Column: Guus Bauer – Happy family (7)
Happy family VII
Alvorens ik rond 1980 de recensentenstapel ontdekte, greep ik allereerst in de spaarpot en vanaf pakweg 1971 in de magere middelbare-scholierenbeurs (en op het internaat – verjaard, verjaard – ook weleens in de goedgevulde kluis van een dokters-, notaris of fabrikantenzoontje) om een boek zelf in bezit te krijgen, het na het maximale aantal verlengingen niet retour te hoeven brengen naar de Openbare leeszaal in Amsterdam-West.
(Puur egoïsme, dat boekenbezit, ik weet het. Zo snel als mogelijk doorverkopen via Marktplaats, de plek waar de cultuurwoordvoerder van de hoofdstedelijke VVD vindt dat jong en oud zich boektechnisch op moeten bewegen. Het zal de fractie deugd doen dat het pand waar de bibliotheek in die dagen in gehuisvest was nu een steakhouse is. De boekhandel ertegenover heeft een jaar geleden plaats gemaakt voor een supermarkt met Poolse waar.)
Voor de aanschaf van het felbegeerde leesmateriaal bezocht ik in die dagen voornamelijk twee boekhandels: Athenaeum op het Spui, waar Anton de Goede en Jacques Asselman van advies dienden en Scheltema & Holkema (was er ook niet een Vermeulen?) op het Rokin. Over Asselman, ex-seminarist, wandelende literaire encyclopedie, celebrator van licht homo-erotische hoogmissen in zijn woning boven de winkel en – ik héb wat slachtoffers gemaakt – middels zijn fonds Hagelwit allereerste uitgever van uw inktslaaf een volgende keer uitgebreid meer. Anton de Goede valt gelukkig nog wekelijks op de radio te beluisteren.
Bij Athenaeum kom ik niet meer, laat ik zeggen omdat de plaats van Asselman en De Goede reed lang is ingenomen door minder aardse types. Koningsplein nummer 20 ben ik door de jaren heen blijven bezoeken, of de winkel nu Scheltema, Selexyz of Polare heette. (O, hoe fijn waren de jaren tachtig en een stukje van de jaren negentig voor de marginale uitgever. Het was betrekkelijk eenvoudig om je nieuwe waar in de kasten, op de tafels én –zelfs zonder betaling! – in de etalage te krijgen.) Soms om een boek te kopen als extra steun aan de auteur, of als geschenk, maar de laatste jaren bijna uitsluitend omdat ik vlakbij op de Herengracht in het Ambassadehotel zo goed als wekelijks buitenlandse schrijvers interview.
Dirk-Jan Veerman en Leon Verschoor van de afdeling Literatuur raakten begrijpelijkerwijs door de toenemende frequentie van de ‘literaire causerieën’ van uw inktslaaf steeds vaker plotsklaps drukdoende. Wanneer de eenzaamheid van de schrijfcel een keer verlaten wordt – ik praat (nog) niet in mijzelve – is de zwijggelofte nu eenmaal moeilijker vol te houden. Onderweg wil ik nog weleens in de beroepsonzinverkoperstemming geraken. (Of, ik zal u voorwezen, verkeer ik daar soms altijd in?)
Zaterdagochtend was ik afgereisd naar de hoofdstad voor een interview met een Nederlandse auteur. (In het kader van de inventaris van de Vaderlandse literatuur bespreek ik honderd boeken van Nederlandse schrijvers en plak er af en toe een interview aan vast.) Die meldde mij dat de pr-medewerker van zijn uitgeverij mij had aangekondigd als een ‘wat aparte figuur, een zonderling, wel eentje die de boeken echt leest’. Dank u voor het compliment.
Op de terugweg viel mijn blik op een grote reclameposter waarmee Scheltema bezoekers naar de nieuwe locatie op Rokin nummer 9 wil lokken, schuin tegenover Rokin 74 waar de winkel meer dan dertig jaar geleden zat. Zijn ze dan al geopend? Zo zie je maar weer, in de provincie bereikt het nieuws je veelal pas achteraf. Alras naar de Dam om op z’n minst even een handje te schudden.
Het pand is werkelijk schitterend verbouwd. Het doet, met de grote open ruimtes, de tijdschriftenwand de opstelling van de kasten, het gebruikte materiaal en de roltrap direct bij de entree denken aan het hoofdgebouw van de Openbare Bibliotheek Amsterdam vlak naast het Centraal Station. Op het evenementenplein zien we ineens Anton de Goede (met een gehoorapparaat?) voor een publiek in gesprek met de directeur van het Rijksmuseum en kunsthistoricus Joost Zwagerman. Het is lastig werken met maar één microfoon.
Het is druk in het pand, gelukkig. Hopelijk zijn het niet alleen kijkers. Ik stap op Leon af die achter de informatiebalie zit met het doel hem in elk geval even te feliciteren. Alvorens ik mijn mond open kan doen, zegt hij: ‘Ik heb geen tijd.’
Gelijk heeft hij. Ik ben een zonderling, een rare snaak, een professionele bullshitter, iemand die boeken van kaft tot kaft leest, die godbetert ook nog weleens een boek uitgeeft. Langs deze weg, iedereen bij Scheltema van harte gefeliciteerd. Novamedia, geweldig goed besteed geld. In het slechtste geval een verduiveld mooie aftrekpost.
Guus Bauer