Recensie: Paul Mennes – Niets bijzonders
Is dat niet geweldig?
‘In the future, everyone will be world-famous for 15 minutes,’ is een van de beroemdste uitsprakeen van Andy Warhol. Maar stel je voor Warhol even in onze toekomst zou rondwandelen, zou hij dat dan interessant vinden of niet? In Niets bijzonders van Paul Mennes verschijnt de pop art-kunstenaar inderdaad ten tonele in zijn geboortestad Pittsburgh. Hij is wat gedesoriënteerd want de wereld is niet meer zoals de zijne. Lady Gaga die op de cover van een tijdschrift staat, kent hij niet. ‘Ik vraag me af wat ze doet. Die rare jurk leidt wel een beetje af van haar neus.’ Even later ontmoet hij een vreemde man die hem de werking van een digitale camera uitlegt. Voor de immer polaroids makende Warhol een openbaring: ‘Is dat niet geweldig?’
De vreemde man die Warhol ontmoet (‘Hij heeft een raar accent en draagt slordige kleren. Vuile jeans, pet, baardje.’) blijkt later Kasper Lazarus te zijn een schrijver uit België die als writer in residence twee maanden aan zijn boek mag werken, maar niet erg aan schrijven toekomt: wat hij ’s morgens schrijft, wist hij ’s middags weer uit. Dat maakt een van de hoofdpersonen, waarin we de auteur Mennes zelf herkennen, uit dit boek tot een weinig dynamische figuur. Hij registreert meer dan hij handelt.
Niet bijzonders is een fragmentarisch opgebouwde roman die doet denken aan de eerste romans van Mennes. In korte hoofdstukjes komen niet alleen Andy Warhol aan het woord en Kasper, maar ook de psychiater van Warhol, diverse gestorven oudgedienden van The Factory die als geesten een Facebook-groep ‘the talking dead’ onderhouden. Of de geest van Andy Warhol en de zijnen echt rondwaart of dat we te maken hebben met lookalikes van hem en andere beroemdheden laat Mennes wat in het vage.
Interessant is dat je door die stoet aan personages anders gaat aankijken tegen de wereld. Is iets alleen nog maar de moeite waard als er een schijnwerper op staat, als het, al is het dan maar vijftien minuten, beroemd is? Zo loopt Kasper doelloos door de stad en komt hij toevallig bij de opnames van de nieuwe Batman-film. De straten ligt vol nepsneeuw. Hij loopt weg omdat hij geen behoefte heeft aan beroemde mensen.
Ik wandelde door zijstraten die er net zo uitzagen als de zijstraten die in de film terecht zouden komen. Wat was het verschil? Er lag geen nepsneeuw. Er waren geen beroemde mensen. Het was niets bijzonders.
Daar ligt de kern van het kunstenaarschap van Warhol: iets wat niet bijzonder tot kunst verheffen. Tegenwoordig doet iedereen dat, al noemen we het geen kunst meer. De sociale media hebben de functie overgenomen om aan alle onbelangrijke momenten in ons leven de status van iets bijzonders te geven. Ook Kasper ontkomt er niet aan.
Ik maakte een foto van mijn hamburger. In restaurants kies ik altijd dingen waarvan ik weet dat ze er goed zullen uitzien op Facebook.
Bijna op het eind van Niets bijzonders woont Kasper een verkleedfeest in het Warholmuseum in Pitssburgh bij. Daar lopen veel mensen rond die verkleed zijn als Warhol en nog een groep mensen die uitgedost zijn als dode Supersterren uit Warhols directe omgeving. De muziek verandert op een gegeven ogenblik van Nico naar Lady Gaga. Misschien om aan te geven dat beroemdheid inwisselbaar is, dat beroemdheid niets bijzonders meer is. Het is een wat treurigmakend, maar niet minder waar, tijdsbeeld dat Paul Mennes met deze roman schetst.
Coen Peppelenbos
Paul Mennes – Niets bijzonders. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 142 blz. € 17,50.