Nieuws: Bas Heijne denkt aan een ‘memoir’ over Frans Kellendonk
In de nasleep van een Twitterdiscussie over de biograaf van Kellendonk die ondergetekende initieerde (ik zou wel voor een biograaf zijn die de homoseksuele scene van die tijd van binnenuit kent, in plaats van heteroseksuelen die er met knipperende ogen naar staan te kijken) en waarbij ik de voorkeur uitsprak voor Bas Heijne (omdat hij Kellendonk van zeer nabij kende en ook omdat hij van een icoon als Louis Couperus weer een gewoon mens wist te maken) reageerde de laatste met goed nieuws:
@coenpeppelenbos @TillyHermans biografie laat ik graag aan anderen. Maar een memoir zit r misschien wel in. Genoeg afstand in de tijd nu.
— Bas Heijne (@Bjheijne) 13 september 2015
Fantastisch nieuws, leek me.
@coenpeppelenbos @Bjheijne Dat ben ik met je eens!
— Tilly Hermans (@TillyHermans) 13 september 2015
\’heteroseksuelen die er met knipperende ogen naar staan te kijken\’, dat maakt wel nieuwsgierig wie en wat hier worden bedoeld. Kom, Peppelenbos, even met de billen bloot aub.
Excuses, Goedegebuure, ik wist niet dat u homoseksueel was. Om een voorbeeld te geven van \’wie en wat hier worden bedoeld\’ verwijs ik naar Oek de Jong, dat was de man die in de uitzending van Wim Brands rechts naast u zat, en die zei dat hij verrast was door het uitbundige liefdesleven van Kellendonk na lezing van de brieven. En hij was nog wel bevriend met Kellendonk. Ik heb De Jong hoog zitten als schrijver, maar die opmerking, niet alleen daar gebezigd, verrast mij dan weer bijzonder. De nadruk komt, in heel veel artikelen en beschouwingen, altijd te liggen op de ideeën over de samenleving religie etc.; zelden wordt gememoreerd dat Kellendonk daarnaast (en zeker in Mystiek Lichaam) ook een heel zinnelijke schrijver is.
Ik verwijs ook naar het stuk van Jaap Goedegebuure, dat was die man die in de uitzending van Wim Brands naast Oek de Jong zat, in Extaze en Kellendonk tweeslachtigheid in de schoenen schuift als hij kritisch over homoseksualiteit schrijft en tegelijkertijd \’al geruime tijd openlijk praktiserend homoseksueel is.\’ Zou iemand die al geruime tijd openlijk praktiserend heteroseksueel is en zich kritisch uitlaat over gezinsverbanden (of zoiets) ook meteen tweeslachtig zijn?
Nou ja, ik weet het ook allemaal niet, maar ik mis die andere blik op Kellendonk. Ik vermoed dat een homoseksuele schrijver die de Nederlandse en Amerikaanse homoscene van binnenuit kent tot andere inzichten en conclusies komt over leven en werk van Kellendonk dan een heteroseksueel. Maar goed, ik ken uw achtergrond onvoldoende om daar te vroegtijdige conclusies aan te verbinden.
Eerst maar eens kijken hoe die homoseksualiteit terugkomt in de biografie, sorry, roman van Arie Storm.
De opmerking van Oek de Jong in het gesprek met Wim Brands moet begrepen worden in het licht van Kellendonks extreme terughoudendheid, zelfs tegenover intieme vrienden. Hij gaf vrijwel niemand zicht op zijn privéleven, en hield de verschillende compartimenten van zijn bestaan (schrijverschap, familiebetrekkingen, seksuele relaties, en zo meer) strikt van elkaar gescheiden. Nu dankzij de brieven de schotten tussen die compartimenten zijn weggevallen, is het niet zo vreemd dat familie en vrienden voor verrassingen komen te staan. Met hetero- dan wel homoseksuele geaardheid van de beschouwer heeft dat helemaal niets te maken, en daarom is Peppelenbos\’ suggestie niets meer dan een loze slag in de lucht.
In diverse publicaties over het werk van Kellendonk ben ik ingegaan op zijn visie op de homoseksualiteit. Zoals vrijwel al zijn opvattingen, of ze nu betrekking hebben op literatuur, politiek, maatschappij, religie of wat dan ook, blinkt ook deze visie uit door ambiguïteit. Om dat te zien hoef je niet eens zo\’n slimme interpreet te zijn. Wie een gesproken column voor het programma HOMONOS begint met de boutade \’Homoseksualiteit de wereld uit, te beginnen bij Nederland\’ kan moeilijk worden ingedeeld bij het naïeve abonneebestand van de Gaykrant. Kellendonk heeft, net als Gerard Reve, nooit een geheim gemaakt van zijn weerzin tegen de homo-emancipatiebeweging; hij nam die beweging al op de hak toen hij nog in Nijmegen studeerde en is er mee doorgegaan tot diep in de jaren tachtig (zie bijvoorbeeld zijn stuk \’Kardinaal Simonis en de Kinderen van het Licht\’).
Natuurlijk is Kellendonks seksuele identiteit mede bepalend geweest voor de thematiek én de stijl van zijn werk, en natuurlijk dient een biografie dat aspect vol in de schijnwerper te zetten. Maar dan wel tegen de achtergrond van een zo nauwkeurige mogelijke analyse en duiding van teksten en levensfeiten. Of je daarvoor zelf per se een volbloedhomoseksueel moet zijn, waag ik te betwijfelen; bi-, hetero- of panseksueel mag ook, zolang het maar niet tot verblinding leidt. Intussen blijf ik van mening dat de kennis van de schrijver en de mens Kellendonk er beslist niet bij gebaat is dat hij wordt neergezet als de held, dan wel de martelaar van de homoseksuele bevrijdingsstrijd, want als hij iets niet was, dan dat wel. En we hebben al evenmin iets aan het homoseksuele meetlatje dat Meester Peppelenbos zo parmantig uit zijn lessenaartje haalt, nog voordat er nog maar één letter van een Kellendonkbiografie is gedrukt.
Het zou zeker een ander licht werpen, maar dat geldt ook in het geval dat ik en niet Jaap Goedegebuure de biografie zou schrijven. Kan een vrouw een biografie van een man schrijven? Een man van een vrouw? Iedere biografie is interpretatie en daardoor uitdaging tot gesprek en discussie. Er bestaat geen slechter of beter, alleen liever of gewenst of bij voorkeur. Ik zou ook liever een biografie van Kellendonk geschreven zien door een homoseksueel, als het maar met enige distantie wordt gedaan. Dan is Bas Heijne wel erg dichtbij vrees ik.
Nou, dat is een mooie aanval op allerlei zaken die ik niet beweerd heb. Als Professor Goedegebuure het werk van Kellendonk net zo goed leest als mijn korte stukje dan hebben we inderdaad nog wel wat te vrezen.
Laat ik nog even parmantig doen met mijn homoseksuele meetlatje dat ik voor de gelegenheid maar weer uit mijn lessenaartje haal. Ik zal het iets uitvoeriger doen zodat de Professor het ook allemaal kan bijbenen.
Wat ik schrijf is dat ik \’vermoed dat een homoseksuele schrijver die de Nederlandse en Amerikaanse homoscene van binnenuit kent tot andere inzichten en conclusies komt over leven en werk van Kellendonk dan een heteroseksueel.\’ \’Ik vermoed\’, staat er; er staat niet \’ik weet zeker\’.
Daarnaast: veel schrijvers over Kellendonk gebruiken de ideeën en gedachten van Kellendonk over de homoseksuele wereld (ideeën en gedachten die ik niet ontken, Professor, waar leest u dat nu weer?) om daarmee iets te zeggen over zijn persoon en karakter. Dat hij een rijk liefdesleven had of ‘al geruime tijd openlijk praktiserend homoseksueel is’ wordt als een contrast gezien. Als dat als een contrast wordt aangemerkt dan ga je van de aanname uit dat een praktiserend homoseksueel alleen maar positief mag denken over homoseksualiteit of de homoseksuele scene. Iemand die dat niet doet is meteen tweeslachtig.
Het zou best kunnen, Professor, dat iemand volstrekt zichzelf is in een promiscue liefdesleven én ideeën over homoseksualiteit ontvouwt die, in Mystiek Lichaam, in groteske vorm zijn doorgedacht tot in de consequenties, zonder dat iemand tweeslachtig is.
Verder, Professor, heb ik aandacht willen vragen voor het zinnelijke aspect in Kellendonks werk, juist in Mystiek Lichaam, een aspect van zijn werk dat vaak ondergesneeuwd raakt bij de lange beschouwingen over de ideeën. Ik refereer even aan het boek Angst en schoonheid van Bas Heijne over Couperus (en vooruit: ook maar aan Lauwertakken en distels van Doeke Sijens en ondergetekende) waarin de schrijver ook als een seksueel en sensueel wezen in leven én werk getekend werd. Het kan natuurlijk toeval zijn dat de schrijver van Angst en schoonheid homoseksueel is. Zijn stukken over de ideeën en het werk van Couperus zijn even interessant, maar ik ben blij dat hij ook (ik benadruk voor het gemak het woord \’ook\’, Professor, opdat u later niet schrijft dat het mij alleen maar om de homoseksualiteit gaat) oog had voor een ander aspect van het werk van Couperus dat ook voor het opscheppen lag. Ik wens Kellendonk net zo\’n goede lezer toe.
Zo, nu gooi ik mijn homoseksuele meetlatje weer in mijn lessenaartje. (Over het gebruik van verkleinwoorden een ander keertje.)
Vrij zinloos om Peppelenbos te discussiëren, zeker nu hij de opmerking die Oek de Jong bij Wim Brands maakte hardnekkig verkeerd wil blijven verstaan en op het werk van Kellendonk een tamelijk beperkt zicht heeft. Interessant dat hij lijkt te vinden dat het ontwaren van sensualiteit in iemands literaire werk voorbehouden is aan homoseksuelen. Een nogal geborneerde visie, moet ik zeggen. Over en sluiten maar.
Het is inderdaad vrij zinloos om met iemand te discussiëren die continu iets aanvalt wat ik niet zeg.
– Ik heb het in mijn vorige reactie helemaal niet over Oek de Jong
– Ik heb het er in mijn vorige reactie juist over dat er een breder zicht moet komen op ideeën én leven van Kellendonk in plaats van de vrij gesloten visie dat die alleen maar in contrast met elkaar gezien kunnen worden.
– Ik zeg in mijn vorige reactie juist dat het wellicht toeval is dat een homoseksueel de zinnelijkheid in het werk van Couperus benadrukt, ik zeg niet dat alléén homoseksuelen dat kunnen.
\’Een geborneerde visie\’ noemt Goedegebuure de visie die ik niet uitdraag, net zoals Nuis ooit de opmerkingen van Kellendonk over homoseksualiteit geborneerd noemde. Ook al zo\’n slechte lezer.
Wat een verspilling van tijd en energie zo, Jullie zijn wel echt mannen.