Recensie: Vesna Goldsworthy – Gorski
De wereld van het exorbitant vele geld
Vesna Goldsworthy (1961) is een van oorsprong Servische dichter en schrijfster die al meer dan dertig jaar in Londen woont. Over haar keuzewoonplaats heeft ze de begeesterde roman Gorski geschreven, waarbij ze zich losjes heeft gebaseerd op The Great Gatsby, de kritische roman over de American Dream van F. Scott Fitzgerald waarin de liefde voor een vrouw uit een betere klasse de motivatie is, om zonder scrupules, te streven naar geld en macht. Maar de verfijning, de opvoeding ontbreekt Gatsby. De eeuwige controverse tussen oud en nieuw geld.
Gorski is een zich sterk op de achtergrond houdende Russische oligarch. Hij is met onduidelijke praktijken – de wapenhandel wordt zo her en der gesuggereerd – onmetelijk rijk geworden, vooral in de onzekere tijd van net na de val van De Muur, de tijd van ‘Glasnost’ en ‘Perestrojka’, maar blijft buiten de spotlights. Hij bezit niet zoals de meeste van zijn collega’s een Engelse voetbalclub. Natuurlijk organiseert deze capo de tutti capi van de Russische miljardairs in Londen ook exorbitante feesten, maar hij is er vrijwel nooit bij aanwezig. Hetgeen uiteraard de mythevorming vergroot. Liever bekijkt hij de verrichtingen van zijn gasten via een leger van camera’s, verscholen in een van zijn vele ressorten.
Het onderhoudende verhaal wordt verteld door een, net als de schrijfster, uit Belgrado afkomstige emigrant, een man welteverstaan, genaamd Nicolas Kimović, gepromoveerd in de Engelse Letteren. Hij is werkzaam in een antiquarische boekhandel, een achterafwinkel van de nostalgische soort. Wel in de modieuze yuppenwijk Chelsea, dus af en toe komen de nieuwe rijken een mooi ogend koffietafelboek aanschaffen. Geen droog brood mee te verdienen dus. De eigenaar, een redelijk well-to-do stereotiepe Oxford Brit, legt er al jaren op toe. Het schijnt hem weinig te deren. Hij blinkt voornamelijk uit in afwezigheid.
De roman begint wanneer Nicolas een geweldig, eenmalig, zakelijk voorstel krijgt van een op het oog ‘overtollig’ geworden Pruisische prins, een von-dit of een von-dat die ver boven zijn stand leeft. De man is weliswaar hoogblond, heeft blauwe ogen en een aristocratisch gezicht, maar er straalt verfijning van hem af. Geen moment denk Nicolas dat hij een Rus voor zich heeft. De Russen die de paar onbetaalbare postcodegebieden in Londen bevolken zijn doorgaans robuuster, vleziger, ruiger, en vooral patsiger. Nicoals ziet in hem eerder – hij is een aanstekelijke observator – een dolende Balt, een Duitse correspondentievriend van Lord Byron.
Roman Borisovitsj Gorski doet zijn intrede in het leven van de Servische emigrant. ‘Voor dit verhaal is mijn nationaliteit alleen in ontkennende zin van belang, alleen in zoverre ik noch Engels noch Russische ben,’ zegt Nicolas. Een veelbetekenende zinsnede ook voor de schrijfster, voor de eeuwige emigrant die wordt aangesproken op zijn of haar afkomst, hoe lang je ook in je nieuwe vaderland woont.
Gorski is een man met smaak en met onmetelijk veel geld. Nicolas krijgt de opdracht om voor de enorme villa die Gorski aan het bouwen is een uitgelezen bibliotheek samen te stellen. Een bibliotheek die moet imponeren, maar die vooral moet getuigen van zijn klasse, van zijn smaak. Het enige doel in zijn leven is de verovering van Natalja. Zijn grote liefde die tegenover de in aanbouw zijnde villa in een iets kleiner stadskasteel woont, samen met haar man Tom Summerscale. Tom, een Russisch sprekende consigliere, een ticket voor Natalja naar het vrije Westen, een onbelangrijke horde voor Gorski.
Goldsworthy posteert Nicolas in een portierswoning van het complex van Gorski, tussen de twee huizen in. Hij is de intermediair die zelf een oogje heeft op de oogverblindende Natalja. Ergens is hij er zich wel van bewust dat hij wordt gebruikt, maar hij laat zich meevoeren. Niet zozeer gedreven door het geld. Er ontstaat een vreemd soort verhouding tussen Gorski en hem. Hij mag naar besloten feesten, en na een paar bijzondere aankopen zelfs naar een Grieks privé-eiland.
Goldworthy schetst een geloofwaardig beeld van de wereld waarin werkelijk alles te koop is, een wereld waarop een normaal burger alleen maar de fantasie los kan laten. Ze heeft, zo blijkt uit haar nawoord, veel Russen en Ruslanddeskundigen in haar vriendenkring, maar is niet bij hen te rade gegaan. Hulde daarvoor, we hebben het over een roman, de verbeelding van de schrijver schetst een mogelijk scenario. Zoals gezegd, een helder, naar het leven getekend verhaal, dat ook nog eens amusant is, heel onderhoudend. De wereld van het exorbitant vele geld zou zomaar zo in elkaar kunnen zitten. Het personage Gorski overtuigt.
Op een gegeven moment zit de taak van Nicolas erop. Hij treuzelt nog een beetje bij het inrichten van de bibliotheek. Gorski vindt het niet erg, trakteert hem zo nu en dan op een Grand Cru champagne. Al het geld, al de zeer zeldzame boeken en handschriften, van de grote Russen, Shakespeare tot Goethe, kunnen hem eigenlijk niet boeien. Het was alleen een lokkertje voor Natalja. Gorski is een bijzonder menselijke miljardair. Iemand met smaak en met geweten. Dat lijkt bijna een paradox, een gotspe, om in de taal van zijn familie te blijven. Communisten die hun Joodse achtergrond steevast hebben verloochend.
Er valt in Gorski veel te leren over de Engelsen, over de Russen, over de vele identiteiten van de bewoners van Londen en van de stad zelf. Goldsworthy blijkt een emigrante te zijn die kan relativeren en nuanceren. Aan het einde heeft ze nog een, thrillerachtige mooie twist in petto. Een roman, zeker ook geschikt voor het vakantieseizoen. Het leest namelijk ook nog eens gewoonweg lekker weg.
Guus Bauer
Vesna Goldsworthy – Gorski. Vertaald door Mary Bresser. Meridiaan, Amsterdam. 222 blz. € 19,99.