Recensie: Yves Petry – Liefde bij wijze van spreken
Golven van fantoompijn
Met De maagd Marino schokte Yves Petry vele lezers, en sleepte hij in 2011 de Libris Literatuur Prijs in de wacht. Zijn nieuwste roman Liefde bij wijze van spreken heeft niet zo’n grote schokfactor, maar is absoluut het lezen waard. Het is een intrigerend verhaal over liefde en identiteit dat in prachtig proza wordt neergezet.
In Liefde bij wijze van spreken vertelt Alex Jespers over zijn ervaringen met Jasper en Kristien Fielinckx, van wie de ouders in een bizar auto-ongeluk zijn omgekomen terwijl broer en zus nog op de middelbare school zaten. Het boek is opgedeeld in vijf bedrijven en beslaat zo’n twintig jaar van het leven van dit drietal, te beginnen met hun tijd op de middelbare school in het stadje B. Alex raakt daar bevriend met Jasper, al krijgt hij al vrij snel spijt van deze vriendschap. Hij veracht Jaspers gevoel van superioriteit en de ernst waarmee hij alles benadert, en is maar wat blij als ze geslaagd zijn en elk hun eigen weg kunnen gaan. In de stad L, waar Alex, Jasper en Kristien alle drie studeren, komen ze elkaar echter na vier jaar weer tegen. Deze keer is het niet alleen Jasper die contact zoekt, maar ook zijn zus Kristien die tot Alex’ verwarring interesse in hem toont.
Het is in de stad L dat het verhaal over deze vreemde driehoeksverhouding eigenlijk pas echt begint. Alex vertelt ons over de eeuwige strijd die Jasper probeert aan te gaan met zowel Alex als Kristien, nog steeds gebaseerd op zijn superioriteitsgevoel. Door het verhaal heen laat hij telkens kleine beetjes los over de dreigende climax, wat een sterk ‘waar gaat dit in vredesnaam heen’ gevoel oplevert. Het wordt al vrij snel duidelijk dat Alex ten tijde dat hij dit verhaal schrijft in Amsterdam woont, bestsellerauteur is en samenwoont met zijn levenspartner en uitgever Henk. Hij laat ook doorschemeren dat Jasper niet meer leeft, en dat hijzelf ternauwernood aan de dood ontsnapt is, maar de details laat hij in het midden tot het einde van het boek.
Met name de karakters van Alex en Jasper worden in veel detail uitgewerkt. Alex leren we kennen als de schrijver die al zijn hele leven worstelt met zijn homoseksualiteit en dit vreemde verhaal van zich af moet pennen, en Jasper als een robotachtige, onbegrepen man die langzaamaan volledig ontspoort. Kristien neemt door het verhaal heen veel verschillende identiteiten aan; het ene moment is ze de zorgzame zus of moeder, en het volgende weer een ijskoude vrouw die mannen verleidt en weer aan de kant zet alsof het niets is.
Zowel Jasper als Kristien roept een apart gevoel van onbehagen op. Het is duidelijk dat ze allebei ontzettend beschadigd zijn door het onverwachte overlijden van hun ouders, en beiden gaan daar geenszins goed mee om. Alex is in feite niet meer dan een toekijkende buitenstaander in dit spektakel, maar wordt er keer op keer weer in betrokken, zoals wanneer Jasper verklaart dat hij verliefd op hem is, en Kristien hem vertelt dat ze een kind van hem wil. Dit wil niet zeggen dat Alex zichzelf neerzet als perfect personage dat er niets aan kan doen dat deze mensen hem in zekere zin zijn overkomen. In tegendeel:
Laat ik me op één punt vooral geen illusies maken: ik zal uit deze geschiedenis niet naar voren komen als een geweldig sympathiek figuur. Eerder een ijdele mooiprater met weinig verantwoordelijkheidsgevoel. Een oppervlakkige narcist, een geheel overbodig persoon. Niet iemand waar de rechtgeaarde lezer zich graag in herkent.
Hij pakt sommige situaties volledig verkeerd aan, maar dit laat wel op een interessante manier zien dat iedereen fouten maakt, en dat Alex zijn best doet om dit verhaal te vertellen zoals het heeft plaatsgevonden. Toch is Alex niet te bestempelen als een betrouwbare verteller, aangezien het duidelijk is dat hij absoluut niet objectief is in zijn vertellingen, wat twijfel opwekt over het waarheidsgehalte van sommige gebeurtenissen.
Petry verkent op zeer intelligente wijze een drietal uiterst complexe relaties, waar het zelfs de personages zelf lang niet altijd duidelijk is of acties worden verricht uit haat of uit liefde.
Wat hij een liefdesverklaring noemde, kwam eigenlijk neer op een oorlogsverklaring. Hij was niet uit op een duet maar op een duel.
Met name Jasper lijkt niet te weten wat liefde is, maar ook voor Kristien is dit een problematisch begrip. Allebei lijken ze niet in staat om van elkaar (of Alex) te houden, alhoewel Kristien keer op keer het tegendeel beweert. De gevoelens van haat en wrok die van de pagina’s springen hebben een ijzingwekkend effect, wat vervolgens ook nog wordt versterkt door Alex’ eigen wanhoop en haat jegens beiden.
Wat Liefde bij wijze van spreken vooral de moeite waard maakt is de magnifieke schrijfstijl van Petry. Het geheel doet bijna poëtisch aan en het kabbelende ritme wekt de indruk dat er aan elke zin net zo lang geschraapt en gepolijst is tot deze precies goed is. Het is werkelijk bewonderenswaardig wat Petry hier neerzet.
Wat definitief weg was, wat broer en zus gezamenlijk en voor altijd kwijt waren, wekte nog steeds golven van fantoompijn en fantoomwarmte op waarin ze zich verenigd wisten. Zó had het althans moeten zijn. Dát zou ik gepast en ontroerend hebben gevonden.
Anne Kooistra
Yves Petry – Liefde bij wijze van spreken. De Bezige Bij, Amsterdam, 336 blz. € 19,90.