Reportage: Er zit toch leven in Manuscripta
Vorig jaar dachten we dat Manuscripta op sterven na dood was. Dit jaar vertrok de opening van het boekenseizoen uit Amsterdam en bleek er in Utrecht toch leven te zitten in een literatuurmanifestatie. Minpunt was wel dat de veelkoppige Tzum-delegatie bij veel evenementen niet naar binnen kwam, vanwege de enorme toeloop. Grote namen waren wel aanwezig, maar bleken onbereikbaar.
Laten we in ieder geval vaststellen dat de sfeer in Utrecht een stuk beter was dan de laatste keer in Amsterdam. Dat komt wellicht door de vriendelijkere bewoners, de aardigere bediening op de terrassen, de minder schreeuwerige Uitmarkt (Uitfeest geheten). Je had ook het idee dat Utrecht het leuk vond om Manuscripta aan boord te hebben in tegenstelling tot Amsterdam waarbij het festival tussen alle festivals door werd gejast.
We zagen het eerst Arjan Peters de debutanten van Manuscripta interviewen en vielen in een nogal bloedeloos gesprek met Bregje Hofstede, waarin het woord ‘geserreerd’ een paar keer viel. Peters is iemand die weet waar hij het over heeft en de boeken gelezen heeft (dat moet je er tegenwoordig echt bij zeggen), maar de gasten moeten wel meewerken om iets moois te laten ontstaan. Omdat we alleen staanplaatsen hadden, bleven we niet tot het eind en schuifelden we achter Eva Cossee het Stadhuis van Utrecht uit.
Ons doel was om in balzaal van de Winkel van Sinkel te gaan kijken naar Auke Hulst en Joris Luyendijk, maar dat dachten meer mensen. Ook Tzum-redacteuren die al eerder in de rij stonden, kwamen er niet meer in. Zodat we maar even een omtrekkende beweging hebben gemaakt door het centrum.
Boekhandel Savannah Bay opende zondag officieel de volledig vernieuwde winkel. Ellen Deckwitz en Ingmar Heytze waren de eersten die optraden in de zaak en zij mochten hun handtekening op een speciale plek op de muur zetten. Een winkel om terug te komen.
We wandelden terug naar de Winkel van Sinkel waar in de tuinzaal het programmaonderdeel ‘The Young Folks’ plaatsvond, een interview met Philip Huff, Thomas Heerma van Voss en Hanna Bervoets. Er waren alleen nog staanplaatsen achterin te verkrijgen, maar we mopperden niet, want eindelijk konden we iets inhoudelijks zien. Helaas stond presentatrice Andrea van Pol in de babbelstand en probeerde ze zo goed als ze kon een inhoudelijke vraag te vermijden. Vooral Thomas Heerma van Voss was daarvan het slachtoffer. Na wat gedreutel over jonge mensen met baarden (Heerma van Voss: ‘Gaan we het hier echt over hebben?’) mocht Heerma van Voss wat vertellen over zijn bundel. ‘Thomas, vertel eens iets over je bundel.’ Bervoets en Huff, reageerden gehaaider en geroutineerder op de vragen van Van Pol, en konden in hun antwoorden vertellen wat ze wilden, maar toen kwam ze na het eerste rondje weer uit bij Heerma van Voss en begon ze over zijn achternaam en de familieleden die ook schreven. Waarom hij geen pseudoniem had genomen? Je zag de jonge schrijver denken: ben ik hiervoor uit Amsterdam gekomen? Ik kreeg ook de indruk dat het publiek wel iets meer wilde dan het nietszeggende gesprek op het podium.
We liepen maar weer over de markt, hoorden dat John Boyne al vol zat en besloten maar bitterballen te gaan eten op het St. Janskerkhof, even in de luwte. We zagen nog wel Harm de Jonge lopen over de gracht voor de aftrap van de kinderboekenweek en hij leek helemaal klaar voor de start ervan. Enkele Tzummers gingen naar het Jan Arends-programma. Helaas stond nergens dat Menno Wigman daar zou optreden, anders waren we allemaal een kijkje gaan nemen bij een van onze favoriete dichters. Het bleek een goed programmaonderdeel te zijn in de kelder van de Winkel van Sinkel.
Wij waren op tijd om in de zaal terecht te komen waar Adriaan van Dis en Kees van Beijnum geïnterviewd zouden worden, maar ondanks dat we een half uur te vroeg kwamen was er toch geen plek in het piepkleine zaaltje. Alleen staanplaatsen achterin waar we al naar achteren gedrongen werden door oude dames, die boos keken naar mensen die wel een zitplaats hadden kunnen bemachtigen. Om een appelflauwte te voorkomen zijn we naar buiten gevlucht. Daar kwamen we op de gracht toch nog Van Dis tegen.
Collega-Tzummers zagen intussen Erik Jan Harmens optreden en zagen dat hij goed was.
Wij maakten ons op voor een gesprek met Esther Gerritsen en Isa Hoes, waarbij we natuurlijk het meest geïnteresseerd waren in de eerste, maar, het verhaal wordt eentonig. We kwamen de zaal in Theater Kikker niet meer in. Het theater had vooraf al kaartjes uitgedeeld en we visten opnieuw achter het net.
In de kelder van de Winkel van Sinkel waar nog wel een beetje plek was, zagen we Alma Mathijsen iets onduidelijks voorlezen met heel veel ‘leuk’ erin. Het leken wel gedichten. En bij poëzie is het altijd geoorloofd dat er iemand op een muziekinstrument doorheen speelt. We hielden het niet lang vol en renden terug naar boven.
Een van de laatste programmaonderdelen was de uitverkiezing van de boekhandelaar van het jaar. Daar kon je nog zitten. De redactie van Boekblad zag Tzum zitten en verschoof de bekendmaking van het nieuws op hun site tien minuten naar voren. Peter Buwalda hield een pleidooi voor de echte boekhandelaar, maar de winnaar van de prijs van het afgelopen jaar, Bart Van Aken, lag met een dubbele hernia in het ziekenhuis: boekhandelaar c’est mourir un peu.
De conclusie is dus dat er meer dan genoeg belangstelling was, maar dat de zalen veel te klein waren. Maar dan ook veel en veel te klein. Schrijvers kwam je vooral tegen op de gracht en in de wandelgangen. Volgens jaar dus grotere zalen, interviewers (en ook in Utrecht zijn er vast goede interviewers te vinden) die vragen over de boeken stellen, opnieuw zon en een leuke stad. Het kan nog best wat worden.
Oh ja, Herman Koch kreeg platina voor Het diner. Helaas hebben we ook dat gemist.