Recensie: Edmund White – Inside a Pearl. My Years in Paris
Edmund White in Frankrijk
Kort voor Gore Vidal overleed zei hij tegen een journalist: nu kan Edmund White de koning van de homo’s (‘King of the Fags’) worden. White (geboren in 1940) kun je in ieder geval veilig een van de meest voorstaande Amerikaanse schrijvers noemen. Zijn A Boy’s Own Story is een klassieker, evenals The Married Man en The Farewell Symphony. Mooier kort verhaal dan ‘An Oracle’ (opgenomen in Skinned Alive) vind je niet snel.
Edmund White leidt een zeer kleurrijk leven, waarbij hij heel veel geluk heeft gehad: hij heeft al hiv sinds de jaren tachtig, maar de ziekte heeft bij hem nooit doorgezet. In de aflopen tien jaar is hij begonnen zijn memoires te schrijven en dat heeft tot nu toe drie schitterende boeken opgeleverd. In My lives (2005) beschrijft hij zijn jeugd en de eerste jaren die hij in New York doorbracht. Hierop volgde City Boy (2009) over de jaren zestig en zeventig in New York. Alle grote namen komen voorbij, want White heeft het geweldige vermogen om met iedereen die er toe doet in aanraking te komen. In dit boek rekent hij ook op zeer vileine wijze af met de door anderen bijkans heilig verklaarde Susan Sontag. Dan, omdat hij genoeg heeft van het hectische en ook vanwege aids steeds meer ongezonde New York, volgt een rigoureuze breuk in zijn leven en verhuist White naar Parijs. Over deze periode (1983-1990) heeft hij nu Inside a Pearl (2014) gepubliceerd.
Inside a Pearl bevat veel liefdevolle en tegelijkertijd scherpe observaties over de Fransen. Net als in New York ontmoet White in Parijs of op het Franse platteland veel interessante mensen, die hij – soms in maar een korte alinea – boeiend portretteert. Hoewel hij veel met al deze mensen dineert, is White is beslist niet lui. In de eerste plaats lukt het hem de taal op zodanige wijze machtig te worden dat hij met elke Fransman een gesprek kan voeren. Daarna stort hij zich op het schrijven van een biografie van Jean Genet, waarvoor hij erg veel onderzoek moet doen. Later zal hij ook nog over Rimbaud en Proust publiceren. Edmund White begint een affaire met een Franse getrouwde man, die later aids krijgt en wiens laatste dagen in Noord-Afrika door White hartverscheurend beschreven worden.
Catherine Deneuve, Yves Saint-Laurent, Michel Foucault en veel meer bekende mensen bevolken Inside a Pearl. Zijn diepste vriendschap vormt White echter met Marie-Claude de Brunhoff, een echte society-dame, die White precies kan uitleggen hoe de Franse samenleving in elkaar steekt. Af en toe bezoekt White Engeland, wat een aantal mooie observaties oplevert.
The English could be far more spontaneously social than the French. For one thing, they got drunker more often than the French. The French were constantly tippling wine but were seldom visibly drunk, even if they did have a high percentage of deaths from cirrhoisis of the liver. In England, people drank to get drunk, and it was not uncommon to see someone’s mother, a duchess or an important editor, fall down in public.
White kan het niet laten soms een venijnige klap uit te delen, bijvoorbeeld aan Bruce Chatwin, die het niet op kon brengen eerlijk te zijn over zijn ziekte.
He said it was a rare disease you get either from eating whale meat or from being around Chinese peasants in Fukien. Bruce couldn’t bear to be afflicted with an ordinary disease that was killing everyone around him.
Superieure roddelaar die hij is, voegt White hier aan toe dat hij en Chatwin ooit seks hadden gehad, ‘immediately, standing by the front door, half undressed. That was what people did in the late seventies in New York.’
Laten we hopen dat White inmiddels doorwerkt aan zijn verdere memoires, wie weet komt zijn bezoek aan Groningen hier ook nog in voor.
Doeke Sijens
Edmund White – Inside a Pearl. My Years in Paris. London/New York, Bloomsbury, 272 blz. € 27,99.