Recensie: Nickolas Butler – Shotgun Lovesongs
Zing alsof je geen publiek hebt
De epische debuutroman De kunst van het veldspel van Chad Harbach (1975) veroverde de wereld als ‘great American novel’, voornamelijk omdat het boek iets wezenlijks vertelt over de levenswijze en de intermenselijke verhoudingen in de nieuwe wereld. De eveneens uit de ‘landbouwstaat’ Wisconsin in het noordelijke midwesten afkomstige Nickolas Butler (1979) oogst momenteel ook met een debuutroman steeds meer succes. En terecht, Shotgun Lovesongs, is een onverholen ode aan de vriendschap, aan trouw, aan liefde en aan de overweldigende natuur van het Amerikaanse platteland. Het vangt het leven van alledag in het niet meer dan duizend zielen tellende fictieve plaatsje Little Wing met een breedbeeldcamera. En dan ook nog eens uit verschillende perspectieven.
Een plaatsje waar het leven stil heeft gestaan, sterker nog: waar door het verleggen van de snelweg alleen maar achteruitgang is te bespeuren. Een nieuwe generatie probeert dit koste wat kost tegen te houden. Het is in weerwil van al hun ambities toch hun thuis. Vier gezworen vrienden zijn elk hun weg gegaan. Henry nam de boerderij van zijn ouders over, Kip werd beursmakelaar in Chicago, ruige Ronny verdiende zijn geld op rodeo’s door het hele land en Leland, kortweg Lee, is na een moeizame start wereldberoemd geworden als muzikant. De begerenswaardige Beth is met Henry getrouwd, maar heeft ook altijd een zwak gehad voor Lee. En dat blijkt wederzijds te zijn.
Liefde, trouw, vriendschap, jaloezie, ambitie, een driehoeksverhouding, een verloren zoon, waar kun je daadwerkelijk thuiskomen? Nergens in de roman worden deze grote thema’s belerend of met een geheven vingertje gepresenteerd. Het is wat het is. Meer maakt Butler er gelukkig niet van. Hij is gelukkig wars van sentimentaliteit, op een enkele natuurbeschrijving na. Maar in die flow ga je graag mee.
Butler woont zelf in de pakweg 70.000 inwoners tellende stad Eau Claire in het westen van de staat. In deze regio zijn talloze bijna-spookdorpjes te vinden die model kunnen hebben gestaan voor Little Wing. (behalve dat het ook een songtitel is van Jimi Hendrix.) Bij Lee denk je onwillekeurig aan de bekende indierock zanger Justin Vernon (1981), geboren in Eau Claire. Maar, om de oudere recensielezer te plezieren, kan het personage ook gemoduleerd zijn naar de uit Milwaukee afkomstige bluesgitarist Steve Miller (1943), die nog gitaarles kreeg van Les Paul (1915). Nog een beroemdheid uit Wisconsin? Liberace (1919).
Hoe gaat een kleine gemeenschap om met een wereldvermaarde zoon of dochter? Mensen in het algemeen en stadsbewoners in het bijzonder vergeten weleens dat we elkaar nodig hebben, dat dat de kern is van een samenleving. In gehuchten in afgelegen gebieden ben je op elkaar aangewezen. Misschien heb je in de stad, in de rest van de wereld een enorme status, maar op de plek waar je geboren bent, ben je gewoon Leland van de hoek, een man met een (school)verleden.
Kip is miljonair geworden. Wat doet hij met zijn geld? Hij koopt een leegstaande vervallen fabriek op in zijn geboortedorp en probeert er een multifunctioneel centrum van te maken. Een symbool van het in stand houden van een erfenis. In een opgeknapt zaaltje van zijn complex organiseert hij een enorm feest voor zijn bruiloft. Lee heeft in een ondoordachte bui toegezegd om te komen zingen. Hij heeft een prille verhouding met een wereldster van het witte doek. Zij zal ook aanwezig zijn op de bruiloft. Kip waarschuwt de media. Iets wat hem op een boycot van maanden van alle bewoners komt te staan. Een van de vele haarscheuren die uitgroeien tot welhaast onoverbrugbare kloven.
Maar Kip blijkt helemaal niet zo rijk te zijn als hij had voorgewend. Hij had het tipgeld van de kranten, tijdschriften en tv-zenders nodig om zijn complex niet failliet te laten gaan. Bijna niets is precies wat het lijkt in deze roman. Daartoe laat Butler de vier vrienden beurtelings aan het woord. Het blijkt maar weer eens dat je iemand toch nooit helemaal kunt doorgronden. Er blijven hoe dan ook altijd barrières bestaan. Henry heeft problemen om rond te komen op zijn boerderij. Hij zou zijn allerbeste vriend Lee wel om een lening willen vragen, maar kan het niet over zijn hart verkrijgen om hem daarmee lastig te vallen. Ondanks zijn bijna onwerkelijke leven buiten zijn geboortedorp ziet Lee ook wel dat Henry het moeilijk heeft. Hij zou hem graag willen helpen, maar is bang dat hij Henry’s trots krenkt.
‘Als hij me de kans zou geven, zou ik in hun bedrijf investeren. Ik zou alles wat ik heb in hun boerderij steken. Ik zou de muziek eraan geven om van hem te leren en van mijn eigen huis en grond een kleine biologische boerderij te maken. Maar op dat moment voelde mijn leven aan als één grote puinhoop en om eerlijk te zijn was het deprimerend. Ik was niet in staat gebleken om zelfs maar een jaar getrouwd te blijven. Ik kon haar liefde niet winnen. En dat had ik ook nog mijn geboorteplaats en al mijn goede vrienden verlaten om in New York de grote jongen uit te gaan hangen. [ … ] Ik weet het verschil niet meer tussen liefde en eenzaamheid, heimwee en zwakte.’
De roman zit vol met dit soort misverstanden. Verwarring is nu eenmaal een wezenlijk onderdeel van communicatie. (‘Communication is confusion’, zou je kunnen zeggen.)
Lee tegen Beth:
‘Ik heb een goed leven. Heel goed. Maar soms slaat de eenzaamheid toe. Dan mis ik mensen die ik kan vertrouwen. Mensen die niet van alles van me willen. Daar word je anders van na een tijdje, weet je? En dat wil ik niet. Ik wil terug kunnen komen en hier wonen en gewoon mezelf zijn. Samen met jullie. [ … ]Ik wou dat ik jullie leven had. Echt waar.’
Lee koopt een boerderij, hij wil zijn filmster verliefd laten worden op Wisconsin, zijn wereld. Maar zij, gesetteld in New York, vindt het allemaal wel grappig. Uiteraard niet voor al te lang.
‘Als ik nergens heen kon, kwam ik terug naar hier. Als ik niets te doen had, kwam ik terug naar hier. Ik kwam hier terug en maakte er wat van. Hier kon ik bestaan van zo goed als niets. […] Hoe leg je zoiets uit? Hoe leg je dat uit aan je liefste? En wat als ze het dan niet begrijpt? […] Ik heb ervoor gekozen om hier te wonen omdat het leven me hier echt lijkt. Authentiek, werkelijk – ik weet niet hoe ik het moet zeggen: leefbaar.’
De hoofdstukken die verteld worden door Beth, zoals de meeste stukken in het begin van de roman eerder novellen, vormen het hart van het boek. Zij is de enige vrouw die zelf aan het woord komt, zij is de moeder, het leven in dit boek. Bij haar kan Lee begrip vinden. Maar Henry is wel zijn boezemvriend. De roman stevent af op een happy end, maar wel van eentje van een mooie rauwe soort.
Je wilt vooral als je jong bent op een of andere manier je eigen Little Wing ontvluchten om te bewijzen dat je geen mislukking bent. En als je dan elders bent verlang je alleen maar terug, terug naar een onbekommerde jeugd, naar hartsvrienden, naar een plek waar je thuis mág komen. Maar volwassen worden betekent nu eenmaal grenzen overschrijden, letterlijk en figuurlijk.
Butler hanteert een fijn dwingende stijl. Je zou kunnen zeggen dat hij de afgezaagde loop in zijn rug voelde, zoals bij een ‘shotgun wedding’, een moetje. Hij wilde aan zijn thuisfront bewijzen dat hij iets opmerkelijks, iets moois kon doen. Dat is hem gelukt.
Butler bij monde van Lee over musici, toepasbaar op alle kunstenaars:
‘Met muziek bezig zijn is gekkenwerk. De meeste musici hebben een inkomen van niks en geen uitgestippelde route naar succes. Maar ik begrijp ze. Ze zijn in de ban. Zing alsof je geen publiek hebt, zing alsof je niet weet wat een recensent is, zing over de plek waar je vandaan komt. […] Maar wat je ook doet, begin ’s morgens vroeg met zingen, al was het maar om warm te blijven.’
Guus Bauer
Nickolas Butler – Shotgun Lovesongs. Vertaald door Bert Meelker. Ambo Anthos, Amsterdam. € 19,99.