Recensie: Koen Peeters, Peter Holvoet-Hanssen, Koen Broucke en Pascal Verbeken – Miavoye
Vier mannen van middelbare leeftijd trekken er samen op uit. Ongewild duikt het beeld van John Travolta in de film Wild Hogs op: lederen vest, moto, male bonding en spannende avonturen. Wie eenzelfde sfeer verwacht van Miavoye moet ik teleurstellen. De protagonisten in het boek zijn verbonden door hun bewondering voor Paul Van Ostaijen . De aanleiding: een citaat in een boek van Richard Minne.
We moeten de onrechtvaardigheid van Van Ostaijens dood weer rechtzetten. We moeten ons in verbinding stellen met zijn naaste vrienden. Deze zomer, of herfst, moeten we een beevaart doen naar Miavoye-Anthée. We moeten, met enkelen, een boek over en voor hem schrijven. Dat boek zal ‘Miavoye-Anthée’ heten. Miavoye-Anthée dat wordt een zinnebeeld van wat een dichter is in de maatschappij. Zingen en kreveren. Ook moet er een keurbundel komen uit Van Ostaijens werk. Bij dit alles, het spreekt vanzelf, mogen de officiëlen en de hansworsten niet op het podium verschijnen. Wij zullen het graf omringen. Begin aan dat werk. Spoed u, of de hansworsten, die een middel tot zelfreclame ruiken, zijn ons voor.
En dat nooit.
Leve Van Ostaijen!
Paul Van Ostaijen ligt in goed gezelschap op het ereperk N van het Antwerpse Schoonselhof. Kunstenaars en politici liggen broederlijk naast zot Polleke. Op een van de laatste zonnige oktoberdagen krijgt de dichter gezelschap van vier mannen: schrijvers Pascal Verbeken en Koen Peeters, dichter Peter Holvoet-Hanssen en schilder Koen Broucke. Een citaat van Richard Minne op pagina 121 van zijn boek Wolfijzers en schietgeweren, is de aanleiding voor deze coalitie van gelijkgezinden.
Het graf van de dichter vormt het vertrekpunt van een driedaagse bedevaart naar Miavoye, het dorp waar Van Ostaijen op 18 maart 1928 overleed na een slepende ziekte. Na een bezoek aan het Letterenhuis, waar het originele werk van Van Ostaijen zich bevindt, en een laatste glas in zijn stamcafé Hulstkamp op de Antwerpse De Keyserlei trekt het viertal met de trein richting Dinant. Vandaar rijden ze met het openbaar vervoer verder naar Hastière, langs verlaten hotels, restanten van een kuuroordverleden uit de Belle Epoque. De laatste kilometers leggen ze te voet af en arriveren bij Le Vallon, het toenmalige sanatorium waar Van Ostaijen overleed. Gedurende twee dagen verblijft het viertal ter plekke en slaapt zelfs in het bed waarin de dichter zijn laatste adem uitblies. De opdracht van Minne vormt indrukken, roept beelden op, schept kunst en woorden. Meer dan 80 jaar na de oproep van Richard Minne presenteren vier bedevaarders op een druilerige donderdagavond in oktober het resultaat van hun bedevaart in het Antwerpse Letterenhuis.
Missie geslaagd?
Het boek oogt prachtig. De vormgeving van Dooreman neemt je mee op sleeptouw naar de typografie van De Feesten van Angst en Pijn en Bezette Stad. Ook binnenin zijn er kosten nog moeite gespaard om het feest der zintuigen verder te zetten. Foto’s van de queeste en haar executeurs, typografische en gewone gedichten en ten slotte werken van Koen Broucke maken van dit werk meer dan alleen een ‘op weg naar’. Het laatste deel van het boek bevat bovendien een keurbundel van Paul Van Ostaijengedichten. Vanuit dit oogpunt kan ik alleen maar beamen dat de missie meer dan geslaagd is. Gedurende enkele uren was ik samen met het viertal met trein en bus onderweg: van de laatste rustplaats in Antwerpen naar het sanatorium waar de dichter zijn laatste dagen doorbracht. Maar ondanks de opzet geraakte ik niet volledig in het boek. Ik vroeg me af wat het was en pas op het einde drong het tot me door: het was de gehanteerde vertelvorm. Ik kan me best inbeelden dat het niet gemakkelijk is om vier hoofdpersonages tegelijk aan het woord te laten komen. Zinnen zoals ‘Holvoet ging zitten onder de leeggeplukte appelboom en Peeters ging op een bankje zitten aan de voet van de machtige beuk’ geven de indruk dat je meekijkt over de schouder van een cameraman die alles nauwkeurig registreert, maar je niet toelaat om door te dringen tot de werkelijke gevoelens van de mensen achter de bedevaart. Zelfs wanneer ze op het einde van het boek enkele parafernalia ritueel begraven blijft de camera afstandelijk registreren.
Missie geslaagd
Miavoye is een eerbetoon geworden aan een veel te vroeg gestorven dichter. Vanuit deze optiek hebben de vier metgezellen zich perfect gehouden aan de opdracht van Richard Minne. De implementatie van het verzoek heeft echter iets langer geduurd dan Minne in gedachten had. Gedichten van Holvoet-Hanssen, impressies van Peeters en Verbeken, dit alles wordt overgoten met de kleuren en beelden van Broucke. Of met de woorden van Verbeken:
Eindelijk is er dit troostrijke gebaar voor de poëzie, een melancholieke fuck-you tegen de sterfelijkheid.
En daar kan mijn mening over het vertelstandpunt niet tegenop.
Een filmische impressie van Jesse de Gruyter:
Yves Joris
Koen Peeters, Peter Holvoet-Hanssen, Koen Broucke en Pascal Verbeken – Miavoye. De Bezige Bij, Antwerpen, 208 blz. € 22,50.