Recensie: Hugo Claus – De mensen hiernaast
Praten met een stier
Twee bundels poëzie (De dief van liefde en Alibi), twee toneelstukken (Blindeman en Georg Faust) en een verhalenbundel, dat is de alweer opmerkelijke literaire oogst van Hugo Claus in 1985. Die verhalenbundel, De mensen hiernaast, is Claus’ eerste publicatie in proza sinds het succes van de alom geprezen roman Het verdriet van België (1983). Geen wonder dus dat de verwachtingen hoog gespannen waren, en een geruststelling dat Claus’ nieuwe bundel enkele heel mooie verhalen bevat. Enkele, niet alle.
De mensen hiernaast telt zeven verhalen, en die vallen in twee categorieën uiteen: de min of meer ’traditionele’ en ‘symbolische’, beide zowel naar thema als naar vorm. Het is een scheidslijn die Claus’ hele oeuvre sinds jaar en dag doortrekt, met de romans Het jaar van de Kreeft en Schaamte, allebei uit 1972, wellicht als de voorbeelden bij uitstek van beide extremen. De eerste categorie is toegankelijker dan de tweede, en hoewel die ‘symbolische’ romans en verhalen beduidend meer mogelijkheden tot interpretatie bieden en meer ter invulling aan de eigen fantasie laten, geef ik door die toegankelijkheid toch de voorkeur aan het ’traditionele’ werk, ook weer in De mensen hiernaast. De tamelijk rechtoe-rechtaan vertelde geschiedenis van André die met zijn onuitstaanbare zoontje Paultje zijn echtgenote van het vliegveld haalt, benieuwd naar haar ontmoeting met zijn minnares Odile, is mij liever dan de nogal geconstrueerde belevenissen van Max van Nuffel, die in een hotel in Boedapest een rendez-vous heeft met zijn ex-verloofde Alma.
Opmerkelijk is dat verschillende verhalen breed inzetten, om thematisch gezien al snel van hun onderwerp af te dwalen, op het oog althans. Zo begint ‘I don’t care’, het openingsverhaal van de bundel, met een beschrijving van de scheiding tussen Rika en Xavier, gevolgd door Xaviers problemen als alleenwonende en — na twee jaar — Rika’s dood. Xavier keert terug naar het huis dat ze samen bewoonden, en het lijkt voor de hand liggend dat Claus het verder zal hebben over Xaviers confrontatie met een huwelijk dat voorbijging en een scheiding die hij niet wilde. Het verhaal neemt echter een even hallucinerende als surrealistische wending: Xavier is er getuige van hoe op de Beestenmarkt een stier wordt gedood, en het is een broer van deze stier met wie hij een nacht lang praat, koortsachtig als in een droom. Als de stier vertrokken is, blijkt Xavier niet alleen het telefoonnummer van zijn dochter vergeten te zijn, maar ook de naam van zijn overleden echtgenote. ‘Iets met een a en een i.’ Xavier berust.
Op een vergelijkbare wijze lijkt het in ‘Ongenade’ te gaan over de problemen van een echtpaar, Diane en Walter, dat een kind wilde adopteren. Walter reist naar Minneapolis om aan een wetenschappelijk congres deel te nemen, en tijdens zijn afwezigheid leest Diane in de krant dat rechter Missiaen een 26-jarige vrouw tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld heeft wegens de moord op haar baby. Om iets te doen te hebben, besluit ze Missiaen zijn ‘gerechtigheid’ te vergelden, ze verleidt hem en vernietigt zijn zelfrespect. Een paar weken na Walters terugkeer, komt het bericht dat de adoptie-aanvraag gehonoreerd is. Diane vergeet de rechter.
Dit ogenschijnlijk afdwalen van het onderwerp is voor Claus een probaat middel om zijn echte thema te benaderen: de ontoereikendheid van de liefde, de beklemming van een huwelijk. Vergeten en zo berusten is Claus’ remedie tegen teleurstelling en verdriet. ‘Zijn voeten werden ijskoud,’ bepeinst Xavier op zeker moment, ‘dat was goed, zo wist je dat je bestond, maar kon je dat niet beter vergeten?’ Zo somber als de vraag is, zo monter verbeeldt Claus het antwoord.
Anton Brand
Hugo Claus – De mensen hiernaast. De Bezige Bij, Amsterdam, 204 blz.
Deze recensie verscheen eerder in het Nieuwsblad van het Noorden, op 27 december 1985.