Recensie: Jennifer Niven – Waar het licht is
Getraumatiseerde adolescenten en eindeloos gewauwel
Opgroeien is niet makkelijk. Nooit geweest ook. Menig jeugdboek doet er graag een schepje bovenop: adolescenten krijgen met een keur aan al dan niet maatschappelijk gerelateerde hangijzers en liefst zo persoonlijk mogelijke issues te kampen. Zelfmoord, ongeneeslijke ziekten en psychologische problemen maken onmiskenbaar deel uit van dit tot de adolescentie herleide hindernissenparcours. Ook de Amerikaanse auteur Jennifer Niven bedient zich in Waar het licht is, haar jeugdliteraire debuut, van deze voorspelbare thematiek.
In alternerende verhaallijnen komen twee door het leven getekende adolescenten aan het woord. Theodore Finch lijkt wel bezeten door gedachten aan de dood en wil effectief een einde aan zijn leven maken. Op de balustrade van de klokkentoren op school ontmoet hij Violet, getraumatiseerd door het overlijden van haar zus. Dat Finch – in tegenstelling tot de populaire Violet – als Außenseiter door het leven gaat, is meteen een clichématig gegeven. Vanzelfsprekend volgt een voorzichtige toenadering tussen beide door het leven getekende jongeren. Aanvankelijk overtuigt Niven echter nog met een sterke karakterisering. Zowel Finch als Violet weten hun bevindingen in gevat proza te verpakken. Het leidt zelfs tot enkele humoristische oneliners, met een zwart randje: ‘Niet vergeten; altijd eerst even naar de wc gaan voor je probeert een eind aan je leven te maken.’
Naarmate de vriendschap tussen beide protagonisten intenser wordt, verliest Niven zich in eindeloze herhalingen, waarin iedere vorm van introspectie breed wordt uitgesmeerd. De auteur doet wel erg haar best om Violet als het overbeschermde, tijdelijk getraumatiseerde meisje te karakteriseren en plaatst haar zo lijnrecht tegenover eenzaat en non-conformist Finch. Uiteraard heeft diens invloed een soort van ‘helende’ uitwerking op Violet, die langzaamaan haar trauma te boven komt. Als Finch via de schoolcounselor verneemt dat hij weleens aan een ‘bipolaire stoornis’ zou kunnen leiden, vlucht hij letterlijk weg van een maatschappij die slechts etiketten kleeft. Ook Violet slaagt er niet langer in om contact te onderhouden.
Net zoals flink wat illustere voorgangers vult de auteur het genre van de psychologische (adolescenten)roman met een resem pseudo-diepzinnige gesprekken in, waarbij echt iedere gedachte en ieder gevoel geanalyseerd dient te worden. Het is allemaal knap vermoeiend en de verveling slaat dan ook al gauw toe. Door het gebrek aan variatie, zowel inhoudelijk als stilistisch, gaan Violet en Finch bovendien steeds meer als eenzelfde personage klinken, waarin de stem van de auteur hinderlijk op de voorgrond treedt. Tel daarbij nog wat clichés uit het genre, zoals bekrompen ouders en wereldwijze jongeren die grossieren in citaten uit Virginia Woolfs oeuvre, zogenaamd om het geheel toch een literair elan te geven. Tevens kan ik met niet van de indruk ontdoen dat Niven – die eerder voor volwassenen schreef – Een weeffout in onze sterren (2012) van John Green wel érg goed gelezen heeft.
Waar het licht is kan prat gaan op een sterk, zelfs aangrijpend verhaalbegin, maar die initiële diepgang kan Niven niet volhouden. Haar jeugdliteraire debuut gaat finaal ten onder aan een voorspelbare verhaalontwikkeling, overdreven introspectie en pseudo-psychologisch gewauwel.
Jürgen Peeters
Jennifer Niven – Waar het licht is. Vertaald door Aleid van Eekelen-Benders. Moon, Amsterdam. 334 blz. € 19.99.