Essay: A.H.J. Dautzenberg en de Boekenweek die van Jan Arends een Malle Eppie maakt
Op de literaire afterparty Krank die gisteren in Groningen werd georganiseerd liepen groepjes mensen door de Stadsschouwburg langs schrijvers en dichters die 5 minuten voordroegen uit hun werk. A.H.J. Dautzenberg had speciaal voor de avond een stuk geschreven over het thema van de Boekenweek.
Waanzin
Het thema van de Boekenweek is waanzin. De CPNB bedacht niet alleen het thema, maar presenteerde ook enkele schrijvers die dit thema verbeelden. En zo kwam Jan Arends na enkele decennia weer in de etalages van de boekwinkels te liggen. Niet als een schrijver, maar als een Malle Eppie.
Ik neem dan ook afstand van de gemakzuchtige, maar bovenal misselijkmakende wijze waarop het thema waanzin in de Boekenweek wordt weggezet, en meer in het bijzonder Jan Arends. De waanzin manifesteert zich niet in het individu, in de schrijver. Het is juist de meeloeiende massa, het is de collectiviteit die de waanzin definieert, accelereert en vervolgens uit een soort van decadente angst weer probeert uit te roeien.
In het handboek van de psychiatrie, beter bekend als de DSM, is non-conformisme en vrijdenken onlangs opgenomen als geestesziekte. De ziekte heeft zelfs een naam gekregen: ODD, Oppositioneel Opstandige Gedragsstoornis. Symptomen zijn: gezag in twijfel trekken, negativiteit, opstandigheid en bekvechten. En ik verzin dit niet, helaas.
Het aantal psychische aandoeningen is in de afgelopen vijftig jaar verdrievoudigd. Het leven moet geobjectiveerd worden. Er zijn behandelingen beschikbaar.
De psychiatrie laat zich gebruiken, nee mísbruiken om mensen buitenspel te zetten. Mensen die niet voldoen aan de heersende sociale conventies moeten weg, want dat vindt de meerderheid wel zo prettig. En de meerderheid beslist.
In het verre verleden werden ‘gekken’ nog gezien als mensen die een bepaald soort wijsheid bezitten. Als mensen die ons een andere waarheid kunnen laten zien. Als dissidenten die het leven kunnen verrijken. Dus niet als psychiatrische patiënten die zo ver mogelijk uit de buurt moeten blijven van ‘gewone’ mensen.
En er is altijd wel een psychiater te vinden die zijn handtekening zet onder geestdodende documenten – en dat adjectief mag u letterlijk nemen, de geest moet gedood worden, de opstandige geest.
Een van de eerste Nederlandse schrijvers die waarschuwde voor het gevaar dat in het collectivisme schuilt, was de in 1881 geboren en in 1932 door een overdosis slaappillen overleden joodse schrijver Carry van Bruggen. Rond de vorige eeuwwisseling gingen mensen massaal op zoek naar een nieuwe vorm van zingeving. Een voedingsbodem voor nieuwe ideologieën dus.
Van Bruggen benadrukte dat het door enkelen gepropageerde nationalisme en antisemitisme wel eens massaal omarmd zouden kunnen worden. Ze benadrukte dat vaderslandsliefde ware mensenliefde belemmert. Patriottisme is niets anders dan gesublimeerde eigenliefde, het staat naastenliefde in de weg. Gemeenschapsidealen dienen nergens anders toe dan tot het in stand houden van de collectiviteit, van de superiéure collectiviteit. En ze draaien altijd uit op onderdrukking van minderheden.
Volgens Van Bruggen was Het Goede dan ook anti-maatschappelijk, oppositioneel ten opzichte van de massa, dit alles om ook het individu ademruimte te verschaffen.
Dus bevrijd Jan Arends uit het Dolhuys, bevrijd hem uit de vitrine van de dichtstbijzijnde boekwinkel, en ga hem lezen. Hij was geen waanzinnige, hij was een individu, en hij heeft ons nog altijd veel te vertellen over de isolerende meerderheid.
Dank voor de aandacht.
A.H.J. Dautzenberg
(afbeelding via Flickr Commons)
Ik neem aan dat de schrijver van deze bijdrage niet erg gelukkig is met het prentje boven het \”essay\”.
Misschien is Dautzenberg juist tevreden met het prentje boven het essay. Het doet wel recht aan de beeldvorming in figuurlijke zin.