Reportage: Vers voor de Pers met Charlie, loodgieters en Schopenhauer
De nieuwe roman van Michel Houellebecq is hét boek van het voorjaar als het aan de critici Arjen Fortuin, Theo Hakkert en Jeroen Vullings ligt en het publiek dat gisteren uit de negen boekentips van de recensenten de winnaar mocht kiezen. Vullings vond het wel verbazingwekkend dat we in Nederland nog maanden op de vertaling moesten wachten. Hij was alvast in het Franse origineel begonnen.
Vers voor de Pers begon dit jaar met het Boekenweekprogramma. Maar voordat we daar aan toe kwamen, sprak de directeur van de OBA over de aanslagen in Parijs en de speciale actie die bibliotheekmedewerkers in gang hadden gezet om onze solidariteit te tonen. Wij waren immers allemaal Charlie. Het was de eerste in een reeks inleidingen die dag, die begon met een verwijzing naar de dag ervoor.
Presentator van dienst Ronald Snijders was ingehuurd om het programma aan elkaar te praten en had de taak om via de terreuraanslagen in Parijs in een paar zinnen over te stappen naar zijn vooraf ingestuurde grappen en grollen. Snijders doet namelijk aan cabaretteketet en waarom zou je een programma over de Boekenweek nou verpesten door te veel informatie te geven? Lachen is het devies.
Allereerst werd het Boekenweekessay Waanzin in de wereldliteratuur van Pieter Steinz gepresenteerd. Omdat hij niet meer kan praten, deed zijn vrouw Claartje het woord voor hem. Ze kweet zich uitstekend van zijn taak. Op de vraag hoe het nu met Steinz ging antwoordde ze, dat ze gisteren ‘slecht’ zou hebben gezegd, want toen was hij absoluut niet in staat om de bijeenkomst bij te wonen en vandaag weer ‘goed’. Terwijl zij sprak kroop fotograaf Bert Nienhuis naar de rand van het podium om op twee meter afstand met een telekanon Pieter Steinz van superdichtbij te fotograferen. Tak tak tak. Terwijl Steinz probeerde te luisteren naar zijn vrouw… tak tak tak… schoot de fotograaf minutenlang foto’s van het gezicht van Steinz… tak tak tak tak tak tak tak tak tak tak tak tak tak tak tak tak tak tak. Je zou hem de coulissen in willen schoppen.
De andere fotografen wachtten gewoon op het persmomentje.
Daarna ondervroeg Snijders Ronald Giphart, want die staat in het boek Te gek voor woorden, een verhalenbundel die de bibliotheek weggeeft tijdens de Boekenweek en hij is voorzitter van de jury bij een schrijfwedstrijd en sinds zijn roman IJsland ook ‘IJslandkenner’. De winnaars van de wedstrijd gaan met Giphart mee op reis naar IJsland. Nou tijd om een blik met grappen open te trekken.
Snijders: ‘Wat is er nou zo waanzinnig aan IJsland?
Giphart: ‘IJsland is om te beginnen erg mooi. Ze hebben er veel geisers…’
Snijders: ‘Dan zullen ze ook wel veel loodgieters hebben.’
Ha ha ha, ha ha ha.
Snijders even later: ‘Dan kijken ze zeker naar loodgieter zoekt vrouw.’
Ha ha ha, ha ha ha.
Ik zet er maar even bij waar gelachen moet worden, want in werkelijkheid bleef de zaal die voor informatie kwam, allemaal volwassen journalisten, muisstil, al kon je af en toe iemand horen giechelen om de gênante vertoning. Voor Snijders moet het ook niet leuk zijn geweest om te zien dat elke grap als een dode vogel uit de lucht viel.
Gelukkig mocht Dimitri Verhulst daarna gewoon voorlezen uit het Boekenweekgeschenk. Hij wilde na afloop meteen in de boekenkast vol boekenweekgeschenken achter hem zetten, maar dat was niet de bedoeling: eerst interviewtje en daarna persmomentje.
Snijders: ‘Hoeveel van die geschenken heb je eigenlijk gelezen?’
Verhulst: ‘Geen een, want je moest haast de grens over om er een te kunnen bemachtigen.’
Twee uur later vond de aftrap voor de Poëzieweek plaats met als thema ‘Met zingen is de liefde begonnen’. Erik Jan Harmens voelde de liefde ook meteen uit de zaal komen toen hij een lastig gedicht op een mooie wijze voorlas van Christine D’haen.
Ilja Leonard Pfeijffer ontving het eerste exemplaar van het Poëziegeschenk Giro giro tondo uit handen van Anne Vegter (die eerst nog een lofzang hield op de de boekhandelaar), waarna hij aan een interview werd onderworpen door Bas Kwakman. Voor het eerst die dag iemand die inhoudelijk inging op een boek.
Wat opviel bij de uitgeverijen en hun standjes beneden in de kinderbibliotheek: de nieuwe naam van Overamstel Uitgevers was al doorgevoerd en de daaronder vallende uitgeverijen presenteerden zich naast elkaar. Cossee en Marmer, klein, maar vol vertrouwen in de toekomst, De Bezige Bij en Atlas Contact al een van de weinige uitgevers nog met een echt grote stand. We hoorden bij die andere paraplu-uitgeverij Singel Uitgeverijen dat het nieuwjaarsgeschenk van Onno blom over Theo Sontrop zeer in de smaak gevallen was, wat ondergetekende alleen maar kan beamen. Lemniscaat deelde zwarte tasjes uit met een tekst van Schopenhauer: ‘Het ergste moet nog komen.’
Pas tussen drie en vier werd het echt druk, waar het voordien nogal rustig was en kwamen er steeds meer uitgeverijmedewerkers binnen omdat de borrel bij de Chinees aan de overkant om vier uur begon. CPNB-directeur Eppo van Nispen tot Sevenaer probeerde de moed erin te houden bij zijn nieuwjaarstoespreek al moet gezegd worden dat de helft van de aanwezigen niet luisterde en gewoon doorpraatte. Kieft was het best verkochte boek van het jaar met 159.163 exemplaren en liet een fröbelboekje en een thriller achter zich. Michel van Egmond en Johan Derksen kwamen op het podium om de ‘prijs’ in ontvangst te nemen.
Michel van Egmond tegen Van Nispen: ‘Ik ben elke keer blij als ik jou zie, want dat betekent dat ik weer een prijs heb gewonnen.’
Van Nispen tegen Derksen: ‘Heb je nog een tip voor de anderen om een zo goed verkopend boek te krijgen.’
Derksen: ‘Begin een platvloers tv-programma.’