Recensie: Jeroen Thijssen – Solitude. Een Indische familiegeschiedenis
Interessante postkoloniale roman
Het is eind jaren zeventig als de broers Frank en Robert Bramme, krakers te Haarlem, tijdens het opruimen van het huis van hun dementerende opa een familiearchief vinden. Aan de hand van dagboeken en brieven van hun voorvaderen, ook twee broers, die eind negentiende eeuw naar Nederlands-Indië vertrokken, beschrijft Frank, die toch al schrijver wilde worden, de geschiedenis van zijn familie.
De familiegeschiedenis van Frank en Robert was altijd onduidelijk. Opa voedde hen op, vader overleed op jonge leeftijd, maar hoe het precies in elkaar stak bleef duister. Uit dagboekfragmenten en brieven blijkt dat de overgrootvader en zijn broer als soldaat naar Indië gaan om mee te vechten tegen de oorspronkelijke bewoners, onder andere op Lombok (slag om Tjakra Negara). Na de gevechten vestigen de broers Theo en Hendrik zich als journalist (Theo) in Batavia en als eigenaar (Hendrik) van de plantage Solitude in de binnenlanden. Hendrik is van de broers het meest een echte koloniaal en lijkt ook de minste moeite te hebben met de onderdrukking van de inlanders. Theo heeft als bevlogen journalist meer moeite met de machtsverhoudingen. De broers trouwen beide en krijgen alle twee een zoon. De zoon van Hendrik, Simon is de opa van Frank en Robert.
Solitude is een met veel kennis van de gebruiken en sociale verhoudingen in de voormalige kolonie Nederlands-Indië geschreven familieroman. Thijssen beschrijft met veel gevoel voor detail het aanvankelijk onwennige leven van blanken in Indië. Mystiek, hoeren en opium zijn nooit ver weg. De natuurbeschrijvingen zijn prachtig en de broeierigheid spat van de bladzijden. In grof aangezette scènes wordt duidelijk hoe een onthecht leven een onthechte familie voortbracht. Niet alleen de familiegeschiedenis was een raadsel, Indië zelf is en blijft een onbegrepen land voor de blanke. Nooit wordt het een echt thuis; het blijft een exotisch oord waar de blanke niet kan aarden. Dat leven zonder ergens echt thuis te horen wordt origineel gespiegeld in het leven van de krakers Frank en Robert.
Thijssen hanteert een stijl die je met recht beeldend kan noemen: er passeert geen gebeurtenis of hij wordt in een barok idioom van de negentiende eeuwse Nederlander beschreven. Dat is niet altijd even geslaagd. De verbeelding van iedere gewaarwording maakt het verhaal zwakker en dat is jammer, want Solitude is een interessante postkoloniale roman over het verlangen ergens toe te behoren. De overdadige beschrijvingskunst zorgt er uiteindelijk voor dat je je op de taal gaat richtten en je daaraan gaat ergeren. Daar helpen verrassende plotwendingen op de laatste bladzijden niets meer aan.
Rieuwert Krol
Jeroen Thijssen – Solitude. Een Indische familiegeschiedenis. Nieuw Amsterdam, Amsterdam/Antwerpen. 462 blz. € 22.95.