Kroniek: Aristide von Bienefeldt – Bruisende momenten (open brief aan de directie van Spa)
Bruisende momenten (open brief aan de directie van Spa)
Waarom schrijf je eigenlijk een open brief? Omdat je iets te zeggen hebt tegen één persoon, de persoon wiens naam je achter ‘geachte’, ‘lieve’ of ‘beste’ plaatst, en omdat je denkt dat dat ‘iets’ ook van belang kan zijn voor andere langs-scrollers die naar amusement of diepgang hunkeren.
Het is ook ordinair zieltjes winnen, je roept de halve natie op om degene aan wie je je brief richt even hartgrondig te haten zoals jij dat doet. Want, wat is er nu mooier dan een machtige haatberg oprichten, machtiger dan de Grossglockner of de geslachtsdrift van een angoradwergkonijn?
De open brieven die ik de afgelopen jaren stuurde – een schrijven aan de directie van PostNL om te klagen over erbarmelijke bezorgingsmethodes, een epistel gericht aan Attje Kuiken, het PvdA-kamerlid dat haar beloftes een elegante oplossing te vinden om de hoeve van mijn voorouders te redden sans regret, sans mélo de hofvijver in kieperde, een corrigerende tik voor Cornelia Molendijk, een journalistiek dier met talent om erotisch getinte passages blindelings uit een roman te vissen – hebben met elkaar gemeen dat ik ze ook als gewone brief, getypt of met de hand geschreven, had kunnen sturen. Ik had, als ik dat gewild had, de fysieke adressen van mijn slachtoffers gemakkelijk kunnen opsporen.
Voordat al onze brave medelezers nu roepen het toch mogelijk moet zijn om een bedrijf van uw kaliber een simpel mailtje te kunnen sturen, geef ik toe dat u inderdaad per email bereikbaar bent. Het was zonder die, hoe zeg je dat, vluchtroute sowieso niet mogelijk geweest om u in te lichten over mijn, zoals u het zo mooi omschrijft in de brief die bij uw cadeau zat dat gisteren bezorgd werd, ‘Spa Ambassadeurschap’.
U bent per mail bereikbaar, zeker, maar voor sommige berichten schiet een mail nu eenmaal tekort, en is het wenselijk, soms zelfs noodzakelijk, om je zielenroerselen per brief kenbaar te kunnen maken.
Die keuze biedt u niet, op uw website leidt een zoektocht naar adresgegevens, telefoonnummers, zelfs namen van medewerkers, tot een hoogst onpersoonlijk schermpje waarin je uitgenodigd wordt een boodschap achter te laten.
Ik zal de tekst die ik daar neerschreef niet letterlijk herhalen, ik neem aan dat u zich de inhoud wel herinnert. Er was dus sprake van een rood flesje dat mij al bijna tien jaar vergezelt en op honderden plekken geposeerd heeft, en gefotografeerd is. De omzwervingen van dat flesje, de verhalen achter de foto’s om zo te zeggen, werden (en worden nog steeds) gepubliceerd op de website van het literaire instituut Tzum. Een deel ervan is bijeengebracht in een bundel, genaamd De avonturen van mijn rode flesje.
Ik liet u zelf ontdekken dat het flesje waarvan enkele tientallen klonen over de wereld zwerven, en die op hun beurt ook weer vereeuwigd worden, uit uw fabriek afkomstig was, en dat u zonder het te beseffen aan de bron staat van een internationaal RodeFlessenNetwerk.
Ik stelde een afspraak voor, tijdens welke ik u de bundel wilde overhandigen, in combinatie met een (zelf ontworpen) fotoalbum en, natuurlijk om u het flesje waar het allemaal mee begon, zonder twijfel het meest gefotografeerde flesje ter wereld, even te laten vasthouden. Het was de bedoeling dit gloedvolle ‘Spoorloos’-achtige moment, waarbij schepper en product elkaar na vele omzwervingen in de armen vallen, ook weer digitaal vast te leggen.
Het ‘Spa Ambassadeurschap’ dat u mij in uw schrijven toedicht is een titel, wat zeg ik een eretitel die mij past als een op maat gemaakte handschoen. Het doet denken aan filmsterren die hemel en aarde bewegen om een beroemd merk nog beroemder te maken, denk Kate Winslet, Leonardo DiCaprio, George Clooney voor mij part.
Ach, wat een weldaad om iets gemeen te hebben met een filmster! Ik beschouw mijn nieuw verworven titel als de ultieme erkenning voor mijn creativiteit, de bekroning op mijn artistieke veldslagen, zoiets van ‘u heeft iets volbracht, wij applaudisseren’ of ‘u verlicht onze lasten, wij verlichten de uwe’.
Maar, vraag ik me in alle onschuld af, zouden George Clooney, Kate Winslet of Leonardo DiCaprio genoegen nemen met vier flesjes water, die u in uw schrijven ‘Spa-mand’ noemt en waarvan ik de waarde op 1,60 € schat, in ruil voor hun ambassadeurschap?
Want, ook al zul je in mijn genenpakket geen aanleg vinden voor ijdelheid of zelfverheerlijking, ik durf de stelling aan dat ik, door al die geplastificeerde goodwill die ik over de aardkloot jaag, het aandeel Spa en de netto bedrijfsresultaten tot onverwachte hoogten heb helpen opstuwen.
Ik weet niet zo goed hoe ik deze brief moet afsluiten. Ga ik u, in navolging van de formule die u gebruikt in uw schrijven, ‘nog veel bruisende momenten toewensen’, kies ik voor een hardvochtig en koelbloedig ‘mijn advocaat neemt binnenkort contact met u op’ of houd ik het op: Wat zou u doen in mijn plaats?
Was getekend,
uw ambassadeur
Aristide von Bienefeldt
Een gotspe! Spa weet niet wat Spa waard is.