Recensie: Geert Spillebeen – Mijn vader maakt wapens
De gefictionaliseerde biografie van een Engelse luitenant
Sinds enkele jaren richt de Vlaamse uitgeverij De Eenhoorn, vooral gespecialiseerd in prentenboeken en boeken voor jongere lezers, zich ook op het segment ‘young adult’. Het resulteert in fraai vormgegeven en psychologisch onderhoudende historische romans, zoals het veelbekroonde Kelderkind (2012) van Kristien Dieltiens en Iedereen bleef brood eten (2013) van Do van Ranst. In dat rijtje past ook Mijn vader maakt wapens, de nieuwe historische jeugdroman van Geert Spillebeen, die net zoals in eerder werk de Eerste Wereldoorlog thematiseert.
In alternerende verhaallijnen laat Spillebeen verschillende vertellers aan het woord. Een personele vertelinstantie biedt een afstandelijk portret van de Engelse luitenant Marc Noble, dat wordt afgewisseld met hoofdstukken waarin Noble als ik-verteller het woord voert. Aan het front ondervindt de jonge luitenant dat zowel bondgenoot als vijand zich bedient van wapens vervaardigd door ‘Vickers’, het familiebedrijf van de Nobles. Wordt Marc Noble, voormalig boy scout, aanvankelijk nog als avontuurlijk idealist gekarakteriseerd, dan doen twee jaar aan het front hem twijfelen. Spillebeen biedt aanvankelijk een ontluisterend portret van de gruwel aan het front, maar verliest zich algauw in eindeloze uitweidingen en een stroom van – meestal totaal overbodige – details. Vanaf de eerste hoofdstukken bezigt de auteur een drammerige stijl; de educatieve functie primeert duidelijk. Een bezoek aan Poperinge, een stad achter de frontlinie waar soldaten voor wat vertier samentroepen, past geheel in die eenzijdige visie op jeugdliteratuur als middel tot kennisoverdracht.
De als doorslaggevende ‘Real Breakthrough’, oftewel ‘De Grote Doorbraak’ moet de roman naar een hoger niveau tillen, maar ook hier verhindert een wildgroei aan overbodige beschrijvingen en nietszeggende frasen, in combinatie met gortdroge dialogen, ieder inlevingsvermogen. Nobles onzekerheid en groeiende twijfel over de oorlog reiken niet erg diep. Noch Nobles relaas als ik-verteller noch de observaties van de auctoriële verteller beklijven; daarvoor is deze adolescentenroman simpelweg niet goed genoeg geschreven. Het gebrek aan stilistische rijkdom manifesteert zich in een vaak uitleggerig toontje: ‘Hij was redelijk opgewonden, maar beheerste zich en toonde het verdiende respect voor een officier, hoe jong ook.’
In Mijn vader maakt wapens stelt Geert Spillebeen zich tot doel om een deels gefictionaliseerde biografie van de Engelse luitenant Marc Noble te schrijven en daarnaast op historisch onderzoek gebaseerde kennisoverdracht met betrekking tot de ‘Groote Oorlog’ te bieden. Beide doelstellingen primeren nadrukkelijk op het schrijven van een op historische leest geschoeide adolescentenroman. Het resulteert in bijzonder langdradige young adult, die noch inhoudelijk, noch stilistisch enigszins kan boeien.
Jürgen Peeters
Geert Spillebeen – Mijn vader maakt wapens. De Eenhoorn, Wielsbeke. 198 blz. € 16,95.
(foto boven, fragment van foto The Library of Congress ‘Withdrawing After Courageous Fighting Against Overwhelming Odds’, Wikipedia Commons)