Nieuws: Op weg naar Frankfurt 2016 (2)
Traditioneel vindt in Leipzig in de lente een Buchmesse plaats: een publieksbeurs. Vier dagen lang genieten de bezoekers van duizenden optredens van schrijvers, die op de podia worden voorgesteld door journalisten, acteurs en programmeurs van literatuurhuizen uit het gehele Duitse taalgebied. Ook de medewerkers van het Nederlandse Letterenfonds en van het Frankfurt 2016 Team waren op de beurs: ter voorbereiding van het gastoptreden van Nederland en Vlaanderen op de Frankfurter Buchmesse in 2016. Bas Pauw en Bart Moeyaert spraken met beursorganisatoren van Leipzig en Frankfurt, werden ontvangen door de Indonesische delegatie en stelden zich op zaterdag voor aan het grote publiek. Thomas Möhlmann sprak uitgevers en redacteuren over poëzie.
Zelf sprak ik bijna twintig Duitse uitgevers over Nederlandse auteurs. De onafhankelijke uitgevers hadden een prominente plek op de beursvloer inclusief een eigen podium voor optredens. Over hen was een uitgave gemaakt waarin iedere uitgever bedrijf en een hoogtepunt uit het fonds voorstelt: Independent lesen. ‘Ook hadden de onafhankelijke uitgevers een eigen feestelijk ontvangst, in het trendy restaurant Chinabrenner, waar de kok over het eten en het Chinees-Duitse rode bier uitleg geeft. De sponsoren mochten ook het woord voeren: de voorzitter van de Kurt Wolff Stichting, Stefan Weidle, en een Oostenrijkse drukker. Een perfecte plek dus om kennis te maken met nieuwe uitgevers.
Over bloemlezingen, themanummers van literaire tijdschriften, nieuwe boeken, klassieke teksten en optredens van auteurs heb ik gesproken. Uitgevers en organisatoren denken aan de volgende lente in Leipzig maar natuurlijk in het bijzonder aan de herfst van volgend jaar. Duitse uitgevers zijn kooplustig: op de eerste beursdag bleek het boek van Hendrik Groen al verkocht te zijn aan Piper Verlag. Ook over De gids voor de wereldliteratuur, ofwel de Dikke Steinz werd geroezemoesd: verkocht. De nieuwe Luyendijk komt al in mei op de Duitse markt. In Amsterdam kwamen biedingen binnen op klassiekers van Hella Haasse en Maria Dermoût.
Op vrijdag heb ik na een volle dag eindelijk tijd om naar een optreden te gaan: Herman Koch wordt met zijn nieuwe roman voorgesteld op het ARD podium. Daar worden zijn roman én zijn optreden later op de avond voorgesteld. Iedere schrijver treedt meerdere malen op want in de stad lijkt iedere winkel, bar en lunchroom mee te doen.
Zaterdag is de topdag: op de beurs is er geen doorkomen aan, maar toch lukt het nog enkele uitgevers te spreken. Aan het einde van de dag reis ik per tram naar het Sächsischen Psychiatriemuseum – in een afgelegen donkere straat. Om 19.15 zullen Gerd Busse en Ulrich Faure deel 2 van Het bureau van J.J. Voskuil voorstellen: Schmutzige Hände. Gerd is de pleitbezorger en vertaler van deze romancyclus en Ulrich Faure, medewerker van BuchMarkt, zijn partner in crime. Komt die ruimte hier wel vol? Ja, Leipzig liest, zelfs in de buitenwijken.
De heren hebben een programma met foto’s, boekomslagen, bewegend beeld – we zien Voskuil en horen Loesje – en leggen met voorbeelden uit waarom deze romans zo geweldig in de smaak zijn gevallen bij het literaire publiek. Wanneer Gert met uitgestreken gezicht vertelt dat mevrouw de Haan van het Meertensinstituut geantwoord heeft op de vraag wat ze van het boek vond: ‘In pricipe lees ik geen boeken van mensen die ik niet mag’ rolt een van de bezoekers van het lachen van zijn stoel. De humor van Voskuil en de zijnen slaat in deze zaal absoluut aan.
Wolfgang Schiffer leest geweldig mooi voor: vooral de scène over de roeimachine zorgt voor grote hilariteit. Zelf mag ik één pagina voorlezen, waarin Nicolien ruzie maakt met Maarten wanneer hij toch weer iemand heeft aangenomen. Op verzoek lees ik dezelfde passage daarna in het Nederlands. Wanneer we na gedane arbeid een bier willen gaan drinken, gaat het mis. Voskuils Duitse uitgever, Jörg Sundermeier van Verbrecher Verlag, merkt snedig op dat we aan het succes van Leipzig liest ten onder gaan. Ieder café zit stampvol met lezers, overal wordt voorgelezen: we kunnen nergens naar binnen voor de nazit. Eindelijk vinden we een groot restaurant met een lege tafel: dan toosten we op Het bureau, waarvan in mei deel drie gaat verschijnen.
Reintje Gianotten