Nieuws: Tzum kiest de beste boeken van 2014
Ook de recensenten, columnisten en redacteuren van Tzum geven hun top 10 van dit jaar. We vroegen 1 boek per recensent, maar dat is voor sommige leeswolven onder ons toch te weinig gevraagd.
Het beste boek van 2014 is voor mij Alles is slecht van Kirill Medvedev. De combinatie van (kritisch) proza, poëzie en activisme zorgt voor een interessant kijkje in het Rusland van nu. Niet alleen de culturele situatie van Rusland wordt zodoende van context voorzien, ook Medvedevs eigen poëtica krijgt diepte. Die definiërende teksten geven de noodzaak van deze dichter weer en ik hoop dat dichters in Nederland ook zulke bundels met verscheidene teksten zullen gaan publiceren om eens los te komen van de vrijblijvendheid die nu zo woekert. Tenslotte is Alles is slecht een fantastische appetizer voor verdere verdieping in de contemporaine Russische literatuur. (Lees de recensie hier)
Guus Bauer
Birk, Jaap Robben (De Geus), het kleine verhaal verteld op een indringende manier. Verfrissend. Groots. Een geweer, een koe, een boom en een vrouw, Meir Shalev (Ambo Anthos), een natuurgebonden diepmenselijke roman, samen te vatten in één woord: wraak. Het verhaal van Lucy Gault, William Trevor, (Meulenhoff), een puntgave roman over rouw, liefde, schuld, spijt, genezing en vergeving. Aan de oever, Rafael Chirbes (Meridiaan uitgevers), de schrijver vermengd zijn personages tot één entiteit en laat zo alle facetten van de menselijke ziel zien. Etta & Otto & Russell & James, Emma Hooper, (Podium). Diepgaand én sprankelend. Te vroeg geboren Jowi Schmitz (Cossee), een intense verdedigingsmuur van taal. Oprechte boeken verdienen oneindig veel kansen. Bloedbroeders van Ernst Haffner (Bezige Bij) en Schlump van Hans Herbert Grimm (Ambo Anthos) bijvoorbeeld. In ware meesterwerken zit altijd een brok menselijkheid verborgen. (Lees de recensie over Birk hier)
Het debuut van Niña Weijers, De consequenties, is overal goed ontvangen. En terecht. Het is een roman die alle kanten tegelijk op gaat, zonder chaotisch te worden. Een riskant gegeven en opmerkelijk voor een debuut. De eerste verwarrende tegenstelling komt gelijk in de eerste zin van het boek: ‘Op de dag dat Minnie Paris voor de derde keer uit haar eigen leven verdween stond de zon laag en de maan hoog aan de hemel.’ Een prachtig en dapper boek.
A.H.J. Dautzenberg – En dan komen de foto’s. Een veelzijdige verhalenbundel: grappig, origineel, absurdistisch en pijnlijk. Met fenomenale illustraties van Paul van der Steen.
(De, niet zo positieve, recensie staat hier)
Anton Brand
Les Thibaults, de familie Thibault, is een roman-fleuve waaraan Roger Martin du Gard (1881-1958) in 1920 begon te schrijven en die in acht delen in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw verscheen. In 1937 ontving Martin du Gard de Nobelprijs voor Literatuur. De eerste zes delen van de roman zijn dit jaar eindelijk in het Nederlands uitgekomen, in een voortreffelijke vertaling van Anneke Alderlieste; beide laatste delen worden volgend jaar in het Nederlands uitgebracht onder de titel Zomer 1914. Dik als Deel I is, bijna 850 pagina’s, het is zo’n boek dat je niet weglegt.
Martin du Gard vertelt de levensverhalen van twee broers, Antoine en Jacques Thibault, de eerste een begaafd arts, de tweede een gemankeerd schrijver. Ten huize van hun dominante vader, Oscar Thibault, een hoegenaamd weldoener, groeien ze op in een katholiek burgermansmilieu in Parijs, kort na het fin-de-siècle. De Thibaults is sociale geschiedenis, beschreven in een rijke realistische traditie. Gezagsverhoudingen, liefdesperikelen, vriendschappen, de opmaat naar de Grote Oorlog. Opmerkelijk is de lichtvoetige toon die Martin du Gard voor alle verwikkelingen en drama kiest, met prachtige beelden en adembenemende dialogen. Niet ten onrechte werd de auteur vergeleken met voorgangers en tijdgenoten als Tolstoj, Proust en Thomas Mann. Een herontdekt meesterwerk – waaraan nog veel te herontdekken valt. (lees de recensie hier)
Het was het jaar van de ‘herontdekkingen’, het jaar van de oude, dode meesters – die in betaalbare edities soms wel, soms niet over de toonbank gingen.
Maar vooral was het het jaar van Joseph Roth. Wonderbaarlijk schrijver. Held. Heilige drinker. Bezeten verteller. Begenadigd stilist. Els Snick bracht hem in een paar uitgaven van Bas Lubberhuizen opnieuw tot leven. Atlas-Contact zorgde ervoor dat zijn belangrijkste romans beschikbaar waren. En, het mooiste van alles, die boeken werden goed gelezen én goed verkocht.
Hopelijk wordt 2015 nog een keer Joseph Roth-jaar.
(Lees een de recensie hier.)
Mijn boek is natuurlijk Het hout van Jeroen Brouwers; een beklemmende roman over misbruik in een katholiek jongenspensionaat in de jaren vijftig. Brouwers beschrijft de groeiende gewetenswroeging waarmee de hoofdpersoon, broeder Bonaventura, kampt en die uiteindelijk leidt tot zijn (her)intrede in het wereldse, gewone-mensenbestaan. Een in sublieme stijl geschreven finale afrekening met het katholicisme. (Zalig kerstfeest!)
(Lees de recensie hier.)
De nacht van Merijn de Boer. Als een volleerd schrijver op verraderlijke lichte toon is debutant Merijn de Boer erin geslaagd om Marcel, zijn alwetende verteller, te boetseren tot een onbetrouwbaar, schurkachtig sujet van de allerlaagste orde. In deze roman is de schrijnende menselijke imperfectie van de grofgebekte personages op geen enkel ogenblik verder uitgepuurd waardoor De Boer zelfs met de nogal ondubbelzinnige anticlimax op het einde van het boek goed wegkomt.
Voor mij was dat het boek Jeruzalem van de Portugese schrijvers Gonçalo Tavares. Zes personages dwalen een nacht door een stad en treffen elkaar. De onderliggende tragiek van ieders leven wordt heel suggestief aangestipt. Door de beschrijvingen vermoed je de drama’s daaronder.
Mijn nummer 1 van dit jaar is Monte Carlo van Peter Terrin. Een prachtig verhaal over een man die na een dappere daad meer van het leven verwacht dan dat dat leven hem biedt. De minuten voor het ongeluk op het racecircuit van Monte Carlo zijn zo zintuigelijk geschreven dat ik de benzine bijna kon ruiken. (Lees haar recensie over dit boek hier.)
Het beste (kinder)boek van 2014 was voor mij Honderd uur nacht van Anna Woltz. Een overtuigende, warme en filmische jeugdroman over de orkaan Sandy in New York waarin Woltz de lezer laat kennismaken met drie jongeren en een klein meisje, en tegelijkertijd een aantal actuele maatschappelijke thema’s aansnijdt. Prikkelt en zet aan tot denken. Ook zeker aan te raden voor volwassenen. (lees de recensie hier)
Het beste boek van 2014 was voor mij Hee hoor mij Ho simultaan op de brandtorens. Verzamelde gedichten van H.H. ter Balkt. Het werk van ter Balkt is hoekig, aards maar vooral virtuoos. Hij beheerst alle registers en kan bovendien politiek geëngageerd zijn zonder drammerig te worden. Ter Balkt is onnavolgbaar.
Het mooiste boek van dit jaar is voor mij de Japanse klassieker Kokoro van Soseki Natsume.
De schoonheid en tragiek sneed dwars door mijn ziel, en Soseki Natsume kan als geen ander onder woorden brengen hoe het voelt om in een tijd van vervlogen idealen te leven. Werkelijk tijdloze literatuur.
Boek dat mij meest bijgebleven is uit de oogst van het afgelopen jaar is Roxy van Esther Gerritsen: Een verhaal als een scenario vol vlijmscherpe dialogen en pijnlijke scènes dat nog lang nazindert en daardoor aan diepgang wint.
Erik Nieuwenhuis
Rob van Essen – Hier wonen ook mensen. Naar mijn idee kán er geen beter Nederlands literair werk verschenen zijn in 2014. Of er over de grens betere boeken verschenen zijn? Wellicht. Ik heb ze niet gelezen. Onder het lezen van HWOM moest ik regelmatig denken aan iets wat een recensent ooit over Johnny Dowd schreef: ‘proof that not every story has been told.’ HWOM is aangenaam experimenteel, zonder dat het het verhaal ooit in de weg zit. Nooit: ‘kijk mij eens lekker literair bezig zijn’. Observerend geschreven, maar wel met mededogen. Het titelverhaal is de parel in de kroon: vakmanschap met soul. Meesterlijk. Het voorlopige hoogtepunt in het oeuvre van Van Essen. ‘Het huis aan de Amstel’ (tegelijk een prachtige ode aan de kunst van het aandachtig leven en een wrang verhaal over de weerbarstige en ontluisterende werkelijkheid / de mythe van de authenticiteit), De Amerikanen (Carver, goeie Carver!) en het ontroerende en geestige kerstverhaal: allemaal even raak. De recensie in Van Essens ‘eigen’ krant was een schandalige losse flodder, een boekverslag van uittreksels.nl en dan niet van het soort waar een welwillende leraar Nederlands nog wel een genadevolle 5.5 voor geeft. Als Hier wonen ook mensen niet op alle denkbare short- en longlists verschijnt, is het oceaandiepdroevig gesteld met de Nederlandse letteren.
(Lees de recensie hier.)
Voor mij is dat Ik denk van Tellegen en Godon. Toon Tellegen filosofeert over allerhande aan het denkproces gelieerde, vaak paradoxale begrippen, zoals de discrepantie tussen ‘weten’ en ‘denken’. Daarbij wordt de dichter geconfronteerd met de moeilijkheid om de aard van het denken in een begrijpelijke, eenvoudige taal te vatten. De integer geschetste portretten van Ingrid Godon worden tot hun essentie herleid en weten stuk voor stuk een gevoelige snaar te raken. Het maakt Ik denk tot een bijzonder sterke bundeling van krachtige portretten en licht filosofisch, poëtische beschouwingen, die uitnodigt om te (her)ontdekken hoe woord en beeld een geslaagde alliantie aangaan om de term ‘schoonheid’ te herdefiniëren.
Ik heb nog enkele dagen te gaan voordat het jaar eindigt en ik ben nog bezig in de roman Het hout van Jeroen Brouwers die sowieso wel in mijn top 10 zal terechtkomen, maar het boek waar ik me het meest bij vermaakt heb is Vertrouwd voordelig van Peter Middendorp. Het boek is veel meer dan de heisa die ontstond omdat een paar Drenten zich weer eens, ten onrechte, beledigd voelden: het is voor een deel ook een genadeloos en schrijnend zelfportret van de auteur, maar dat is een beetje in het tumult verloren gegaan. (Lees de recensie hier)
Niña Weijers‘ debuutroman De consequenties is voor mij het beste boek van 2014. Hoofdpersone is de 28-jarige kunstenares Minnie Panis. Ze wil, naar eigen zeggen, zichtbaar worden door niet zichtbaar te zijn. Weijers toont de invloed van de media op de psyche van de mens. Ze laat je nadenken over wat kunst vermag en wat de invloed van opvoeding is op het wezen van een individu. De structuur met zijn vele flashbacks en flashforwards zit strak in elkaar. Het enige verbeterpuntje is de stijl. Die is niet onaardig, maar de litotes komt wat te vaak voor.
Maarten Praamstra
Het optreden van de Palestijns-Syrische dichter Ghayath Almadhoun op Read my World in 2013 was voor mij één van de hoogtepunten van dat festival. Gelukkig dachten meer mensen daar zo over en dat resulteerde een jaar later in de bundel Weg van Damascus die bij uitgeverij Jurgen Maas verscheen en op het eerdergenoemde festival gepresenteerd werd. De gebeurtenissen in Syrië spelen natuurlijk een grote rol in deze bundel en de poëzie die Almadhoun daarover schrijft is onvergetelijk. Geïnteresseerden verwijs ik graag naar dit filmpje met een voordracht van hem.
Jenny Offill – Dept. of Speculation (Alfred A. Knopf, 2014). Een roman in fragmenten die gaat over een huwelijkscrisis, wanhoop en depressie. Prachtige ingetogen stijl; droevig en zeer geestig. Verdient absoluut een vertaling, net als – want deze roman verdient het eveneens om hier genoemd te worden – Eimaer McBride’s A Girl is a Half-Formed Thing (Coffee House Press, 2014). (Lees de recensie hier)
Er sprongen weer veel hippe jonge dichters het podium op, dit jaar. Hoe gemakkelijk vergeten we daardoor de oude meesters. Zoals Jacques Hamelink, die met Vigerende oudelandse grond wederom zijn meesterschap over de taal bewees. (Lees de recensie hier)
Sofka Zinovieff – The Mad Boy, Lord Berners, My Grandmother And Me.
Een prachtig geschreven biografie over de bijzondere (familie)relaties van schrijver en componist Lord Berners en zijn nalatenschap. Ook nog eens heel mooi uitgegeven.
Roger Martin du Gard – De Thibaults: het enige nadeel aan dit boek is dat we nog tot volgend jaar moeten wachten op deel 2. (lees in de tussentijd, de recensie hier)
1. 22:04 van Ben Lerner
Een 33-jarige man die zijn tweede roman schrijft – het verhaal klinkt misschien te eenvoudig voor woorden. Maar wat kan die Lerner schrijven zeg. Een fantastische roman over de vraag wat een roman moet zijn. (Lees de recensie hier)
2. De Vlammende Wereld van Siri Hustvedt
Met dagboekfragmenten, interviews en kattebelletjes beschrijft Hustvedt het leven van Harriët Burden, een kunstenares die de vooroordelen jegens vrouwen in de kunstwereld wil blootleggen. Kunstgeschiedenis, filosofie, psychologie, een spannend verhaal: deze rijke roman is alles in één. (Lees de recensie hier.)
3. Silence Once Begun van Jesse Ball
Op mysterieuze wijze verdwijnen er een aantal vrouwen in het Japanse dorp Narito. Journalist Jesse Ball onderzoekt de zaak en ontmoet Oda Sotatsu, de hoofdverdachte. Hij heeft bekent, maar hult zich sindsdien in stilzwijgen. Een prachtig verhaal over de dunne grens tussen waarheid en leugen. (Lees het essay hier.)
Roel Weerheijm
Voor mij is het beste boek van 2014 De gewichtlozen van Valeria Luiselli. Een verhaal over een jongvolwassen redactrice in New York die (sleets huwelijk, vluchtige contacten, seksuele avonturen en vriendschappen, een baan bij een kleine uitgeverij) wat aan lijkt te rommelen in het leven. Voor haar werk doet ze onderzoek naar de Mexicaanse dichter Gilberto Owen. Gaandeweg nemen zijn leven en werk haar steeds meer in beslag. De roman is voor zijn complexiteit erg geconcentreerd en toch toegankelijk. De verhaallijnen liggen ver uit elkaar en bestaan uit korte scènes, fragmenten, overdenkingen, maar toch leest het als een duidelijk geheel, dankzij de trefzekere schrijfstijl. De roman is tegelijkertijd heel origineel en heel traditioneel, actueel en historisch, geestig en ernstig spelend van karakter. Ongelofelijk dat dit in één roman past…
Ik heb genoten van Rob van Essens verhalenbundel \”Hier wonen ook mensen\”, zonder meer een hoogtepunt van het voorbije boekenjaar. Prettig dat Erik Nieuwenhuis nog even memoreert hoe wonderlijk Van Essen door NRC een dilletante broddelrecensie in de maag kreeg gesplitst – ieder zijn mening, maar het gebrek aan inzicht en de stilistische onmacht die hier in amper 500 woorden werden tentoongespreid waren wel wat gortig.