Recensie: Kate Atkinson – Gevallen God
Morbide gedachten kun je het beste mijden
Hij had dood moeten zijn. Negentig procent van de RAF-piloten haalt het eind van de Tweede Wereldoorlog niet. Een flink aantal sneuvelt al tijdens de eerste vlucht. Teddy Todd, de hoofdpersoon in Kate Atkinsons nieuwe roman Gevallen God maakt als vlieger van een bommenwerper tussen 1941 en 1943 deel uit van tientallen gevechtsmissies. Hij scheert enkele keren gevaarlijk dicht langs de rand van de dood, hij dobbert met zijn bemanning een dag lang op de Noordzee rond, maar dood gaat hij pas in 2012. Hoe leef je zeventig jaar lang in een wereld waarvan je verwacht had geen deel meer uit te maken?
Teddy Todd is geen onbekende in het werk van Kate Atkinson. Hij speelt een bijrol in Atkinsons veel geprezen roman Leven na Leven, een boek dat handelt over het leven van zijn zus Ursula, of beter gezegd, de levens van zijn zus Ursula. Leven na Leven beschrijft meerdere versies van hoe haar leven had kunnen lopen, van elkaar verschillend door schijnbaar onbeduidende keuzes die Ursula maakt. Voor Teddy is in Gevallen God slechts één scenario weggelegd, maar dan wel een scenario dat is opgeknipt in kriskras door elkaar vertelde tijdvakken. Nadat het eerste hoofdstuk zich afspeelt in 1944 (op 30 maart 1944 om precies te zijn), belanden we in hoofdstuk twee ineens in 1980, om in het derde getuige te zijn van de meedogenloze winter van 1947. En zo vliegen we bijna 500 pagina’s lang heen en weer in de tijd, waarin ook nog eens bínnen de ‘naoorlogse’ hoofdstukken een klein woordje of een minieme geur Teddy’s getroebleerde geest terug in het verleden doen reizen.
Het is even wennen, die frivole opzet. De eerste hoofdstukken worden gekenmerkt door een stortvloed aan namen, die Atkinson gaandeweg bekend maakt als zussen, ouders, kinderen en kleinkinderen van de heldhaftige piloot. Eenmaal vertrouwd aan die opzet, stoort het geen moment, daarvoor is Atkinsons nonchalante en vaak humorvolle verteltrant simpelweg te onweerstaanbaar.
Hij had de stier bij de koeien gezien en Maurice had gezegd dat mensen dat ook deden, met inbegrip van hun vader en moeder, grinnikte hij. Teddy was er vrij zeker van dat hij loog. Hugh en Sylvie waren veel te deftig voor dergelijke acrobatiek.
In de passages die daadwerkelijk verhalen over Teddy’s gevechtsmissies, slaat Atkinson een andere toon aan, met evenveel overtuigingskracht overigens. Gelardeerd met gruwelijke, en afgaande op de niet onaanzienlijke bronnenlijst, realistische details, vliegen we mee met Teddy op zijn nachtelijke, allesvernietigende vluchten boven het Ruhrgebied en Dresden. Die passages vormen slechts een beperkt deel van de roman, want veel meer dan een boek over de Tweede Wereldoorlog is Gevallen God een boek over de gevólgen van een oorlog voor wie erin vecht:
De enige plek waar hij om gaf was het inwendige van een Halifax, de geur van vuil en olie, van zuur zweet, van rubber en metaal en de scherpe lucht van zuurstof. Hij wilde doof worden door het geraas van de motoren, hij moest van elke gedachte worden verlost door de kou, het lawaai en gelijke hoeveelheden verveling en adrenaline. Hij had nooit geloofd dat hij zou worden gevormd door de architectuur van de oorlog, maar nu besefte hij dat hij erdoor was uitgewist.
Uitgewist, dat is wel het goede woord voor wat er van Teddy Todd overblijft als de oorlog voorbij is. Hoe bont zijn nakomelingen het ook maken, van wonen in een commune tot een boeddhistische vlucht naar Azië, Teddy ziet het met lede en afwachtende ogen aan. Zijn belangrijkste naoorlogse bezigheid bestaat uit het schrijven van gezapige stukjes over de natuur in het plaatselijke suffertje. Praten doet hij maar mondjesmaat, zeker niet over de zware zaken in het leven. ‘Morbide gedachten kun je beste mijden,’ vertrouwt hij zijn omgeving met regelmaat toe.
Er komen nogal wat personages te overlijden, en zeker niet alleen in de jaren 40-45. Toch voert een vorm van vrolijkheid, wellicht een wat sinistere vorm dan toch, de boventoon. De passages waarin Teddy’s dochter Viola zich met haar kinderen en mislukte echtgenoot terugtrekt in een bijna sektarische commune en die waarin diezelfde Viola volledig ineenstort te midden van een meute typisch Britse feestgangers, getuigen van Atkinsons gitzwarte gevoel voor humor.
Gevallen God is een meesterlijk uitgebalanceerde roman, waarin Kate Atkinson moeiteloos schakelt tussen loodzware thematiek, kinderlijke onschuld, sombere overpeinzingen en tragikomische gebeurtenissen. Het zijn stuk voor stuk proeven van een uitmuntend schrijverschap.
Dennis Smits
Kate Atkinson – Gevallen God. Vertaald door Inge Kok. Atlas Contact, Amsterdam. 480 blz. € 21,99.
Bedankt, enorm benieuwd hiernaar!