soms prachtige zinnen en toont veel inzicht in de verschillende personages. Ik denk dat \”Het monster van Muenchen\” de Nederlandse vertaling van dit boek is. Het thema van een seriemoordenaar in de jaren dertig is in verschillende Duitse films behandeld, zoals in \”M-Eine Stadt sucht seinen Moerder\”van Fritz Lang en in\”Nachts wenn der Teufel kam\”met Mario Adorf.