KORTRIJK (België 1998) – De jongen van de organisatie stelt zich aan me voor als ‘Hert’.

‘Hert?’

‘Nee. Hert.’

‘Ja: Hert.’

‘Hert!’

‘…’

‘Hert!’

‘O! Gert.’

‘Ja. Hert.’

Even later zie ik de poster.

Pit's

***

Omdat J.M.H. Berckmans de dag na mij het podium in De Pit’s zou betreden, besloot ik een dagje langer in Vlaanderen te blijven; ik wilde de man graag eens in actie zien. En mijn exemplaar van Tranen voor Coltrane laten signeren.

Hij arriveerde in gezelschap van Geert Breës, de vriend van Jean-Marie die het op zich had genomen om Berckmans’ contacten met de buitenwereld te verzorgen en zich voorstelde als de manager. Maar hij was meer dan manager, deze zich noemende ‘de Brees’: hij hielp de schrijver ook met het ordenen van zijn teksten, als dank waarvoor Berckmans, die ad infinitum van diepe depressie naar psychose hobbelde en weer terug, die zijn ellende trachtte te verzachten met behulp van zware zelfmedicatie, en die daarom regelmatig werd opgenomen, als dank voor die ordenende hulp dus liet Berckmans op de titelpagina van zijn boek Ontbijt in het vilbeluik (Houtekiet/de Prom, Antwerpen/Baarn 1997) de volgende auteursnaam vermelden:

J.M.H. Berckmans

(With a little help van de Brees)

Jean-Marie en de Brees waren nogal verbaasd om een Nederlander te treffen die alle boeken van de toch wel erg Vlaamse Berckmans gelezen had, en die zelfs een exemplaar van het reeds lang onvindbare Tranen voor Coltrane bezat – ze vroegen of ze het boekje van mij konden kopen, en het zal wel erg onaardig zijn, maar dat konden ze niet, waarop Berckmans het signeerde. En toen ze van de organisatie te horen hadden gekregen dat ik speciaal voor het optreden van Berckmans mijn verblijf in Kortrijk met een etmaal had verlengd, kreeg ik een exemplaar van Berckmans’ op dat moment meest recente boek Ontbijt in het vilbeluik dat ik onmiddellijk liet voorzien van de handtekeningen van zowel J.M.H. Berckmans als little helper de Brees.

Aardige man, Jean-Marie, maar totaal onaangepast en zichzelf overschreeuwend: in het duister van zijn hoofd zou ik niet graag wonen.

***

[youtube width=”420″ height=”315″]http://youtu.be/FbPFiiF44W4[/youtube]

***

Ondanks of misschien wel dankzij zijn ellende bleef Berckmans publiceren, een gestage stroom werk waarin hij steeds wanhopiger en met steeds buitensporiger stijlmiddelen trachtte greep te krijgen op zijn geestesleven.

Op zondag boren angst en verlatenheid grote zwarte gaten in Gilbert z’n groengespikkelde satijnen broek, waardoor hij er uit gaat zien als een derderangs kermiskoereur met hematokriet 95 tot in de wrat in z’n eikel.

Op zondag is de moedeloosheid van Akaki Akakjewitsj nauwelijks nog beschrijfelijk, de vadsigheid van Anatol Anatoljewitsj nauwelijks nog begrijpelijk, de lethargie van Ilja Iljitsj Marikk’n nauwelijks nog vergelijkbaar met diepe diepe neerslachtigheid.

Op zondag blijkt de pijn in de ruggengraat verworden tot mergkanker, waarvoor noodzakelijk een beenderpijptransplantant over het hele land, van Denderbel tot Schellebel.

De sound nee de soundtrack nee de klankband nee het klankbeeld van deze tijd is stilgevallen nee dood, de klank is loutere stilte, hoogmis, halleluja, nu sijt wellecome.

Van het klauternis op zondag strompelen is gekomen en van het strompelen hinkelen tot waar niets meer te gebeuren staat. Nada. Zero.

(Ook op zondag zijn de dingen zoals ze zijn op andere dagen, een beetje mottig en een beetje krom, alleen wat minder luidruchtig, niet vijf miljard teringzuchtig, minder gekletter, minder geschetter, minder getetter, minder sjampetter, minder kantonier, minder dikke Gusta.)

[As op jazzwoensdag (Meulenhoff/Manteau, Antwerpen/Amsterdam [sic] 2003), pp. 40-41]

Berckmans’ worsteling met zijn eigen geest was onafgebroken en hevig en duurde totdat hij onverwacht overleed aan een onbehandelde longaandoening. Een verlies voor de letteren, maar of hij zelf erg rouwig om zijn dood zou zijn waag ik, zijn werk kennende, te betwijfelen. Hoe dan ook: Jean-Marie, bedankt voor de troost die ik putte en put uit de angstaanjagend geformuleerde inktzwarte schoonheid van jouw nacht – die duurde van 1953 tot 2008.

Karel ten Haaf